Advertentie
sociaal / Achtergrond

Groeiende wachtlijst huishoudelijke hulp

UIt onderzoek van Binnenlands Bestuur blijkt dat het Wmo-abonnementstarief voor veel gemeenten dramatisch uitpakt.

20 december 2022
Een vrouw strijkt. Op de achtergrond zit een oudere dame.
Shutterstock

Het Wmo-abonnementstarief pakt voor veel gemeenten dramatisch uit, zo blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur. En ze hebben er sinds kort een probleem bij: wachtlijsten door personeelsgebrek bij de zorgaanbieders – daar staan ook kwetsbare inwoners op.

Senior beleidsadviseurs

Gemeente Alphen aan den Rijn
Senior beleidsadviseurs

Electronics Engineer ADAS: Drive Innovation in Advanced Driver-Assistance Systems at our client

Yacht
Electronics Engineer ADAS: Drive Innovation in Advanced Driver-Assistance Systems at our client

Het voorkomen van een stapeling van eigen bijdragen bij burgers die veel zorg nodig hebben was een van de belangrijkste doelen van de invoering in 2019 van het abonnementstarief voor Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Sindsdien doen vooral veel meer Nederlanders een beroep op de huishoudelijk hulp via de gemeente. Het eerste jaar, 2019, steeg dat aantal meteen met 12,7 procent, zo blijkt uit de Monitor van het Wmo-abonnementstarief van onderzoeksbureau Significant.

Onder mensen met een middeninkomen en een inkomen van minimaal 100.000 euro was de stijging dat jaar zelfs 80 procent. Welgestelden zegden hun particuliere poetshulp vaarwel en klopten aan bij de gemeente. Kosten: maximaal 19 euro per maand, net als voor iedere andere burger. De term ‘schoonmaaksubsidie voor de rijken’ was geboren.

De 41 grootste gemeenten denken unaniem dat sinds de invoering van het abonnementstarief meer mensen gebruikmaken van de huishoudelijke hulp via de Wmo die dat eigenlijk prima zelf kunnen betalen, zo blijkt uit een enquête van Binnenlands Bestuur. Intussen leggen steeds meer gemeenten er fors op toe en dreigt de voorziening onbereikbaar te worden voor kwetsbare inwoners. Een wetswijziging, op dit moment in consultatie, moet het voor gemeenten mogelijk maken om vanaf 2025 weer een inkomensafhankelijke bijdrage te vragen voor huishoudelijke hulp. Daar wordt reikhalzend naar uitgekeken.

Wachttijd

Bijna 80 procent van de grote gemeenten heeft op dit moment een wachtlijst, zo blijkt uit de enquête, variërend van 3 maanden (28 procent) tot 4 tot 6 maanden (22 procent). Bij 5 procent is de lijst zelfs langer dan een half jaar.

Zoals verwacht, wijten de meeste gemeenten (84 procent) de wachtlijst aan het abonnementstarief. Maar volgens ruim negen op de tien gemeenten is er nóg een belangrijke oorzaak, en in sommige gemeenten is dat zelfs de enige oorzaak: personeelstekort, vooral bij de zorgaanbieders [zie het artikel op pagina 40].

Amstelveen kent een wachtlijst van 4 tot 6 maanden nadat die lijst tijdens de coronacrisis eerder dit jaar vrijwel was opgelost. ‘Dat dit zo’n vaart zou lopen, hadden wij niet verwacht’, zegt woordvoerder Ton Smith. In Nijmegen duurt het tussen de 2 en de 4 maanden voordat een inwoner een indicatie heeft voor huishoudelijk hulp. Hoe lang inwoners daarna nog moeten wachten totdat een hulp daadwerkelijk voor de deur staat, weet de gemeente niet. ‘Dat houden wij zelf niet precies bij’, zegt beleidsmede werker Ilse Stoekenbroek.

Tabel pagina 34

Aanbieders van huishoudelijke hulp in de gemeente Nijmegen starten binnen twee weken – zo luidt de afspraak met de gemeente. ‘Sinds afgelopen zomer redden ze dat echter niet meer altijd’, zegt Stoekenbroek. ‘Ze geven bewoners met een indicatie nu wel in elk geval binnen twee weken een inschatting van de wachttijd.’

Deventer heeft – net als de G40-gemeenten Helmond, Hengelo, Leeuwarden en Sittard- Geleen – geen wachtlijst, ondanks een forse toename van het aantal aanvragen van 2.513 in 2018 tot 3.506 in 2021. ‘Maar het evenwicht is ook bij ons fragiel’, zegt Marita Kamphuis. ‘Als een huishoudelijke hulp ziek wordt, dan kan het voorkomen dat er even niemand komt. Voorheen nam een collega het dan over, maar door die personeelskrapte lukt dit steeds minder makkelijk. Soms trekt een inwoner aan de bel dat er al een paar weken geen hulp komt. Dan heeft een aanbieder even echt niemand beschikbaar.’

Vooral dankzij een coördinator gaat het volgens Kamphuis nog redelijk. Die houdt de capaciteit bij en weet wie er echt snel hulp nodig heeft. Actuele informatie over de beschikbaarheid van huishoudelijke hulpen krijgt zij via een gedeeld Excel-bestand van de aanbieders.

Poetshulp

Ook in Haarlemmermeer, waar het aantal aanvragen ook fors toenam – van 362 in 2018 tot 1.078 in 2021 – delen aanbieders actuele informatie. Hier kleuren gebieden op een digitale kaart rood, groen of oranje, afhankelijk van de beschikbaarheid van poetshulpen. ‘Onze casemanagers waren op een gegeven moment dagenlang aan het bellen om voor een inwoner een huishoudelijke hulp te vinden’, zegt beleidsmedewerker en ‘accounthouder’ voor zorgaanbieders Femke van Meeteren. ‘Nu gaat dat beter.’ Inwoners van Haarlemmermeer die in staat zijn om zelf op de particuliere markt te zoeken, krijgen van de gemeente geld om een eigen hulp te betalen.

Nijmegen vraagt zich af waar de gemeente de komende jaren de mensen vandaan moet halen om te kunnen blijven voldoen aan de vraag naar poetshulpen. De toename was ook hier tot nu toe groot: van 3.086 in 2019 tot 5.348 in 2021. Gezien de vergrijzing verwacht de gemeente geen daling. ‘Het voorspelmodel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten laat tot 2026 een toename zien van 41 procent in de vraag naar Wmo-huishoudelijke hulp’, zegt Stoekenbroek.

Soms vragen inwoners waarom ze eigenlijk niks betalen; die snappen het zelf niet

Oss – 912 aanvragen in 2018 en 1.115 in 2021 – gaat de huishoudelijk hulp anders organiseren. ‘Op deze manier wordt de situatie onhoudbaar’, zegt beleidsmedewerker Joke de Wit. ‘Tijdens vakantieperioden was het vaak al moeilijk, werd er zorg geschrapt, maar meestal loste dit probleem zich daarna vanzelf weer op. Sinds 2021 is dit niet langer het geval en wordt de wachtlijst almaar langer.’

Net als veel andere gemeenten wil Oss ervoor gaan zorgen dat inwoners hun huishouden zo lang mogelijk zelf kunnen bestieren, bijvoorbeeld via het ouderenprogramma Powerful Ageing. Ook komen er lichtere vormen van ondersteuning. ‘De maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp blijft alleen bestaan voor de mensen die echt niet veel meer zelf kunnen doen’, zegt De Wit. De gemeente Deventer ‘overweegt te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn’ om bijstandsgerechtigden, statushouders en medewerkers van leer-werkbedrijven in te zetten voor de huishoudelijke ondersteuning. ‘Maar dat doen we alleen als dat past in hun arbeidsperspectief’, zegt Kamphuis.

Moreel appel

Een huishoudelijke hulp let ook op of hulpbehoevende inwoners het verder nog wel zelf redden. Bijna 40 procent van de onderzochte gemeenten denkt dat er op hun wachtlijst ook kwetsbare inwoners staan. Desgevraagd geven veel gemeenten aan dat zij kwetsbare inwoners wel zo veel mogelijk voorrang proberen te geven.

Er zijn bijna geen gemeenten meer die toch een inkomensafhankelijke bijdrage vragen, uit angst om – net als bijvoorbeeld Goes – te worden teruggefloten door de rechter. Maar de helft voert wel een ontmoedigingsbeleid, zo blijkt uit de enquête. Daarbij doen ze steeds vaker een moreel appel op inwoners met hogere inkomens om af te zien van de aanvraag. Ze leggen bijvoorbeeld uit dat kwetsbare inwoners zonder veel geld anders nóg langer moeten wachten. De standaardvraag van menig Wmo-consulent luidt: hoe regelde u het tot nu toe? Het antwoord “Ik had een particuliere hulp” is het startsein voor een moreel appel. En hoewel dat eigenlijk niet mag, valt daarbij steeds vaker het woord ‘financiële zelfredzaamheid’.

