Woningbouwimpuls ook voor kleine gemeenten beschikbaar

Bij de volgende ronde waarin gemeenten een Woningbouwimpuls kunnen aanvragen om betaalbare woningbouw te bevorderen en versnellen, mogen ook kleine gemeenten meedoen. Minister Hugo de Jonge (CDA) voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft dat de Tweede Kamer laten weten.

Bundelen

Kleinere gemeenten kunnen, op grond van het Besluit Woningbouw 2020, in aanmerking komen voor een Woningbouwimpuls door samen te werken en hun aanvragen bundelen, schrijf de minister in zijn Kamerbrief. 'Er dient daarbij ingevolge het Besluit wel sprake te zijn van organisatorische en financiële samenhang binnen de projectonderdelen.'

Functioneel woningbouwgebied

Verder kunnen vanaf de vierde ronde van de Woningbouwimpuls kleine gemeenten (minder dan 50.000 inwoners) een project indienen van minimaal 200 woningen. Voor deze gemeenten, zo schrijft De Jonge, laat hij de vereiste vallen dat de gemeente ligt in 'een functioneel woningbouwgebied met tenminste 75 procent kleine gemeenten'. Voor de vierde ronde, die vanaf 'begin augustus' tot 18 september is opengesteld, is 300 miljoen euro beschikbaar.

Uitkopen

De Woningbouwimpuls, waarvoor dit kabinet 1,25 miljard euro heeft uitgetrokken, is bedoeld om sneller betaalbare woningen te realiseren en 'de bouwstroom meerjarig hoog te houden'. Het uitkopen van bedrijven, saneren van vervuilde grond en investeren in 'bereikbare, leefbare en veilige wijken' maakt projecten onrendabel 'en daarmee onuitvoerbaar', zo schetst De Jonge de knelpunten. Met behulp van de Woningbouwimpuls kunnen gemeenten de noodzakelijke publieke investeringen doen en projecten, zeker als er meer betaalbare woningen gebouwd moeten worden, haalbaar maken.

317.000 woningen

In de Kamerbrief waarschuwt De Jonge dat het het aantal nieuwe huishoudens voorlopig sneller groeit dan het aantal woningen. Daardoor zal het tekort aan woningen doorgroeien tot 317.000 woningen in 2024. Tot en met 2030 zijn er 900.000 nieuwe woningen nodig.