Alle kinderen onder één dak
Geen gezeul meer tussen kinderdagverblijf, basisschool, peuterspeelzaal en naschoolse opvang. Kindcentrum De Ontdekking biedt alles onder één dak. De gemeente Den Bosch loopt voorop in het streven naar 'de school van de toekomst'.
Er klinkt tromgeroffel. Overal zijn kinderen een act aan het instuderen. Op de gang oefenen de peuters met het temmen van speelgoed leeuwen, de kleuters doen een goocheltruc en de kinderen van de basisschool zijn druk in de weer met hoepels. Toch zijn we niet op een circusschool. Dit is het jenaplan Kindcentrum De Ontdekking in ‘s-Hertogenbosch. Hier kunnen kinderen van 0 tot 13 jaar terecht in één gebouw. De deuren gaan ’s ochtends om half acht open en pas om half zeven ’s avonds weer dicht. Er is een doorlopend en geïntegreerd programma van kinderopvangopvang, voorschoolse educatie, onderwijs en naschoolse activiteiten.
Alle circusacts zijn straks te zien in één gezamenlijke voorstelling in het eigen theater, het kloppende hart van het kindcentrum, dat 2 jaar geleden haar deuren opende in de wijk Schutskamp. Daarvoor zat de jenaplanschool in een apart gebouw en de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk ook. Van enige samenwerking was geen sprake. De basisschool kreeg bovendien keer op keer slechte rapportcijfers van de Inspectie en het leerlingenaantal liep terug.
Met de nieuwbouw van het Kindcentrum is de negatieve spiraal doorbroken. ‘We hebben een prima beoordeling gehad en we groeien als kool. Dagelijks komen hier 335 kinderen over de vloer. Het concept slaat enorm aan bij ouders en kinderen uit deze wijk. Het mooie, nieuwe gebouw doet de rest’, vertelt Willem Jan van Keulen, directeur van de basisschool en eindverantwoordelijke van het kindcentrum. Alle docenten en leidsters van Kindcentrum De Ontdekking werken vanuit de basisprincipes van Jenaplan.
Voor Esther de Koning, locatiemanager van de kinderopvang, was dat helemaal nieuw. ‘Ik heb me erin moeten verdiepen en de leidsters natuurlijk ook. In het begin was het wel wennen, maar het begint steeds meer vorm te krijgen. Nu zien we onze kleintjes regelmatig samen aan een thema werken met kinderen van de basisschool. Dat zorgt voor een prachtige kruisbestuiving.’
Walhalla
Den Bosch is een voorbeeld van wat de inmiddels afgetreden staatssecretaris Sharon Dijksma (PvdA) voor ogen had met ‘de school van de toekomst’. Dijksma wordt gezien als drijvende kracht achter de integratie van onderwijs, opvang en naschool. Voor ouders en kinderen is het een walhalla. Geen gezeul meer tussen opvang, peuterspeelzaal en basisschool. De kinderen zijn de hele dag op één plek met de vertrouwde leiding en bekende regels. Ouders kunnen met een gerust hart naar hun werk. Dijksma ontleende haar ideaalbeeld aan het ‘Zweedse model’.
Zweden kent een integraal aanbod voor de jeugd, van nul- tot soms wel vijftienjarigen, vaak ondergebracht in één gebouw waarin leraren, pedagogische medewerkers, psychologen en jongerenwerkers op gelijke voet met elkaar samenwerken. In Nederland is die ontwikkeling met de Brede Scholen ook ingezet. Maar Dijksma vond dat nog te vaak ‘bedrijfsverzamelgebouwen’ zonder inhoudelijke samenwerking. Een betere verbinding tussen kinderopvang en onderwijs is dringend gewenst.
Het wetsvoorstel OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) beoogt de voorzieningen voor 0- tot 4-jarigen harmoniseren. Het voorstel treedt waarschijnlijk op 1 augustus dit jaar in werking (zie kader over Wet OKE). Peuterspeelzalen en kinderopvang moeten meer gaan samenwerken en beter aansluiten bij het basisonderwijs. Het liefst samen in één gebouw, net zoals in Kindcentrum De Ontdekking, waar ze landelijk gezien ver vooruit lopen.
Impuls
De Bosche wethouder Bart Eigeman (GroenLinks, Jeugd en Onderwijs) is de motor achter deze voortvarende aanpak. Kort nadat hij in 2001 aantrad als wethouder, ging het peuterspeelzaalwerk in ‘s-Hertogenbosch failliet. ‘Boze ouders en verdrietige leidsters waren het gevolg. Ik besloot dat het peuterspeelzaalwerk een doorstart moest maken. Maar dan stevig verankerd en met een kwalitatieve impuls’, zegt Eigeman.
De wethouder scheef een openbare aanbesteding uit voor het peuterspeelzaalwerk. Daarop reageerde één van de grotere kinderdagverblijven én vier besturen van basisscholen die de aanbesteding gezamenlijk wilden invullen. ‘Ik heb gekozen voor de basisscholen vanuit de gedachte dat je dan kunt werken aan één doorgaande pedagogische lijn.’
Nu, nog geen 10 jaar later, zijn van de in totaal 37 peuterspeelzalen er 34 in een basisschool gevestigd. Dat geldt ook voor 23 van de in totaal 48 kinderdagverblijven in ‘s-Hertogenbosch. En 19 van die kinderdagverblijven werkt in school al samen met een peuterspeelzaal. Bij Kindcentrum De Ontdekking worden sinds dit schooljaar zogenoemde ‘peuterarrangementen’ aangeboden. Gedurende vier dagdelen in de week is er integratie tussen kinderopvang en peuterspeelzaalwerk met als doel: samen bezig zijn met de ontwikkelingsgerichte vaardigheden.
Esther de Koning: ‘In het begin zorgde de samenwerking voor aardig wat spanningen. Er waren over en weer nogal wat vooroordelen. Leidsters van de peuterspeelzaal dachten bijvoorbeeld dat er op de kinderopvang alleen maar luiers worden verschoond en er geen aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van kinderen. Dat is overigens onzin, in ’s-Hertogenbosch krijgen álle leidsters een VVE (Voor en Vroegschoolse Educatie) training. Het is gewoon wennen.’ De peuterarrangementen slaan bij de ouders goed aan. ‘We hebben nu al een wachtlijst’, aldus De Koning.
Het is de bedoeling dat overal in ‘s- Hertogenbosch kinderopvang en peuterspeelzaalwerk samengaan. Eigeman: ‘Toen ik die plannen bekend maakte, viel dat in eerste instantie heel slecht bij de peuterspeelzalen. Ze dachten dat ik alsnog de stekker eruit wilde trekken. Gelukkig heb ik ze ervan kunnen overtuigen dat ik dat helemaal niet van plan ben. Ik verander alleen de organisatiestructuur, maar de pareltjes van het peuterspeelzaalwerk blijven behouden.’
Begin vorig jaar werd de projectgroep Kindcentra 0-13 opgericht. Daarin zitten vertegenwoordigers van kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en primair onderwijs. Deze maand tekenen zij een intentieverklaring waarin ondermeer zal staan dat in 2012 het peuterspeelzaalwerk volledig geïntegreerd is met de kinderopvang (zie kader).
Voordat het zover is, zijn er cao-technisch nog wel een paar hobbels. Peuterspeelzaal leidsters vallen bijvoorbeeld onder de cao welzijn, die van de kinderdagverblijven hebben een eigen cao. ‘Problemen zijn er om op te lossen. Belangrijker is dat we qua visie op één lijn zitten’, zegt Eigeman optimistisch.
Weerbarstig
‘Bij Kindcentrum De Ontdekking was vanaf het begin de gedachte: één gebouw, één team, één missie. Met het individuele en unieke kind als gezamenlijk doel’, vertelt directeur Van Keulen. Een mooie gedachte, maar de dagelijkse praktijk is soms weerbarstig. De Koning: ‘Wie betaalt bijvoorbeeld de schade als een kind van de kinderopvang iets kapot maakt in een klaslokaal van de basisschool? We zitten dan wel samen in een gebouw en hebben een gezamenlijk team, maar de financiële stromen voor opvang en basisschool zijn gescheiden.’
Dé definitieve oplossing voor dit soort problemen, is nog niet gevonden. De Koning: ‘We bekijken het per geval, maar we hebben met elkaar één ding afgesproken: het mag de sfeer op de werkvloer niet beïnvloeden. De leidsters en docenten hoeven het dus niet met elkaar uit te zoeken, het wordt door het management opgepakt.’
Ook bleek het lastiger dan vooraf werd gedacht om gezamenlijke overlegmomenten te vinden. ‘De basisschool is om drie uur uit, de kinderopvang gaat tot half zeven door. Zie dan maar eens een moment voor een vergadering te prikken. Maar met een beetje goede wil en een heleboel doorzettingsvermogen zijn we er toch gekomen.’