Tabel pagina 35

‘Uiteindelijk gaat het om een open gesprek, meer kun je niet doen’, zegt beleidsmedewerker Femke van Meeteren van Haarlemmermeer. ‘We weten helaas niet hoeveel meldingen dankzij dat gesprek uiteindelijk niet tot een aanvraag leiden.’ Soms werkt een moreel appel. Meestal is het resultaat echter teleurstellend [zie kader]. ‘Er zijn ook altijd inwoners die zeggen: ik heb hier gewoon recht op, dit is de wet. Punt’, zegt bijvoorbeeld De Wit van de gemeente Oss.

Doordat ook particuliere poetshulpen op dit moment schaars zijn, melden sommige inwoners zich ongewild bij het Wmo-loket. ‘Soms helpen we ze dan om toch een particuliere hulp te vinden’, zegt Kamphuis van de gemeente Deventer. ‘Voor sommige inwoners is dat ook fijner, dan hebben ze niet te maken met een grote organisatie en kunnen ze zelf de hulp aansturen.’

Tekort

Huishoudelijke hulp kost gemeenten gemiddeld meer geld dan ze ter compensatie ontvangen van het rijk, zo bleek onlangs uit de Monitor van het Wmo-abonnementstarief. In de Binnenlands Bestuur- enquête geeft de helft van de grote gemeenten aan dat de rijksbijdrage onvoldoende is.

‘De verwachting is dat de kosten in Haarlemmermeer ook komend jaar nog blijven stijgen’, zegt Van Meeteren. ‘Daardoor zal het steeds lastiger worden om dit op te vangen en zal er op andere voorzieningen voor inwoners bezuinigd moeten worden.’

Nijmegen verwachtte dit jaar een tekort op de huishoudelijk hulp, maar dat valt tot nu toe mee. ‘Dit heeft waarschijnlijk te maken met de wachttijd bij onze Wmo-consulenten en het personeelstekort bij de aanbieders’, zegt Stoekenbroek. ‘Stel dat zij onbeperkt zouden kunnen leveren, dan hadden we waarschijnlijk al meer uitgegeven.’ En stel dat iedere inwoner van de gemeente Nijmegen die daar recht op heeft in 2023 ook daadwerkelijk huishoudelijke hulp krijgt, dan gaat de gemeente volgens Stoekenbroek ‘fors de min in’.

Op deze manier wordt de situatie onhoudbaar

Perverse prikkels

Ondanks dat gemeenteraden zich er nog over moeten buigen, weet bijna de helft van de grote gemeenten nu al zeker dat die inkomensafhankelijke bijdrage er bij hen in 2025 komt. ‘Oss is in blijde verwachting van de aanpassing van het abonnementstarief’, zegt De Wit.

In Deventer hangen ze de vlag nog niet uit. ‘Mensen gaan maximaal 255 euro per maand betalen. Dat lijkt een onvoldoende financiële prikkel voor een inwoner met een hoger inkomen om te zeggen: ik ga het zelf regelen’, zegt accountmanager Marita Kamphuis. ‘De kosten die gemeenten maken, overstijgen dan nog altijd de inkomsten vanuit de eigen bijdrage.’

Ook zitten er volgens Kamphuis nog perverse prikkels in de wet. ‘Wij vinden het bijvoorbeeld zeer vreemd dat echtparen die nog niet met pensioen zijn, nul euro bijdragen. Soms vragen inwoners “Waarom betaal ik eigenlijk niks?” Die snappen het zelf niet.’

Oss is in blijde verwachting van de aanpassing van het abonnementstarief

‘Mensen willen geen malle pietje zijn’

Waarom werkt het moreel appel dat veel gemeenten op rijkere inwoners doen om zélf hun huishoudelijke hulp te betalen vaak niet? ‘Het gaat hier duidelijk om een sociaal dilemma’, zegt Frenk van Harreveld, hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Wij kunnen met elkaar denken dat het beter is als deze groep geen beroep doet op de goedkope huishoudelijke hulp via de gemeente. Maar voor de individuele inwoner met een hoger inkomen levert het de meeste winst op als hij dat wel doet.

Bovendien zijn mensen vaak bang om Malle Pietje te zijn, de enige die zijn gedrag aanpast voor het collectief.’ Het is volgens hem moeilijk om iets op te geven voor mensen met wie je verder geen contact hebt en met wie je jezelf niet identificeert. ‘Anonimiteit leidt vaak tot egoïstisch gedrag. Het zou helpen als mensen elkaar kennen en van elkaar weten wie huishoudelijke hulp krijgt, bijvoorbeeld in een kleine gemeente. Op dat moment ontstaat er ook sociale controle, dan zien mensen bijvoorbeeld dat iemand een dikke auto voor de deur heeft staan, maar ook gebruikmaakt van de goedkope huishoudelijke hulp.’

Tabel pagina 37

‘We zijn er nog niet’

Hugo van der Wal schreef als VWS-medewerker mee aan de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Als wethouder van Krimpen aan den IJssel verzet hij zich fel tegen een aanpassing in diezelfde wet: de invoering in 2019 van het abonnementstarief. Gesteund door zijn gemeenteraad voerde hij in 2020 een inkomenstoets in nadat de kosten voor huishoudelijke hulp uit de hand liepen en de toeloop volgens hem ten koste ging van de doelgroep die deze hulp echt nodig heeft. Ook sommige andere gemeenten deden dit, zoals Leusden en Goes.

‘Ik ben door VWS op het matje geroepen, er is gedreigd met interbestuurlijk toezicht, met vernietiging van onze verordening, maar tot op de dag van vandaag houd ik vol’, zegt Van der Wal strijdbaar. ‘Het ministerie laat ons inmiddels onze gang gaan en gaat er naar eigen zeggen van uit dat wij op een dag door een rechter zullen worden teruggefloten.’

Tot nu toe er volgens Van der Wal één keer bezwaar gemaakt tegen de afwijzing vanwege het inkomen. ‘Middels een goed onderbouwd advies heeft onze onafhankelijke bezwaarcommisie geadviseerd dit bezwaar ongegrond te verklaren’, zegt de wethouder. ‘Tegen onze verwachtingen in is de bezwaarde tegen dit besluit niet in beroep gegaan.’

Krimpen aan den IJssel ziet een hoger inkomen als financiële redzaamheid en handelt daar ook naar. De inkomensgrens ligt wel relatief hoog – 200 procent van het bruto wettelijk minimumloon voor niet-AOW-gerechtigden en 150 procent voor AOW-gerechtigden. Iemands vermogen blijft buiten beschouwing, anders dan in het vorig jaar door de rechter teruggefloten Goes.

‘Als iemands geld in stenen zit, kun je niet verlangen dat hij zijn huis te koop zet en van de opbrengst huishoudelijke hulp gaat bekostigen’, zegt Van der Wal. ‘Daarnaast hanteren wij de inkomensgrenzen niet als een absoluut afwijzingscriterium. We nemen het inkomen mee in de totale afweging of iemand wel of geen huishoudelijke hulp krijgt. Ook als iemand boven de inkomensgrens zit maar bijvoorbeeld geen regie meer over zijn leven heeft, kennen wij huishoudelijke hulp toe. Het blijft altijd maatwerk.’

Volgens Van der Wal worden de Wmo en de Wet langdurige zorg (Wlz) door het rijk niet gelijkwaardig behandeld. ‘Deze wetten zijn gelijktijdig geschreven, onder stoom en kokend water. Je ziet dat inmiddels diverse weeffouten in de Wlz zijn hersteld. Kennelijk omdat die rechtstreeks worden gevoeld door het rijk. Maar de Wmo is vrijwel ongewijzigd gebleven, en met de snelle invoering van het abonnementstarief, nota bene na negatief advies van de Raad van State, werd er een nieuwe weeffout gecreëerd. Daar hebben wij als gemeenten last van. Dus toen ik in juni 2020 wethouder werd, beloofde ik onmiddellijk om hier werk van te gaan maken.

Het wetsvoorstel om per 2025 weer een inkomensafhankelijke bijdrage te gaan vragen voorhuishoudelijk hulp noemt de wethouder ‘een stap in de goede richting’. Van der Wal: ‘Maar we zijn er nog niet. Ik hoop dat in het kader van de wetsbehandeling ook een fundamenteel debat wordt gevoerd over de beleidsruimte en -vrijheden van gemeenten in het sociaal domein. Ik draag daar graag mijn steentje aan bij.’

Tabel pagina 39

Over dit onderzoek

Binnenlands Bestuur stuurde de 41 grootste gemeenten via de e-mail een enquête over de gevolgen van de invoering van het Wmo-abonnementstarief. In totaal vulden 32 gemeenten die in, waarvan vijf gemeenten op een later moment zijn geïnterviewd.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
Het is voor de burgers/cliënten noodzakelijk om de financiële gevolgen van de dwingende noodzaak om gebruik te maken van de WMO (o.a. huishoudelijke hulp) en de Wlz beter op elkaar af te stemmen. Daarbij dient in ogenschouw te worden genomen dat de thuiszorg voor ouderen door de politiek o.a. is gecreëerd vanwege bezuinigingen en de daaraan gekoppelde transitie van de bejaardentehuizen richting verpleegtehuizen.
Advertentie