Woningbouwopgave gaat nog 20 miljard kosten

Om in de komende twintig jaar zo’n 450.000 woningen te bouwen op (groot)stedelijke locaties, is zo’n 20 miljard euro nodig aan publieke investeringen in infrastructuur, gebiedsontwikkelingen en grondexploitatie. Dat blijkt uit een business case die minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) maandag naar de Tweede Kamer stuurde. Dat zou neerkomen op gemiddeld 1 miljard per jaar.

Investeren

Het gaat daarbij om woningbouwlocaties in 14 gebieden, waaronder in de vier grote steden, de Brabantse steden, de regio Arnhem/Nijmegen, Zwolle en Groningen. Publieke en private partijen kunnen in totaal 142 miljard euro investeren in woningbouw op die locaties. Op veel van die locaties is al begonnen met de eerste bouwactiviteiten.

Voorwaarden

Maar om de volle capaciteit van de locaties te benutten, moet er wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Veel van de gebieden moeten beter worden ontsloten met het openbaar vervoer, er moeten voldoende betaalbare woningen worden gebouwd, en er moeten klimaatmaatregelen worden getroffen. In totaal is daar 33 miljard voor nodig. In een aantal steunprogramma’s als het Nationaal Investeringsfonds is door de rijksoverheid al extra geld toegezegd voor verschillende grote projecten, zoals de spoorverdubbeling en aanpak van de spoorlijn tussen Leiden en Dordrecht, en het doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar Schiphol.

Volgend kabinet

Toch is er nog een ongedekt bedrag van zo’n twintig miljard om ook die andere locaties te ontwikkelen. In een reactie stelt Ollongren daar op dit moment nog geen advies over te kunnen geven. Dat is iets voor een volgend kabinet, zegt de minister.