Niet in elke gemeente zullen de partijen zo voortvarend aan de slag gaan als in ‘s-Hertogenbosch. Zelfs met de wet OKE in de hand, hebben gemeenten door het marktprincipe in de kinderopvang onvoldoende mogelijkheden om te sturen. Ze kunnen kinderdagverblijven niet dwingen om samen te werken met peuterspeelzalen. Dit bemoeilijkt de regie op samenhangend jeugdbeleid en het dragen van verantwoordelijkheid voor kwaliteit, toegankelijkheid en spreiding van voorzieningen.
Petitie
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vindt het wetsvoorstel niet ver genoeg gaan. Voorafgaand aan de behandeling in de Tweede Kamer bood de VNG de vaste Kamercommissie een petitie aan over de kinderopvang. Ondertekenaars zijn onder anderen de wethouders Jeugdzaken uit ‘s-Hertogenbosch, Hengelo en Zaanstad.
Wethouder Janneke Oude Alink (GroenLinks) van Hengelo zou ‘veel verder’ willen gaan dan het wetsvoorstel van Dijksma. ‘Ik mis in het wetsvoorstel een toekomstperspectief van breed toegankelijke centra voor onderwijs en kinderopvang, met een hoogwaardig pedagogisch aanbod. We moeten nu alle aanbieders van opvang en onderwijs op basis van commitment op deze lijn krijgen. Dat is te vrijblijvend.’
De ondertekenaars waarschuwen voor een tweedeling tussen kinderen van werkende en vaak hoger opgeleide ouders die voor kinderopvang kiezen, en kinderen van lager opgeleide en vaker allochtone ouders die naar de peuterspeelzaal gaan. Sinds de invoering van de Wet kinderopvang in 2005, krijgen ouders voor kinderopvang een vergoeding van het Rijk. Die vergoeding is er niet voor ouders die hun kind naar de peuterspeelzaal brengen. Ouders uit de laagste inkomensgroep betalen voor vier dagdelen peuterspeelzaal 250 euro per maand. Voor vier dagen kinderopvang betalen ze maar 105 euro. ‘Als er niet snel wordt ingegrepen, lopen de peuterspeelzalen allemaal leeg’, vreest Ton Biesta van het Landelijk Platform Peuterspeelzalen.
Kindcentra 0-13
In ’s-Hertogenbosch wordt de komende jaren de integratie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk gerealiseerd. Alle kinderen van 0 tot 13 jaar kunnen straks terecht in een kindcentrum. Daar wordt dan geen onderscheid gemaakt tussen peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. In 2012 moet het gesubsidieerde peuterspeelzaalwerk volledig integreren met de kinderopvang in de kindcentra, waardoor de Stichting Peuterspeelzalen (SPH) geen subsidie meer ontvangt. Het peuterspeelzaalwerk krijgt in deze geïntegreerde voorziening een andere inbedding. Door deelname aan ‘peuterarrangementen’ (0-4 jaar) komen kinderen met problemen eerder in beeld en is een vroegtijdige aanpak mogelijk.
Wet OKE in het kort
Het wetsvoorstel OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) is op 12 januari 2010 in de Tweede Kamer besproken en ligt ter goedkeuring bij de Eerste Kamer, waar het voorstel hoogstwaarschijnlijk op brede steun kan rekenen. De nieuwe wet gaat dan in per 1 augustus 2010 en betekent een wijziging van drie bestaande wetten: de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht en de Wet op het primair onderwijs.
Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen zijn nu gescheiden voorzieningen met elk een eigen wettelijk kader en financieringsstromen. Kinderdagverblijven zijn er vooral voor kinderen van werkende ouders, die voor de kosten een toeslag kunnen krijgen van het Rijk. Peuterspeelzalen zijn er in principe voor alle kinderen, maar in de praktijk maken vooral ouders zonder baan er gebruik van. Die tweedeling wordt versterkt doordat voorschoolse educatie vooral op peuterspeelzalen en in veel mindere mate op kinderdagverblijven wordt aangeboden.
Een complicerende factor is dat de kinderopvang een enorme groei heeft doorgemaakt, terwijl het aantal kinderen op peuterspeelzalen terugloopt. Dit vraagt om maatregelen van gemeenten. Het wetsvoorstel OKE biedt hiervoor een kader. Peuterspeelzalen worden op één lijn gebracht met kinderopvang. De financiële toegankelijkheid van de peuterspeelzalen wordt gegarandeerd.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.