Aandacht voor alfabetisering moet altijd
Het is de ‘Week van de Alfabetisering’. Op initiatief van de Stichting Lezen & Schrijven worden verspreid over het land bijna 6000 activiteiten georganiseerd, van voorlezen voor kinderen op de BSO tot wetenschappelijke lezingen over taalonderwijs. Al deze aandacht juich ik van harte toe, maar ook buiten deze actieweek moet er aandacht zijn voor lezen en schrijven. Bijvoorbeeld onder de klanten van UWV en gemeenten.
Als ongetwijfeld goed opgeleide lezer van deze tekst is lezen en schijven voor u een vanzelfsprekendheid. Toch heeft een op de negen Nederlanders moeite hiermee. Allemaal mensen die door laaggeletterdheid niet in staat zijn om bepaalde taken te vervullen die nodig zijn in het dagelijks leven. En – anders dan wellicht wordt gedacht - 70 procent hiervan is Nederlandstalig opgevoed.
De NPO-documentaire ‘Verlegen om woorden’, die tijdens de actieweek werd uitgezonden, geeft een goed beeld van deze groep. Op het oog gewone burgers, met een baan, familie en vrienden die prima kunnen functioneren in de maatschappij. Tot het moment dat er iets ingrijpends verandert en zij worden geconfronteerd met hun ‘beperking’. Zo’n moment is bijvoorbeeld als zij onverhoopt zijn aangewezen op hulp van instanties zoals UWV of hun gemeente.
In de documentaire komt Edwin in beeld, die 42 jaar als machinebankwerker bij een constructiebedrijf heeft gewerkt. Al die jaren wist hij ondanks zijn laaggeletterdheid feilloos om te gaan met verschillende metaalbewerkingsmachines. Totdat het bedrijf waar hij werkte vorig jaar failliet ging en Edwin op zoek moest naar een nieuwe baan. Eenmaal aangewezen op een uitkering, wordt hij geconfronteerd met de hele andere eisen waaraan hij moet voldoen. Formulieren, regelingen en internetsites… Je ziet de angst en onzekerheid bij deze ervaren vakman.
Wat ook duidelijk naar voren komt in de documentaire is hoe de mensen hun laaggeletterdheid weten te verdoezelen, bijvoorbeeld door smoesjes, als dat zij “de leesbril zijn vergeten” of “het later thuis wel lezen”. Schaamte maakt dat zij er niet snel voor uitkomen. Het is daarom belangrijk voor instanties om taalachterstanden bij klanten snel te herkennen en daar adequaat op te handelen. UWV zet daarom steeds vaker instrumenten in zoals de taalmeter, waarmee snel een taalachterstand wordt herkend. Vrijwilligers bieden vervolgens hulp met passende trainingen.
Het beroep op taalvaardigheid zal in de toekomst alleen maar groter worden, doordat er steeds meer administratieve handelingen worden gevraagd. Ook een automonteur moet een werklijst invullen en een magazijnmedewerker een orderlijst. Een hulp in de zorg moet een zorgplan kunnen lezen en een schoonmaker een rooster. In elke gemeente zijn mensen die slecht kunnen lezen en schrijven. Zij verdienen dat er blijvend aandacht is voor alfabetisering.
Bruno Bruins
Meer columns van Bruno Bruins leest u hier.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.