Advertentie
ruimte en milieu / Column

Wordt wonen de vierde decentralisatie voor gemeenten?

Nieuwe BB-columnist Dick van Ginkel over hoe gemeenten kunnen inspelen op de nieuwe rol van woningcorporaties.

15 oktober 2013

Gemeenten moeten niet teveel de wens van minister Blok volgen om de regie over het wonen en de woningcorporaties over te nemen. Als dat wel gebeurt, ligt de decentralisatie van de huurtoeslag als vierde grote decentralisatie op de loer. En zoals bij alle decentralisaties gaan verantwoordelijkheden nooit samen met gelijkblijvende budgetten, maar vormen ze altijd de basis voor verdere bezuinigingen.

Op 3 oktober j.l. hebben de leden van Aedes ingestemd met het akkoord dat hun koepelorganisatie met Minister Blok eerder had gesloten met betrekking tot de verhuurderheffing. In ruil voor het behoud van een breder taakveld zijn de corporaties akkoord gegaan met deze verhuurderheffing die de staat zo’n €1,7 miljard zal opbrengen.

Het was een duivels dilemma. Vanuit politieke overwegingen leek instemmen met het resultaat de enige optie en was verzet gelet op de politieke verhoudingen in Den Haag vechten tegen de bierkaai. Tegelijkertijd is het voor de sector duidelijk dat één probleem inmiddels we heel manifest is geworden, namelijk dat de woningcorporaties hun maatschappelijke draagvlak kwijt zijn geraakt. Herstel van vertrouwen, in de eerste plaats met de eigen huurders is van levensbelang, en in dat licht lijkt instemmen met een verhuurderheffing, die volgens velen beter de “huurderheffing” kan worden genoemd, een dubieuze besluit.

Velen hebben zich dan ook in de discussie gemengd en de corporaties opgeroepen bij dit besluit duidelijk te maken hoe zij het vertrouwen van de huurders toch weer terug kunnen winnen. De vele reacties hebben effect gehad. Met een ruime meerderheid van 88% is een motie aangenomen waarin de corporaties hebben aangegeven de betaalbaarheid van het wonen en de totale woonlasten van hun huurders boven aan de agenda te zetten. Ze hebben zich daarmee ook gecommitteerd om de noodzakelijke bezuinigingen als gevolg van de heffing zo min mogelijk op de schouders van de huurders te laten neerkomen.

Ik denk dat hiermee een heel belangrijke stap is gezet. Met de uitspraak om de betaalbaarheid centraal te stellen en bezuinigingen zoveel mogelijk door ‘snijden in eigen vlees’ en efficiencyvergroting te zoeken kan het vertrouwen groeien.

Maar zijn we er dan? Neen! Twee zaken zijn volgens mij nu van belang: transparant maken hoe de bezuinigingen gerealiseerd worden en huurders zoveel mogelijk uit de wind worden gehouden, en duidelijk maken van de nieuwe maatschappelijke positie die woningcorporaties willen innemen.

Met dat eerste zou het de woningcorporaties sieren om volstrekt helder te zijn over hun bezuinigingsdoelstellingen en –opbrengst, en de manier waarop die ten goede komt aan maatschappelijke doelen. Een recent onderzoek van de TU Delft (“Onderzoek naar de effecten van het kabinetsbeleid op de dienstverlening en bedrijfsvoering van woningcorporaties”, september 2013) geeft aan dat de vele maatregelen die corporaties voornemens zijn te nemen, zullen leiden tot een grotere afstand met hun huurders. Een risicovol signaal in het licht van het noodzakelijke herstel van vertrouwen lijkt me.

Misschien is het creëren van een eigen herkenbaar “fonds opbrengst en besteding bezuinigingen verhuurderheffing” wat overdreven en bureaucratisch, maar als over enige tijd zou blijken dat de bezuinigingen toch vooral aan andere zaken dan huurder- en maatschappelijke belangen ten goede zijn gekomen, is het qua vertrouwen over en uit. Volstrekte openheid dus over de cijfers en bestedingen, zou ik zeggen.

Duidelijk maken van de nieuwe maatschappelijke positie en hoe corporaties hun rol zien ten aanzien van maatschappelijke vraagstukken is de tweede prioriteit. Ik heb de overtuiging dat er interessante mogelijkheden zijn om op een nieuwe manier maatschappelijke vraagstukken te organiseren en maatschappelijk draagvlak te creëren. “Samen doen” staat daarbij centraal: samen met huurders, andere maatschappelijke organisaties en de lokale overheid. Met als basis een goede huisvester die zorgt voor goede, betaalbare woningen en snelle service, en een daarnaast een maatschappelijke oriëntatie gericht op ‘social return’ gebruikmakend van de kracht van de samenleving

Hoe corporaties met “Samen Doen” en ‘social return’ hun nieuwe maatschappelijke positie kunnen vormgeven en versterken zal ik in een volgende column uitdiepen. En daarbij is ook een nieuwe vorm van samenwerken met de lokale overheid van belang.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie