Wie vertelt ons nog dat we naakt zijn?
Volgens organisatieadviseur Jelle van Ophoven moeten gemeenteambtenaren niet achter alle laatste grillen van hun bestuurders aanhollen.
Aan de lopende band wilde hij nieuwe kleding, het kon de keizer niet bijzonder of excentriek genoeg zijn. Hij was dan ook zeer verheugd dat de kleermakers een magisch gewaad voor hem hadden gemaakt. Zijn hele hofhouding had hem al de hemel in geprezen, want wat stond het hem fantastisch. Toen de keizer zich aan het volk toonde, bleef het stil.
Totdat een kind vanuit het publiek de stilte doorbrak: 'De keizer loopt in zijn blootje!' Iedereen dacht het, het kind zei het. Nu het hoge woord eruit was, barste de menigte in lachen uit. De keizer probeerde zich er niets van aan te trekken en liep door, terwijl zijn dienaren de sleep van zijn gewaad bleven dragen. Hij geloofde in zijn eigen kleren, hij moest wel.
Dit komische sprookje van de hand van Hans Christian Andersen is ook vandaag de dag nog relevant. Het principe van blind de leider volgen en instemmend knikken, ook al is er twijfel, zien we op grote schaal terug in gemeenten. 'We gaan agile werken in een gekantelde organisatie waarin de lijn dwars loopt en er een vierdubbele matrix is van waaruit we doormiddel van programmasturing onze projecten opgavegericht aansturen'', aldus het management. 'Doen we!'
Om naar de oorzaak van het probleem te gaan, is het kijken naar onze eigen 'keizers' een logische beginstap. Sommige bestuurders willen immers, net als de keizer, continu de nieuwste gewaden, de één nog sneller dan de ander, onder het mum van eigentijds en actueel zijn. Meegaan met de trend, is het devies. Dit resulteert in een zee aan nieuwe organisatievormen en manieren van werken. Belangrijk dus, om te blijven bevragen: gaat deze manier van werken echt iets toevoegen, (of is het vooral een hobbyproject van de bestuurder)?
Daarnaast is ook de veeleisendheid van de keizer iets wat we in de context van gemeenten herkennen: het moet en, en, en. Gebiedsgericht, programmatisch, zelfsturend, netwerkend, agile, gekanteld, etc. etc. Op zichzelf genomen allemaal vormen/aanpakken die een bijdrage kunnen leveren aan de manier van werken en daarmee aan het leveren van maatschappelijke waarde, maar blijf bevragen of het ook echt allemáál, tegelijk, nodig is.
Tot slot is ook het vragen van het onmogelijke, van iets dat niet bestaat, een bekend fenomeen in de organisatiecontext. Belangrijk hierbij is weer de kritische vraaghouding, om na te gaan of er geen magisch gewaad wordt gevraagd. Hierbij helpt het om je af te vragen: is het tegenovergestelde ook mogelijk? Gaat je organisatie bijvoorbeeld ‘gebiedsgericht’ werken, dan is dat wel degelijk een bewuste keuze (immers: je kan ook op een ander schaalniveau werken). Bij ‘klantgericht’ en ‘opgavegericht’ moeten er al wel wat alarmbellen gaan rinkelen, want wat is hier het alternatief voor?
De les van het sprookje zit in het durven benoemen van de ongemakkelijke waarheid. Wees als het kind. Benoem dat je het niet snapt of dat je niet meer weet wie je leidinggevende is. Juist als je onderdeel bent van de hofhouding. Had iemand van de kleine kring rond de keizer zijn of haar mond open durven trekken toen de keizer het ‘magische gewaad’ toonde, dan had dat op korte termijn tot een ongemakkelijke confrontatie met de keizer geleid, maar was hem, en daarmee zijn gevolg, op de lange termijn ongemak en schaamte bespaard.
Gemeenten zijn hier op eenzelfde manier bij gebaat: liever de ongemakkelijke waarheid, dan op de lange termijn allerlei onbegrijpelijke procedures en structuren te hebben die niemand snapt, niet doorleefd zijn en al helemaal niet gewaardeerd worden. En hoe eerder dit wordt aangekaart, hoe beter. Als er ook maar één eigenwijze kleermaker aan het hof van de keizer had gewerkt, die bij het verzoek om ‘iets te maken van een stof die niet bestaat’ had gereageerd met: 'En nu ga je te ver…', dan was het probleem vroeg in de kiem gesmoord. Voor dat soort geluiden moet aan het hof natuurlijk wel de ruimte zijn, zonder voor je kop te moeten vrezen. Hetzelfde geldt in gemeentelijke organisaties.
We hebben niet enkel nieuwe gewaden nodig, maar behoefte aan mensen die ons vertellen dat we in ons nakie staan.
Jelle van Ophoven is organisatieadviseur bij Rijnconsult
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.