Advertentie
sociaal / Achtergrond

Voor wat, hoort wat

De bezuinigingen in het sociale domein zorgen in het hele land voor grote problemen. Het rijk gooit de zorg met een budgetkorting over de schutting en gemeenten moeten het maar oplossen, is de klacht. Te weinig geld voor de Wmo, te weinig geld voor huishoudelijke hulp, de jeugdhulp, ontslagen in de thuiszorg. Voorzieningen onder druk door bezuinigingen, waarschuwde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) twee weken geleden nog in Binnenlands Bestuur.

20 november 2015
mensen.jpg

Geen beleidsnota’s meer in Kaag en Braassem maar een maatschappelijke agenda. Lokale verenigingen storten zich op taken in het sociaal domein. Gevolg: het aantal Wmo-verstrekkingen halveerde.

De bezuinigingen in het sociale domein zorgen in het hele land voor grote problemen. Het rijk gooit de zorg met een budgetkorting over de schutting  en gemeenten moeten het maar oplossen, is de klacht. Te weinig geld voor de Wmo, te weinig geld voor huishoudelijke hulp, de jeugdhulp, ontslagen in de thuiszorg. Voorzieningen onder druk door bezuinigingen, waarschuwde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) twee weken geleden nog in Binnenlands Bestuur.

Hoe anders is dat in Kaag en Braassem. In trui en vale spijkerbroek zit wethouder Floris Schoonderwoerd (wonen en zorg, lokale partij PRO) aan tafel. Geen man van uiterlijk vertoon, geen typische ‘meneer de wethouder’. Ook het beleid dat hij in zijn gemeente de afgelopen jaren namens doorvoerde is niet doorsnee. Drie jaar geleden vlogen de beleidsnota’s het gemeentehuis uit en werden alle subsidies stopgezet. ‘Daarvoor in de plaats kwam dit document.’  Schoonderwoerd geeft een klap op veertien met een nietje samengehouden A4’tjes: de Maatschappelijke Agenda Kaag en Braassem. ‘Dat is alles.’

Harmoniseren 
De omschakeling op het gemeentehuis in Roelofarendsveen begon in 2009 toen de gemeente ontstond uit een fusie tussen de gemeenten Alkemade en Jacobswoude. ‘We waren alleen maar bezig met de verschillende nota’s te harmoniseren’, herinnert Schoonderwoerd zich. ‘Een nota Wmo, een nota jeugd, voorschoolse educatie, subsidiebeleid, volksgezondheid, cultuur, sport – je kan het zo gek niet bedenken of er was door beide gemeenten sectoraal beleid voor gemaakt. Aan het eind van de looptijd maakten we een nieuwe nota en had iedereen het idee voorlopig weer klaar te zijn.’

Schoonderwoerd vroeg zich af of die nota’s wel de beweging opleverden die Kaag en Braassem voorstond. ‘Er zit enorm veel potentie in alle dorpen hier, er zijn relatief weinig mensen met individuele zorg- en ondersteuningstrajecten. Mensen zijn heel erg zelfredzaam, zorgen voor elkaar. Maar of dat komt door het vroegere gemeentelijk beleid, dat vraag ik me af. Eerder ondanks dan dankzij, ben ik geneigd te denken.’

Tegelijkertijd kwamen vanaf 2010 de Haagse plannen voor decentralisatie. Met de transitie verschoof de rol van de gemeente. In het verleden was die er met voorzieningen als zwembaden, verenigingen en bibliotheken vooral voor de gezonde mensen. Als mensen iets mankeerden, was daar de rijksoverheid met bijvoorbeeld de Awbz. Door de naderende decentralisaties ging dat verschuiven. Schoonderwoerd: ‘Nu is de gemeente er ook voor de kwetsbaren. Hoe konden we de voorzieningen die we hadden ook gaan inzetten voor die nieuwe groep?’ Tegelijk moest Kaag en Braassem ook de bezuinigingen zien op te vangen waarmee de stelselwijziging gepaard ging.

Opgezegd
Er werd besloten van al het beleid afscheid te nemen. Schoonderwoerd: ‘Beleid zet al het budget vast. In beleid staat dat voor een aantal jaren al het geld binnen dat bepaalde kokertje wordt uitgegeven. Als je dan iets extra’s of anders wilt, moet je er met de kaasschaaf overheen om wat geld vrij te maken.’

