Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Zonder flauwekul

Thom Aussems maakte van de arme, Eindhovense corporatie Trudo een onconventionele, maatschappelijke vastgoedonderneming. ‘Ik zou zeggen: Vogelaar hou op met dat geouwehoer en kijk wat er moet worden gedaan.’

26 september 2008

Een schok ging er door Eindhoven toen de Lichttoren, het baken en het symbool van Philips en de lichtstad, gekocht werd door woningbouwcorporatie Trudo. De man die daarvoor verantwoordelijk was, is directeur Thom Aussems. De voormalige student aan de Sociale Academie en ex-opbouwwerker zag in deze koop de kans om Trudo af te helpen van het Trabant-imago van de ouderwetse arme, corporatie.

 

De aankoop van de Lichttoren was mogelijk door de samenwerking met bouwonderneming Volker Wessels. Trudo werd verweten een commerciële ontwikkelaar te zijn geworden. Aussems vindt dat onterecht en wijst op de ingediende plannen. ‘Volker Wessels en Heijmans (beursgenoteerde ondernemingen in vastgoed, bouw, infra en techniek, red.) waren bezig de Lichttoren in te richten voor kantoorfuncties. Men wilde er het UWV in huisvesten. Moet je je voorstellen: na vijf uur ’s avonds gaat het licht uit. Een donkere toren aan de rand van het stadscentrum. Wij hebben gezegd: de Lichttoren moet een levendige plek zijn aan de rand van de binnenstad. Een hotel, een grand café, luxe fitnesscentra, een woonhotel voor gescheiden mensen en woningen voor mensen die duur willen wonen en voor mensen met een bescheiden portemonnee. Die combinatie van het creëren van een hoogstedelijke woonomgeving en maatschappelijk vastgoed is een typische manier van een corporatie om invulling aan zo’n plek te geven.’

 

One-night-stand

 

De vaste relatie van Trudo met bouwbedrijf Volker Wessels ontstond in het begin van het huidige decennium. ‘Het was mij opgevallen dat wanneer je naar bouwprojecten kijkt, dat dat redelijk moeizaam verloopt. Bouw is een relatief ingewikkeld product. Het is veel ingewikkelder dan industrie, die veel meer herhalingsproductie kan maken. Bouw is altijd uniek. Als je goed kijkt naar het hele bouwproces, weet je pas hoe het moet als je met het project klaar bent. Er zijn vooral heel veel partijen bij betrokken. Eigenlijk zijn dat allemaal one-night-standverbindingen. Dát moet je dus niet doen, want dan vraag je om problemen.’

 

‘Ik zag in die tijd dat Toyota zijn productieproces anders organiseerde. Zij kozen voor vaste leveranciers. Ik dacht: dát moeten wij op ons terrein ook doen. Nu is de ontwerpend architect bij ons de enige echte variabele. De uitvoerend architect is ook een vaste, Hoen, die de zaken kortsluit met de aannemer. Eigenlijk moet je het vergelijken met het lopen van een estafetterace op de Olympische Spelen. Vier atleten die een estafettestokje moeten doorgeven. Simpel eigenlijk, maar hoe vaak gaat het niet fout. In de bouw moeten heel veel estafettestokjes worden doorgegeven. Wil je dat efficiënt doen, dan moet je vaak en veel samenwerken.’

 

‘Wij hebben daarom gekozen voor duurzame verhoudingen met onze relaties. Er kwam nog iets bij. Ik zocht een club waarmee we de afspraak konden maken dat we tegen kostprijs konden bouwen. Hogere bouwkosten was voor ons een gevoelige variabele in onze financiële huishouding. En ik wilde óók een bouwer waarmee we kwalitatief konden ontwikkelen. Dat is Volker Wessels dus geworden. Alleen bij Dick Wessels kreeg ik het gevoel dat hij zocht naar continuïteit. Vaste relaties aangaan, stond haaks op de cultuur van wantrouwen in die tijd. Het was een groot spel van loven en bieden, met ondoorzichtige harken, rekeningen en facturen. Als jij dit voor mij doet, doe ik dat voor jou. Ik heb gezegd: hou, daar maar mee op. Ik heb veel partijen over de vloer gehad, die ik geen hand heb gegeven omdat ik bang was dat ik dan mijn vingers kwijt zou zijn.’

 

‘De meeste corporaties reageerden argwanend. Wat stom! Wij doen alles zelf. Zo krijg je nooit de laagste prijs want je moet aanbesteden. Ik dacht: gelul. Zoveel wordt er niet aanbesteed. Ik kreeg ook te horen dat ik mij afhankelijk maakte van Volker Wessels. Ik heb tegen Dick Wessels gezegd: als jij mij één keer verneukt, stamp ik je buiten en je weet niet hoeveel lawaai ik kan maken om bekend te laten worden wat jij dan gedaan hebt.’

 

‘Natuurlijk rekenen wij de begroting na. Wij voeren ook controles uit, maar wij vertrouwen Wessels. Ik voel mij er prettig bij want wij kunnen goed en goedkoop bouwen. We hebben een hele goede projectontwikkelaar en ik zie dat onze projectmanagers blijven omdat er interessant werk en projecten zijn.’

 

‘Volker Wessels hoeft geen capriolen uit te halen om bij ons aan de bak te komen. Ze hoeven ook niet gefêteerd te worden en hoeven dat andersom ook bij ons niet te doen. Ze moeten ook niet met die flauwekul aankomen. Toen ik hier de eerste Kerstperiode meemaakte, werd het een na het andere kerstpakket afgeleverd. Ik heb direct gezegd: als leveranciers bij Trudo nog wat willen doen, stoppen ze hiermee. Intern heb ik gezegd: wie meer dan één fles wijn aanneemt, ontsla ik op staande voet ongeacht wat de kantonrechter ervan vindt. Dat is mijn norm. In het begin vond men dat vreemd. Vooral de techneuten die gewend waren gefêteerd te worden met kerstpakketten. Men vindt het interessant als men dat toegestopt krijgt. Ik heb hen gezegd dat het belachelijk is want er zijn veel meer mensen in de organisatie die ook hun deel doen om het werk voor elkaar te krijgen en die worden niet gefêteerd.’

 

‘In het kader van good governance hebben we sinds vorig jaar een integriteitscode. We hebben daar vanmorgen in het bestuur nog over gesproken. We hebben gezegd: we gaan er de tien geboden van maken. Een echt issue is integriteit echter niet in onze organisatie. Men weet wat de spelregels zijn.’

 

Aussems grinnikt als hij ziet dat Aedes, de landelijke koepel van woningbouwcorporaties, werk wil maken van het inschakelen van gebruikerspanels. ‘In 1996 hielden wij onder onze huurders al panels. Huurders noemden als belangrijkste nadeel van huren de onzekerheid over toekomstige huurverhogingen. Ik heb met ons huurdersplatform afgesproken dat er de komende tien jaar zekerheid zou zijn over de huurverhoging: nooit meer dan twee procent. Dat er toch gedoe is, komt door de boosdoeners. Die zitten bij de gemeente en zijn onbetrouwbaar met onvoorspelbare verhogingen van ozb en rioolrechten. In tien jaar heb ik geen discussie met onze huurders gehad. We gaan nu weer zo’n afspraak maken.’

 

‘Bij Aedes heb ik gezegd: als we allemaal zo’n afspraak maken, hebben we geen geouwehoer met de politiek. Je gaat mij toch niet vertellen dat je als corporatie meer dan een of twee procent verhoging boven de inflatie nodig hebt. Maar nee, hoor. Dat kon niet. Jaren later zegt het kabinet: de huren mogen niet meer stijgen dan de inflatie. Dat is dus opgelegd. Ik vind het typerend voor Aedes.’

 

‘Hetzelfde met de discussie over de salarissen. Het heeft jarenlang geduurd voordat er een code was. Intussen was allang bekend hoe hoog het salaris van Erik Staal van Vestia was (de Rotterdamse corporatiedirecteur verdient 450 duizend euro, red.). Er wordt door Aedes niets aan gedaan. Het is iedere keer het paard achter de wagen spannen. Er worden bij Aedes alleen maar politieke spelletjes gespeeld. Dat is niet goed voor ons imago. Ik wil daar niets meer mee te maken hebben en daarom ben ik geen lid meer van die club.’

 

Vogelaarwijken

 

Van corporaties wordt verwacht dat ze wijken leefbaar maken. De overheid heeft zo haar twijfels of corporaties dat wel doen. Aussems constateert het omgekeerde: de overheid helpt corporaties niet om hun werk goed te kunnen doen. ‘Aan die discussie over krachtwijken en Vogelaarwijken heb ik niet meegedaan. Ik wil niet geafficheerd worden met centrale planeconomie. Wij worden niet gefaciliteerd door de overheid, het is eerder het tegenovergestelde. Als ik in een van de oude buurten een sociaal project wil starten, word ik geconfronteerd met een grondprijs die gelijk is aan de marktconforme prijs voor commerciële partijen. Wij hebben verslaafden, daklozen en ex-psychiatrische patiënten die wij willen huisvesten en begeleiden naar werk en maatschappelijke contacten. Als we die mensen willen onderbrengen in gebouwen die de gemeenten wil verkopen, worden die panden door de gemeente verkocht tegen de marktprijs aan commerciële partijen. Waarom de gemeente dat doet? Ik weet het niet.’

 

‘Een van de kernproblemen is taalachterstand van twee- en driejarige kinderen. Dat is in zo’n regio als Eindhoven met veel hoog gekwalificeerde technologische bedrijven een nog grotere handicap dan in Amsterdam. Ik ben voorzitter van een clubje in een van de oude buurten. Zitten we met heel veel mensen van allerlei instanties bij elkaar en dan zeg ik: zullen we afspreken dat in twee, drie jaar tijd kinderen voortaan zonder taalachterstand naar school gaan? Iedereen zegt: oké. Als je dan vraagt wie het doet, zwijgt iedereen. Wij hebben daarom gezegd: als jullie het niet doen, regelen wij dat het gaat gebeuren. Vogelaar heeft de mond vol over stedelijke vernieuwing. Ik zou zeggen: mens hou op met dat geouwehoer en kijk wat er gedaan moet worden.’

 

Thom Aussems (Tilburg, 1951) is sinds mei 1995 directeur bij woningcorporatie Stichting Trudo in Eindhoven en vanaf 1 juli 1998 directeur-bestuurder. Aussems studeerde rechten in Tilburg en voltooide de Sociale Academie in Eindhoven. Hij werkte na zijn studie als extern deskundige bij bewonersorganisaties in Eindhoven en Rotterdam, was docent opbouwwerk aan de Sociale Academie in Breda en wetenschappelijk medewerker van de vakgroep Stadsvernieuwing aan de Technische Universiteit in Eindhoven. Van 1982 tot 1989 was Aussems ambtenaar bij de gemeente Rotterdam. ‘Ik heb daar geleerd dat je kritisch moet zijn op het particulier initiatief, maar dat je dat wel moet faciliteren. Je moet altijd dienstbaar zijn aan de zaak waarvoor je staat.’ Tot zijn aantreden als directeur bij Trudo was Aussems daarna zelfstandig adviseur.

 

Aussems beschouwt zichzelf als ondernemer en niet als ambtenaar ondanks zijn langjarige ervaring in Rotterdam. ‘Ik ben daar op een bepaalde manier ambtenaar geweest, door naar de mensen te luisteren, nieuwe oplossingen voor problemen te bedenken, initiatieven in de stad te ondersteunen. Veel ambtenaren zitten te beoordelen wat een ander doet en maken daar een probleem van omdat ze zelf niet kunnen of willen ondernemen,’ aldus Aussems in een vraaggesprek met het Eindhovens Dagblad.

 

In dat gesprek afficheert Aussems, die afkomstig is uit de hippiebeweging, zich noch als linkse opbouwwerker noch als rechtse veelverdiener. ‘Als een soort opbouwwerker ben ik in huurderscomité’s begonnen. Ik vind het een drama dat veel welzijnswerk is weggesaneerd. Anderzijds is het niet in staat gebleken de draai te maken die nodig was in de maatschappij. Sociaal werkers nemen mensen hun problemen uit handen en lossen het voor hen op. Ik wil wel mensen helpen, maar niks voor hen oplossen. Ze zijn zelf verantwoordelijk.’

 

Aussems heeft volgens eigen opgave een salaris van € 130.551,-. Met vergoedingen, variabel inkomen en pensioen bedraagt het totale inkomen € 194.583,-. ‘Ik verdien meer dan Balkenende, maar ik heb mijn salaris niet zelf verzonnen’, aldus Aussems in het aangehaalde vraaggesprek met de plaatselijke krant, ‘toen ik een eigen adviesbureau in vastgoed had, verdiende ik twee tot drie keer zoveel. Sinds ik bij Trudo werk is het me vaak zat overkomen dat me banen werden aangeboden waarin ik meer kon verdienen. Ik voel passie voor de onderkant van de maatschappij terwijl ik qua salaris bij de bovenkant hoor.’

 

Woningbouwcorporatie Trudo is in 1994 ontstaan uit de fusie van het voormalige St. Trudo en het verzelfstandigde Eindhovense gemeentelijke woningbedrijf. De corporatie heeft ruim zeventig formatieplaatsen. ‘We zijn kleiner dan toen ik hier begon. We doen alles in zelfsturende teams die niet groter zijn dan vijftien man. Managers hebben we niet, alleen maar meewerkende voorlieden. Zo blijft het redelijk overzichtelijk’, aldus Aussems.

 

Als maatschappelijke vastgoedondernemer verkoopt Trudo inmiddels meer huizen dan het woningen verhuurt. Met de verkoop van huurwoningen aan huurders wil Trudo het vooroordeel doorbreken dat mensen met een laag inkomen in een sociale huurwoning moeten wonen. De corporatie denkt zo een nieuwe, meer bemiddelde middenklasse te kunnen creëren in oude buurten.

 

Trudo werd twee jaar geleden door Vrom uitgeroepen tot de best presterende corporatie. De corporatie organiseert woonbegeleiding en maatschappelijke participatie van junks, daklozen, ex-criminelen en psychiatrische patiënten, de zogeheten bijzondere klanten. Daarnaast wil Trudo met de ontwikkeling van vele tienduizenden vierkante meters voormalige Philipsfabrieken een nieuw centrum voor wonen, cultuur en evenementen realiseren aan de rand van de Eindhovense binnenstad. Trudo wil daar een design-hotel, een wereldversmarkt met restaurantjes, een warenhuis met allerhande woon- en designwinkels en groot restaurant met uitzicht op het Eindhovense stadscentrum bouwen.

 

Voor kinderen wil Trudo er een ‘ontdekfabriek’ maken waar zij spelenderwijs met technologische snufjes in aanraking moeten komen. Verder heeft Trudo een emancipatiefonds van twee ton ingesteld waaruit kansarme kinderen een beurs kunnen krijgen voor hun schoolopleiding. In oude buurten worden sociale restaurants gebouwd om eenzame bewoners uit hun huizen te krijgen.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie