Amorele markt
Grondig gedocumenteerd en met de retorische overtuiging die altijd al zijn handelsmerk was, beschrijft Marcel van Dam – socioloog, politicus, televisiepersoonlijkheid, columnist - in Niemands land hoe de verzorgingsstaat er na drie decennia van neoliberale herstructureringen voor staat.
Begin jaren tachtig kortte CDA-premier Lubbers op de ‘echte minima’, kostwinners die moesten rondkomen van het sociaal minimum. Van Dam verzette zich als PvdA-kamerlid. Hij voelde wel aan dat het hek van de dam was als Nederland niet zou vasthouden aan dat ‘beschavingscriterium’. En inderdaad, sinds begin jaren tachtig is de groep laaggeschoolden die nauwelijks kan rondkomen van een uitkering of laagbetaald werk gestaag gegroeid. In dezelfde tijd is een tevreden meerderheid van burgers er in welvaart sterk op vooruit gegaan.
Welvaart en welzijn horen niet langer onlosmakelijk bij elkaar; mensen worden meer en meer verantwoordelijk voor hun eigen welzijn. Hoe moet het dan met mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen, grofweg de onderste 10 procent van de samenleving? ‘De onrendabelen’, zoals ze heten in de gelijknamige Vara- documentaire van Hans Heijnen, betalen de hoogste prijs voor het neoliberale denken. Hun intelligentie, ambitie, zelfdiscipline, motivatie of wilskracht schiet tekort om mee te komen in de prestatiemaatschappij waarin de markt de regie heeft overgenomen van de overheid. Hun koopkracht is dertig jaar lang gelijk gebleven, terwijl in die periode voor de meerderheid het vreugdevuur van de overvloed brandde.
Volgens Van Dam worden de onrendabelen bewust arm gehouden; armoede zou mensen prikkelen om betaald werk te zoeken. De markt kent geen moraal, menselijkheid of mededogen. Als de markt regeert, is het land van niemand meer. In zo’n niemandsland wordt een deel van de mensen rücksichtslos buitengesloten. Opeenvolgende kabinetten – ook die met de PvdA erin - hebben de afbraak van de verzorgingsstaat voorgesteld als onontkoombaar, want op termijn onbetaalbaar.
Toch kan alleen overheidsbeleid er volgens Van Dam voor zorgen dat de samenleving een veilige plek wordt voor iedereen om, ongeacht zijn mogelijkheden, zinvol te participeren en zo respect te verwerven. Dat lukt nooit als we niet bereid zijn een flink deel van het nationale inkomen en de economische groei beschikbaar te stellen voor collectieve uitgaven. Anders dan doorgaans wordt aangenomen, hoeft zo’n model de concurrentiekracht helemaal niet te schaden, zo laat Van Dam zien, met een verwijzing naar de Scandinavische landen.
Sociaaldemocraten vonden altijd dat ze de samenleving geschikt moesten maken voor de mensen. Nu dwingt ook de PvdA mensen om zichzelf geschikt te maken voor de neoliberale samenleving. Van Dam gelooft er niet in en heeft zijn partijlidmaatschap dus opgezegd. ‘Je kunt mensen niet verheffen door ze te vernederen.’ Niemands land is een scherpzinnige maatschappijkritiek, met de politieke idealen van Marcel van Dam als begin- en eindpunt.
Will Tinnemans, publicist en auteur van ‘Onzeker bestaan. Leven aan de rand van de arbeidsmarkt'
Marcel van Dam, Niemands land. Biografie van een ideaal, De Bezige Bij, Amsterdam, ISBN 978 90 234 4208 0, € 19,90.
Met allemaal zuiver denkende en handelende mensen, die oog en zorg hadden voor ieder individu in de samenleving.
Maar de welvaart steeg in rap tempo en vormde het gouden kalf, ook binnen de linkse kerk. Idealen waren leuk voor debatbijeenkomsten en prachtige politieke carrieres en gegarandeerde duur betaalde banen daarna, alleen voor ex-politici beschikbaar.
Wie destijds de maatschappelijke revolutie aanjaagden profiteerden maximaal met uitstekende (vroegtijdige) pensioenen en kapitaalvorming door de idiote verhoging van prijzen op de huizenmarkt en de aandelenmarkt.
Tevens vond men toen ook dat elk individu, competent of niet, autonoom moest zijn, maar in dit geval met een geduldige belastingpot, als zacht vangnet achter de hand.
Al het oude, inclusief de beproefde zaken, werden het raam uitgemieterd.
Gezag was funest, mensen moesten zich op eigen tempo en naar eigen motivatie ontwikkelen, met alweer een geduldige belastingpot als zacht vangnet voor de gebruikers en trooster voor beleidmakers in de falende sociale- en andere publieke sectoren.
Fraude, hangmatmentaliteit en verhospitalisering in sociale systemen werden door de softe aanpak van Links aangewakkerd. Handen af van WAO was de verkiezingsslogan van Kok. Mensen werden oneigenlijk geparkeerd in die voorziening.
De opgang gekomen enorme instroom decennia lang van (kansarme) mensen kwamen in die mentaliteit en systemen terecht. Is het gek dat de sociale problematiek enorm is vergroot?
Rechten werden algemeen te prominent ervaren, plichten vervaagden. De Vrijblijvendheid zegevierde over Verantwoordelijkheid (burgerschap) op alle niveau's in de samenleving.
Er werd creatief op los geprutst, ook met het onderwijs.
Waar collega socioloog Fortuyn het tij wilde keren en het goede van het verleden met goede van het heden wilde verbinden - wilde verheffen met de kraan afgeknepen - noemde socioloog Van Dam daarop Fortuyn een untermensch. Waar Fortuyn de rek wat de samenleving aankon en ook wilde aankunnen, aanvoelde, zag van Dam en zijn geestverwanten die "linkse hemel" op aarde als een zo verheffende moraal, dat dit het volk moest worden opgelegd. Fijn dat ze door de welvaart een tijdje afgeleid
werden. Men had vrij baan en grote politieke invloed in de grote steden.
Zelfs met de wijsheid achteraf gaat van Dam door, of slaat hij zelfs door met zijn uitspraak dat mensen expres arm gehouden worden.
De onderste economische laag heeft compenserende inkomensmaatregelen. Die grote laag daarboven niet of nauwelijks. Het besteedbare inkomen zit te dicht bijelkaar en werkt demotiverend aan beide kanten. Dat is een onoplosbaar knelpunt tot nu toe.
We zijn een exportland. Zie dan banen EN basisvoorzieningen, in een steeds meer concurrende wereld, overeind te houden. Van Dam en de zijnen ontkennen grenzen in absorberingscapiciteit op diverse vlakken binnen een inmiddels veel minder homogene samenleving, door mobiliteit en techniek. Sterker onder druk dan ooit in plotseling ontstane financiele- en economisch zware tijden, bovenop de vergrijzing en opkomende economische machten.
Ik durf de stelling aan dat Links via de jaren zestig revolutie de weg baande voor de uitwassen van het Neo Liberalisme. Generaties die in die vrijblijvende mentaliteit en een "ieder voor zich en de staat voor ons allen" sfeer volwassen worden, missen breed genomen voldoende morele basis voor elk politiek systeem.
(sorry voor de lengte)