Dus ging de hele boekenkast vol beleidsstukken en nota’s de papierversnipperaar in. Alle subsidieregelingen werden opgezegd. Wie in vervolg nog geld van de gemeente wil, moet ook iets aan de collectieve opgave bijdragen. In samenspraak met de raad werd bepaald wat precies die collectieve opgaven zijn, uitgewerkt tot zes speerpunten in de Maatschappelijke Agenda (MAG). Per punt werd opgeschreven wat de gemeente wil bereiken en wat het budget daarvoor is.

Schoonderwoerd: ‘In het verleden werd beschreven wat subsidieontvangers moesten doen. Hoeveel bingoavonden, voorstellingen, hoeveel mensen bereikt moesten worden. Vervolgens zat er een beleids­medewerker van 50 duizend euro per jaar te kijken of die vereniging inderdaad veertien keer per jaar een bingo had georganiseerd. Veel gemeenten bepalen nog steeds in nota’s dat bijvoorbeeld een pufcursus niet hoeft, maar zwangerschapsyoga wel. Ik denk dat professionals veel beter weten wat er moet gebeuren dan alle beleidsmedewerkers van Nederland bij elkaar.’

Kaag en Braassem stopte met al die nota’s. ’Daardoor hadden we ook nog eens veel minder beleidsmedewerkers nodig. Daar konden we ook op besparen.’ Hoeveel er precies bezuinigd is op het ambtenaren­apparaat, is lastig te zeggen.  Er kwamen tegelijk veel nieuwe taken bij. Maar er zijn in Kaag en Braassem veel minder beleidsmedewerkers dan voorheen en alleen al op de afdeling samenleving is 2,5 ton aan fte bezuinigd.

Blaren op de tong
Natuurlijk gaf dat veel gedoe, erkent Schoonderwoerd. ‘Zowel in de maatschappij als in de raad. Ik heb me de blaren op de tong gepraat. Maar in alle gemeenten om ons heen ontstond net zoveel gedoe. Want ook daar moest worden bezuinigd en ook daar ontstonden discussies over het openhouden van de bibliotheek, het zwembad of dorpshuis. Wij stopten de subsidies, maar de ontvangers mochten wel meepraten over de maatschappelijke agenda en hoe basisvoorzieningen in te zetten voor de grotere taak.’

De Maatschappelijke Agenda werd als een soort omgekeerde aanbesteding op de markt gebracht. De gemeente bepaalde wat ze wil bereiken en wat het budget was – het bedrag dat vrijkwam uit alle verscheurde beleidsnota’s. De Driemaster (een samenwerkingsverband van drie aanbieders van maatschappelijk werk, welzijn en zorg) won de omgekeerde aanbesteding op alle zes thema’s en voert nu de MAG uit.

In plaats van subsidies aanvragen en verantwoorden, geven verenigingen bij de Driemaster aan wat ze bijdragen aan de MAG. Op basis van dat formulier behielden ze hun bijdrage. De eerste twee jaar waren ze daarbij verzekerd van hun oude subsidie­bedrag. De gemeente hoeft geen vierhonderd subsidieaanvragen meer te behandelen en controleren. Deze werkwijze zorgt er bovendien voor dat nu goed inzichtelijk is wat een vereniging bijdraagt aan de maatschappij.

Schoonderwoerd komt met het voorbeeld van een dementerende inwoner, jarenlang vrijwilliger bij de voetbalvereniging. ‘Vroeger werd de man in een busje naar de dagbesteding in Leiden gebracht, vier dagen per week voor 140 euro per dag macrameeën. Het vervoer, het centrum en de activiteitenbegeleider werden allemaal betaald. Daar leefden de Awbz-instellingen van. Nu gaat hij naar de voetbalkantine die overdag toch alleen maar staat te wachten tot er ’s avonds financieel zelfredzame mensen komen sporten. De vereniging levert een vrijwilliger en de ondersteuning wordt ingevlogen vanuit professioneel gecontracteerde partijen.’

Ander voorbeeld. ‘In Oud Ade is een muziekvereniging die drie keer per jaar optrad voor familie, vrienden en bekenden. Nu hebben ze elke zaterdagochtend een workshop voor mensen met een verstandelijke beperking. De muzikanten vinden het geweldig,  Ze hebben nog nooit zo’n enthousiast, dansend publiek gehad. En als gemeente krijgen we geen factuur meer voor dagbesteding van deze mensen.’

Schuldhulp
Andere verenigingen bieden vrijwilligers in schuldhulpverlening. Ze worden getraind in het helpen van mensen bij het uitzoeken van bonnetjes en afschriften. Daardoor kunnen de dure schuldhulp­medewerkers het ‘echte werk’ doen. De wachtlijsten zijn inmiddels weggewerkt.

Elke maand komen er nieuwe initiatieven bij. Daardoor worden alle basisvoorzieningen die in veel gemeenten worden afgebroken in Kaag en Braassem juist sterker gemaakt. In zes kleine kernen is nu aanbod van dagbesteding, terwijl mensen daar vroeger drie kwartier voor in een busje moest zitten. De bijdragen die verenigingen hiervoor op jaarbasis krijgen, zijn vergelijkbaar met een individueel ondersteuningspakket van een paar weken.

Natuurlijk zijn er ook verenigingen die niet meedoen. ‘Dat is best’, zegt Schoonderwoerd. ‘Ik ga dan met plezier de winnaar huldigen of een loterij doen, maar een bijdrage uit de MAG krijgen ze niet meer, want daarvoor zullen ze een bijdrage aan de collectieve opgave moeten leveren.’

Het netto resultaat is dat Kaag en Braassem ‘fors geld’ overhoudt op de Wmo. De voorzieningen blijven in stand, geen dorpshuis of zwembad hoefde dicht. En de onderlinge band tussen mensen wordt versterkt. Hoeveel geld zoiets precies oplevert, is moeilijk uit te drukken, maar wel staat vast dat het aantal individuele voorzieningen in vijf jaar tijd bijna gehalveerd is, van 640 naar 380. ‘Dat komt omdat de basisvoorzieningen beter zijn geworden. Er zijn zes ontmoetingscentra waar mensen zonder indicatie naartoe kunnen en waar professionele begeleiding is. Dat scheelt in de individuele begeleiding.’

Onrust
Na drie jaar staat Schoonderwoerd nog steeds achter de ingeslagen weg. Natuurlijk, de veranderingen zijn niet zonder slag of stoot gegaan, er was veel onrust onder verenigingen en instellingen. En ook voor het college, de raad en ambtenaren was het lastig om los te laten. Maar er ontstaan veel initiatieven op terreinen waar vroeger veel geld voor moest worden betaald. ‘En mensen snappen het ook wel dat als je een dorpshuis in een klein dorp open wilt houden, er wat van ze verwacht wordt.’

Dat de uitvoering voor een flink deel op vrijwilligers draait, deert hem niet. Sterker, het is juist deels de bedoeling van de decentralisaties. ‘Mensen in hun eigen kracht zetten, participatie. Daar gaat het juist om bij de kanteling.’ Schoonderwoerd is ervan overtuigd dat de kanteling, de transformatie er alleen komt door radicaal afscheid te nemen van oude werkwijzen. Kijk hoe je gemeente eruitziet, maak duidelijk wat je wilt en laat de rest aan professionals over, is het devies. ‘En bemoei je er dan niet meer mee’, voegt hij toe. ‘Om de participatiemaatschappij te krijgen die nu met de mond beleden wordt, moet je loslaten en vertrouwen hebben in de gemeenschap. Als je er wantrouwend bovenop blijft zitten en alles controleert – wat in negen van de tien gemeenten gebeurt – dan komt die transformatie er niet.’


Nieuwe Maatschappelijke Agenda
De Maatschappelijke Agenda van Kaag en Braassem loopt tot 2016, onlangs zijn de voorbereidingen gestart voor een nieuwe: MAG 2.0. De huidige zes thema’s worden teruggebracht naar drie. Een aantal andere terreinen (economie, volkshuisvesting en maatschappelijk vastgoed) wordt toegevoegd. De werk­wijze en resultaten hebben inmiddels ook andere gemeenten nieuws­gierig gemaakt. Kaag en Braassem mag steeds vaker elders in het land komen vertellen hoe de transities worden aangepakt.


Transitie Kaag en Braassem
* 250.000 euro fte besparing op ‘samenleving’
* Van 400 subsidiesnaar 1
* Minder beleidsmedewerkers
* Geen voorzieningen gesloten
* Aantal individuele Wmo-verstrekkingen van 640 naar 380

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie