Meer ondersteuning voor kinderen in armoede
Drie op de tien gemeenten hebben inmiddels een Kindpakket, blijkt uit een meting onder 80 gemeenten.
Bijna de helft van de gemeenten heeft de inkomensgrens voor ondersteuning van kinderen in armoede verruimd. De grens ligt meestal op 120 procent van het sociaal minimum. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken naar de ervaringen van gemeenten met Kindpakketten.
Kinderombudsman
Gemeenten zijn daarmee ‘guller’ dan het rijk. Tot eind 2014 gold er een landelijke inkomensgrens van 110% van het sociaal minimum. Veel gemeenten trekken deze grens dus op. Naast het vergroten van de doelgroep voor ondersteuning doen gemeenten er meer aan deze doelgroep te bereiken. Ze geven daarmee gehoor aan de oproep van de Kinderombudsman om meer in te zetten op hulp die direct ten goede komt aan kinderen. De Kinderombudsman adviseerde in 2013 gemeenten om een Kindpakket samen te stellen met daarin tegoedbonnen, mogelijkheden om te sporten, aan culturele activiteiten deel te nemen en bijvoorbeeld een budget voor winterkleding of schoolspullen. Staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA, Sociale Zaken) nam dat advies over.
Zes op de tien
Bijna drie jaar later, lijken gemeenten de handschoen opgepakt te hebben. Drie op de tien gemeenten hebben inmiddels een Kindpakket, blijkt uit een meting onder 80 gemeenten. Zes op de tien gemeenten hebben een bundeling van allerlei kindvoorzieningen, wat ook als een soort Kindpakket gezien kan worden. In tien procent van de gemeenten is er geen pakket of bundeling maar zijn er allerlei losse voorzieningen voor kinderen.
Sport en cultuur
De meeste gemeenten zetten in op voorzieningen die de maatschappelijke participatie bevorderen. Ook maatregelen die ervoor zorgen dat kinderen op school mee kunnen doen, worden vaak gesteund. Het gaat vaak om culturele activiteiten en sportactiviteiten, leermiddelen en fietsregelingen die vergoed worden of waar kinderen op een andere manier gebruik van kunnen maken. Gemeenten werken hierbij vaak samen met het Jeugdsportfonds, het Jeugdcultuurfonds en de Stichting Leergeld.
Extra budget
Het kabinet heeft vanaf 2015 jaarlijks 90 miljoen extra uitgetrokken voor armoede- en schuldenbeleid. Dit geld is niet geoormerkt, maar Klijnsma adviseerde gemeenten wel om bij het inzetten van deze middelen extra te letten op armoede onder kinderen. Dat hebben ze gedaan, blijkt. 93 procent van de gemeenten heeft het extra budget deels ingezet om de kindpakketten te financieren.
Samenwerken
Staatssecretaris Klijnsma is ‘verheugd’ over de manier waarop gemeenten de handschoen hebben opgepakt. In een brief aan de Kamer die Klijnsma stuurde, adviseert ze gemeenten nog sterker in te zetten op het bereiken van kinderen. Een deel van de kinderen die in armoede opgroeien, is nog steeds niet in beeld bij gemeenten. ‘Om dit te verbeteren zoeken gemeenten in toenemende mate samenwerking met maatschappelijke partners en de sociale wijkteams’, aldus Klijnsma. Ook wil ze dat kinderen meer betrokken worden bij het beleid.
12 procent
Bijna twaalf procent van de kinderen van nul tot 17 jaar in Nederland groeit op in armoede. Daaronder wordt verstaan dat ouders niet voldoende kunnen voorzien in basisbehoeften als kleding en voedsel. Ook is volledig meedoen in de maatschappij niet vanzelfsprekend. Deze kinderen kunnen bijvoorbeeld niet mee op schoolreisje of kunnen niet meedoen met sport- of culturele activiteiten wat een negatieve invloed op hun ontwikkeling heeft en de kansen verkleint om op latere leeftijd goed te participeren in de maatschappij.
Zelf zich verrijken met een goed salaris en mensen die niet zo veel hersens hebben laten verarmoeden.