Terugblik op 10 jaar sociaal domein
In een ingezonden brief reageert Raf Daenen op de terugblik op het sociaal domein door Yolanda de Koster.
Voor Binnenlands Bestuur ging vertrekkend redacteur Yolanda de Koster met drie experts in gesprek over wat de decentralisaties hebben opgeleverd (BB04). Iedereen blijkt het eens te zijn met het hoofduitgangspunt van de decentralisatie, dat het de gemeenschap is die een kind gezond laat opgroeien.
De kritiek richt zich vooral op de snelle invoering en de mate van bezuiniging waarmee de decentralisaties gepaard gaan. Geconstateerd wordt dat de afschaling van de zorg in de praktijk niet werkt; er is een explosie van hulpverlening bij de lichtere vormen van zorg, maar daar tegenover staat verschraling van de complexe en langdurige zorg. Denk aan de behandeling van zware depressie, ernstige verslaving, anorexia, autisme en dergelijke. De noodzaak om bij complexe zorg regionaal samen te werken vereist een gedegen voorbereiding en kan weerstand oproepen.
Ik verkeerde indertijd als verantwoordelijke bestuurder bij de invoering van de decentralisaties in de gelukkige omstandigheid dat er in de gemeente Oirschot voor de eerste drie jaar een extra invoeringsbudget van een miljoen euro per jaar beschikbaar kwam om de decentralisaties goed te laten landen. Daardoor waren we in staat om te zorgen dat belangrijke uitgangspunten van de decentralisaties, namelijk niemand raakt tussen wal en schip en er wordt geïnvesteerd in de kracht van de gemeenschap, goed uit te werken en vorm te geven. Dit gebeurde in goede samenwerking van gemeente, lokaal loket, huisartsen, verenigingen en scholen.
Het is echter misgegaan bij de regionale aanbesteding van de zorg omdat hier het liberale marktmechanisme werd ingezet. Dit opende de weg voor zorgcowboys, die op een handige manier de vraag naar zorg zijn gaan beïnvloeden. Iedere kleine oneffenheid in gedrag werd gesignaleerd en moest worden aangepakt. De complexe zorg is het kind van de rekening geworden. Zo zijn er in de regio Eindhoven meer dan honderd zorgaanbieders, maar de complexe zorg voor anorexia is uit de regio weggehaald.
Bij de invoering van de decentralisaties was er bij veel gemeenten het gevoel van idealisme, ons lukt het wel, wij kunnen goed voor onze inwoners zorgen. Maar de regionale solidariteit die vooral voor de complexe zorg vereist is bleef achterwege. Er is in beperkte mate geleerd van de invoering van de decentralisaties. Meestal gaat de evaluatie niet verder dan een calamiteitenscreening door een noodlijdende GGD of een onderzoeksbureau.
Alles wel beschouwd vind ik het nog te voorbarig om nu aan te komen met een nieuw landelijk instituut dat verantwoordelijk wordt gesteld voor de organisatie van de complexe zorg. Eerst moet er maar eens een grondige evaluatie komen van wat wel en niet werkt bij het invoeren van gemeenschapsgerichte jeugd- en WMO-zorg. Voor dit moment wil ik garanties dat niemand tussen de wal en het schip valt en dat de zorgcowboys worden geweerd, zodat er een gezonde zorgstructuur blijft bestaan. Eén ding weet ik zeker met marktwerking bouw je niet aan gemeenschapszin maar creëer je extra individualistische vraag.
Raf Daenen, oud- wethouder en docent maatschappelijke ontwikkeling
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.