Wkb: De Jonge zet hakken in het zand
Ondanks een aangenomen motie in de senaat voor opschorting wil minister De Jonge de Wkb per 1 januari 2024 ongewijzigd invoeren.
In een Kamerbrief aan de Eerste Kamer schrijft demissionair minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, CDA) dat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) te zeer met de Omgevingswet is verbonden om nu alsnog tot uitstel over te kunnen gaan. Daarmee gaat hij in tegen een deze week door de senaat aangenomen motie, waarin om opschorting van de Wkb wordt gevraagd.
Ontsnappingsroute
De Eerste Kamer leek De Jonge vorige week een mogelijke ontsnappingsroute te bieden. De minister zou betrekkelijk eenvoudig het gebied waarop de Wkb vanaf 1 januari aanstaande van kracht is verder kunnen verkleinen. Bijvoorbeeld door de categorie ‘verbouw’ daar na de invoering voor enige tijd (bijvoorbeeld een half jaar) buiten te plaatsen. Daarmee zou een dreigend probleem dat de Eerste Kamer voorzag – een tekort aan beschikbare kwaliteitsborgers waardoor de bouw nieuwe vertraging zou oplopen – van de baan zijn.
Verantwoorde invoering
Maar De Jonge komt de Eerste Kamer ook op dit punt niet tegemoet. Hij schrijft dat er al aan een verantwoorde invoering van de Wkb wordt gewerkt door eerst alleen gevolgklasse 1 in te voeren (woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen) en pas later de gevolgklassen 2 en 3. Volgens de minister geven betrokken partijen als de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Aannemersfederatie en de Vereniging Kwaliteitsborging Nederland aan dat uitstel van de categorie verbouw niet nodig is. Onderzoek wijst volgens hem bovendien uit dat er voldoende kwaliteitsborgers beschikbaar zijn. Hij wil de uitvoeringspraktijk door de motie naast zich neer te leggen zo snel mogelijk duidelijkheid geven.
Markt
De voorgeschiedenis van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen bestrijkt inmiddels vele decennia. Kern ervan is dat de controle of het te bouwen object aan de regelgeving voldoet, verhuist van gemeenten naar de markt. De bouwer moet zelf onafhankelijke kwaliteitsborgers inschakelen. Bij door de borger geconstateerde gebreken moet de gemeente oordelen of die ernstig genoeg zijn om ingebruikname tegen te gaan.
Een landelijk handhavingskader voor gemeenten komt op z'n vroegst in oktober
Handhavingskader
Behalve een mogelijk gebrek aan kwaliteitsborgers ziet de Eerste Kamer nog een ander risico bij snelle invoering van de Wkb: het ontbreken van een landelijk handhavingskader voor gemeenten, zoals dat door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zou moeten worden opgesteld. Dat komt op z’n vroegst in oktober beschikbaar.
Geen bezwaar
Volgens Wico Ankersmit, directeur van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland, hoeft het ontbreken van een kader geen bezwaar te zijn. ‘In feite staan de voorwaarden van dat kader al in de wet zelf. Het is echter aan elke gemeente afzonderlijk om te bepalen hoe strikt zij straks gaan handhaven.’ Zelf werkte Ankersmit mee aan een handhavingskader voor de gemeente Lansingerland, waarbij zal worden aangesloten op de prioritering van haar eigen toezicht en handhavingskader volgens de huidige wetgeving.
Heet hangijzer
Ankersmit begrijpt de wens van de Eerste Kamer echter wel. ‘Wij hebben er als vereniging ook voor gepleit om meer bouwaspecten via een AMvB centraal in de Wkb op te nemen.’ Vooral ‘deellevering’ is een heet hangijzer. ‘Stel je een project voor van tien huizenblokken. Mag het eerste blok dan al meteen na oplevering worden betrokken, of moet je wachten tot de kwaliteitsborger ook het tiende blok heeft kunnen inspecteren? Het is voor een gemeente qua administratieve last ondoenlijk om dat in tien losse bouwmeldingen op te splitsen. We hebben er bij het rijk lang om gevraagd om hiervoor landelijke regels op te stellen, maar daar wilde men de gemeenten niet te veel inkaderen.’
Het is nu aan de Eerste Kamer om te bepalen of die genoegen neemt met de uitleg van De Jonge.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.