Zonnedaken verplicht voor grote gebouwen
In zijn 'Zonnebrief' kondigt de minister plannen aan voor zon-pv: verplicht op grote daken en op land alleen bij meervoudig ruimtegebruik.

Het kabinet wil vaart maken met de groei van zonne-energie. Het mikt op een verplichting vanaf 2025 voor zonnecellen (zon-pv) op utiliteitsgebouwen die een dak hebben van minstens 250 vierkant meter. Voor kleinere daken en voor woningbouw onderzoekt het kabinet de mogelijkheden nog. Dat schrijft minister Rob Jetten (D66) voor Energie en Klimaat in zijn 'Zonnebrief' aan de Tweede Kamer.
Economisch haalbaar
De verplichting voor daken vanaf 250 vierkant meter moet gelden voor 'het volledige dak'. Maar alleen, aldus Jetten 'als dat 'technisch, functioneel en economisch haalbaar' is. Mocht dat niet zo zijn dan moet het dak in elk geval solar ready, dus stevig genoeg, worden uitgevoerd.
Energiebesparingsplicht
Het kabinet wil het Besluit bouwwerken leefomgeving aanpassen zodat gemeenten in 2024 hernieuwbare energie op daken kunnen verplichten bij alle utiliteitsbouw. Daarnaast wil het hernieuwbare energie per 2023 toevoegen aan de energiebesparingsplicht: zonnepanelen die binnen vijf jaar zijn terugverdiend komen dan op de Erkende Maatregelenlijst (EML) voor energiebesparing. De aanvullende normen gelden vooralsnog voor gebouwen die zelf energie verbruiken. Onduidelijk is nog of er ook eisen gesteld kunnen worden aan gebouwen zonder eigen energieverbruik. Voor de bestaande bouw stuurt de minister van VRO binnenkort het Beleidsprogramma Versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving naar de Kamer.
Geluidswallen
Zonnecellen zouden volgens de zonneladder geplaatst moeten worden. Die geeft een voorkeursvolgorde aan. Bovenaan staat zon-pv op gebouwen en andere objecten en onbenutte terreinen in de gebouwde omgeving; daarna volgt zon-pv op restgronden buiten de bebouwde omgeving (zoals op geluidswallen en parkeerterreinen); als laatste volgt dan zon-pv op functionele gronden (landbouw en natuur). Het is aan provincies en gemeenten om hierin 'regie te nemen', schrijft de minister. Hij constateert dat de RES-regio's 'daar soms moeite' mee hebben.
Constructieve aanpassingen
Hoeveel extra (energie uit) zonnepanelen het aangekondigde beleid moet opleveren, staat niet in de brief. Wel hoe het kabinet dat wil het bereiken. Met nieuwe normen en door faalfactoren weg te nemen. Daarvoor zouden RES-regio's een uitvoeringsstrategie zon op dak moeten maken die onderscheid maakt tussen de aanpak van daken op gebouwen die zelf elektriciteit gebruiken en daken waar dat niet het geval is. Verder moeten aanvragers van SDE++ voor zon-pv voortaan vanaf dit jaar aantonen dat de constructie van het gebouw sterk genoeg is voor zon op dak. Een groot deel van de zon-op-dakprojecten waarvoor SDE++ is afgegeven gaat namelijk niet door omdat het dak bij nader inzien niet sterk genoeg is. Het kabinet wil gaan meebetalen aan de constructieve aanpassingen voor zonnepanelen of aan de meerkosten voor lichtgewicht zonnepanelen.
Overprogrammering
In 2020 werd, zo rapporteert Jetten, 7,3 procent van de totale elektriciteitsbehoefte opgewekt met zon-pv. De nu opgestelde zonnepanelen leveren 9,63 terrawattuur op. Als alle RES'sen worden uitgevoerd groeit dat tot 26 terrawattuur: 12,6 terrawattuur zon-pv op dak, 11,6 terrawattuur zon-pv op veld, 2,1 terrawattuur is nog niet gespecificeerd. Overigens zal dat niet allemaal gerealiseerd worden, want de plannen overstijgen de doelen ruimschoots; er is sprake is van 'bewuste overprogrammering'.
Volgtijdelijkheid
De zon-pv moet 'gezien de schaarse beschikbare ruimte' vooral op daken belanden. Op land alleen 'als multifunctioneel gebruik van dat land mogelijk is'. De voorkeursvolgorde (de zonneladder) houdt volgens Jetten geen volgtijdelijkheid in. 'Dit betekent dat de voorkeursvolgorde leidend is bij het verkennen van de mogelijkheden voor zon-PV, maar dat in de realisatie niet eerst alle daken en objecten benut hoeven te worden voordat er gewerkt kan worden aan grondgebonden zon-PV.'
Spoorwergbermen
Grondgebonden zonnesystemen zonder dubbelfunctie vindt het kabinet 'in principe ongewenst'. Het kabinet pleit voor 'slimme locatiekeuzes', zoals rijksgronden, waterzuiveringsinstallaties en spoorwegbermen. Daarnaast is zon-pv combineerbaar met landbouw, recreatie of opslag met batterijen. Een 'nationale instructieregel' geeft gemeenten en provincies bij vergunningverlening en omgevingsplannen de mogelijkheid te sturen op multifunctioneel. Zonder multifunctioneel ruimtegebruik 'in de basis' geen vergunning, aldus de minister. Afwijkingen moeten gemotiveerd worden.
Per 1 juli 2022 hebben gemeenten de mogelijkheid om eigenaren van industriegebouwen en gebouwen met overige gebruiksfuncties zoals parkeergarages, te verplichten hun dak te gebruiken voor
zonnepanelen.
Daarvoor moet echter eerst een nieuw Omgevingsplan worden opgesteld. Hetgeen óók weer maanden gaat duren.
Van daadwerkelijke effectuering moet vooralsnog niet al teveel worden verwacht. Strikt afdwingen van zonnepanelen bij de verlening van omgevingsvergunningen bij bouw en renovatie zullen veel gemeenten niet aandurven. Gemeenten zijn huiverig om lokale ondernemers de maat te nemen.
Intussen zijn projectontwikkelaars zo slim om voor nieuwbouw en renovatie nú alvast alle benodigde vergunningen binnen te hebben.