Advertentie
sociaal / Achtergrond

‘Aanmoedigen, niet afremmen’

Het is onacceptabel dat mensen die gaan werken vanuit een uitkering er in inkomen op achteruit gaan doordat ze gemeentelijke toeslagen en voordeeltjes mislopen. Zo staat het in het regeerakkoord en dus gaat staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Paul de Krom (VVD) de vrijheid van gemeenten inperken.

26 februari 2011

Gemeenten vinden ondersteuning voor de minima bittere noodzaak, u hebt het over voordeeltjes.

 

‘Ik heb het over gemeentelijke inkomensregelingen die tot gevolg kunnen hebben dat werken niet of onvoldoende loont. Dat staat de doelstelling van het kabinet, iedereen die kan werken werkt, in de weg. We kunnen het ons niet langer veroorloven om mensen onnodig langs de kant te laten staan. Dat is niet alleen sociaal onaanvaardbaar, maar ook economisch onwenselijk en financieel onhoudbaar. Steeds minder werkenden zullen de centen moeten verdienen voor steeds meer mensen die een beroep doen op onze sociale zekerheid. Dat betekent dat we meer zullen moeten doen met minder geld. Maar het betekent óók nieuwe kansen. We hebben straks gewoon iedereen nodig om de vacatures te vullen.’ 

 

U vindt dat gemeenten de armoedeval bevorderen. Wat doen ze fout?

 

‘Het is geen kwestie van goed of fout. Het gaat erom waarvoor je kiest. Werk gaat wat mij betreft boven een uitkering. Ik begrijp heel goed dat je een kind dat niet op schoolreis kan of een gezin dat zich geen koelkast kan veroorloven, wilt helpen. Maar we moeten mensen niet ontslaan van hun eigen verantwoordelijkheid. Door niets meer van hen te verwachten, schrijf je ze af en neem je ze niet serieus. Van mensen die kunnen, mag je verwachten dat ze hun verantwoordelijkheid nemen en hun eigen broek ophouden. Bovendien biedt werk het beste perspectief om duurzaam uit armoede te komen.’

 

Is de armoedeval echt een reden voor mensen om niet te gaan werken?  Voorzitter Paas van Divosa zegt dat mensen in de bijstand blijven zolang er niet één goede regeling is voor de onderkant van de samenleving.

 

‘De armoedeval is inderdaad niet altijd de reden waarom mensen niet werken. Problemen met de gezondheid of de thuissituatie kunnen ook een rol spelen. Maar zelfs als werken niet loont, dan nog vind ik principieel dat mensen die kunnen werken niet in een uitkering thuishoren. Ik hecht aan een goed sociaal vangnet, maar ik wil dat reserveren voor degenen die het écht nodig hebben. Overigens ben ik het met Paas eens dat er een regeling moet komen die iedereen met een (beperkt) arbeidsvermogen zoveel mogelijk prikkelt om te gaan werken. Dat is de reden waarom wij bezig zijn met de Wet werken naar vermogen.’

 

Maken gemeenten en in dat verlengde voedselbanken bijstandsgerechtigden lui en afhankelijk?

 

‘Het is een karikatuur om te zeggen dat iedereen in de bijstand achterover leunt. Ik ben ervan overtuigd dat velen graag willen. Maar dan moeten we ook een systeem hebben dat hen aanmoedigt en niet afremt. De bijstand is bedoeld als een laatste vangnet voor mensen die het zelf (even) niet redden. Het is ongewenst als gemeenten te veel bijplussen waardoor werken onaantrekkelijk wordt. Voedselbanken zijn particuliere initiatieven en die juich ik toe.’

 

U gaat de inkomensgrens van het gemeentelijke armoedebeleid normeren. De grens voor gemeentelijk armoedebeleid wordt gesteld op 110 procent van het sociaal minimum?

 

‘Het voorstel wordt nu uitgewerkt en gaat binnenkort naar de ministerraad. Daar kan ik niet op vooruit lopen.’

 

Wethouders zingen in koor: het gaat helemaal niet om de ‘prikkel’ maar om de centen.

 

‘Maar dan wel een gemengd koor. Ik hoor ook andere geluiden van wethouders. Sociale Zaken heeft in het verleden succesvolle veranderingen doorgevoerd op weg naar een meer activerend stelsel van sociale zekerheid. Die gingen ook gepaard met weerstand, maar uiteindelijk daalde de instroom spectaculair en steeg de uitstroom naar werk. Maar ik wind er geen doekjes om dat we het met minder geld moeten doen. Als een ministerie dat een kwart van de totale rijksbegroting uitgeeft, wordt gevraagd zijn steentje bij te dragen, vind ik dat volstrekt logisch. Overigens, om het even in het juiste perspectief te plaatsen: als wij niet zouden ingrijpen stijgen de uitgaven van dit ministerie van 69 miljard euro nu naar 77 miljard in 2015. Wij brengen dit terug naar 76. Dat is dus minder meer.’

 

Wethouder Schrijer in Rotterdam zegt: ‘We krijgen minder budget en geen vrijheid. Als het zo moet, kan het Rijk het beter zelf uitvoeren.’

 

‘Wethouder Schrijer heeft gelijk dat er minder budget beschikbaar is. Maar er zijn mogelijkheden genoeg om het beter te organiseren waardoor het geld veel effectiever kan worden ingezet. Er zullen wel scherpere keuzes moeten worden gemaakt. Gemeenten blijven vrij om eigen armoedebeleid en schuldhulpverlening te ontwikkelen en de middelen naar eigen inzicht te besteden. Bovendien is het de bedoeling gemeenten méér flexibiliteit te geven bij het inzetten van reïntegratiemiddelen door de huidige schotten tussen de budgetten weg te halen.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie