‘We accepteren dat er dingen fout kunnen gaan’
Marjolein Jansen (directeur-generaal ruimtelijke ordening bij BZK) over invoering van Omgevingswet.
Onder de ambtelijke leiding van Marjolein Jansen wordt per 1 januari aanstaande de wet ingevoerd die vanwege aanhoudende mankementen in de software liefst zes keer werd uitgesteld. Maar nu, zegt Jansen unverfroren, gaat haar ministerie ‘met vertrouwen’ de inwerkingtreding van de Omgevingswet tegemoet. Al zegt ze tegelijkertijd dat het 'aanpoten' wordt voor gemeenten.
Monitors
Het vertrouwen van Jansen is vooral gestut op signalen vanuit gemeenten waarmee haar ministerie ‘goed contact’ onderhoudt. Jansen gaat veel op werkbezoek. ‘We houden allemaal monitors en data bij’, zegt ze in haar werkkamer op de achtste etage van het ministerie, ‘maar het gaat er ook om de mensen even in de ogen kijken. Hoe werkt het op lokaal niveau precies? Wetstechnisch hebben we de overgang naar de Omgevingswet zo beleidsarm mogelijk geregeld. De cultuurverandering is de grote opgave.’
Zesje
Jansen mag dan optimistisch zijn, het geluid dat van gemeentelijke werkvloer weerklinkt is gemengd. In de vorige editie van Binnenlands Bestuur kwamen kleine gemeenten aan het woord die slechts één fte voor de Omgevingswet kunnen vrijmaken. Er zit voor hen vaak weinig anders op dan de ambitie af te schalen en vaker akkoord te gaan met een zesje.
Mooie bijvangst
Pas had Jansen nog een afvaardiging van het samenwerkingsverband van kleine gemeenten K80 op bezoek. ‘Vaak zie je dat de beleidskant in dergelijke gemeenten is overgedragen aan de omgevingsdienst’, reageert ze. ‘Je krijgt er zo veel specialistische taken bij, dat kun je niet allemaal zelf doen.’ Veel kleine gemeenten zoeken, ziet ze, daarnaast de samenwerking met andere gemeenten op. ‘Zo van: als jij iemand levert met expertise op bodemterrein, dan kan ik voor de hele regio de externe veiligheid doen. Die samenwerking ervaar ik als mooie bijvangst van de Omgevingswet. Verder zie je provincies een been bijtrekken. En wij bieden vanuit het rijk ondersteuning via het informatiepunt leefomgeving in het Iplo. Als je er als kleine gemeente niet uitkomt, dan kun je altijd daar terecht.’
Wat versta je onder stabiliteit?
DSO
En dan het voornaamste obstakel bij de invoering van de Omgevingswet aan te roeren: het digitaal stelsel Omgevingswet (DSO). Volgens de laatste berichten zou de A-release waar gemeenten mee moeten werken toch niet zo stabiel zijn als eerder werd gedacht. ‘Wat versta je onder stabiliteit?’, antwoordt Jansen. ‘Voor mij is dat uiteindelijk: werkt het of werkt het niet? Nou, de hoofdmoot van het DSO doet het. De hoofdcontactbox doet het ook. Cijfers daarover zijn vindbaar op onze website. Waar jij op doelt is een sessie met techneuten die kijken onder de motorkap van het programma. Sommige grote pdf-bestanden komen nog niet goed door. Maar de indringende ketentesten die we doen, laten zien dat het geen blokkerende issues zijn richting invoering.’
B-release
Op verzoek van de gemeenten wordt de release van de nieuwe, verbeterde versie van de landelijke voorziening van het DSO uitgesteld, om aansluitproblemen met de gemeentelijke software te voorkomen. De vraag is voor hoelang, ook voor Jansen. ‘Mocht blijken dat we door een vroegere B-release veel problemen oplossen, dan halen we die naar voren.’
Huzarenstukje
In de tussentijd worden al noodzakelijke onderdelen uit de B-release naar voren gehaald. ‘Het is echt een huzarenstukje van de bevoegde gezagen, samen met de mensen van BZK en de softwareleveranciers en de beheerorganisaties. Elke dinsdag komen ze bij elkaar: hoe zorgen we dat het werkt? Het is niet één applicatie, het is echt een stelsel.’
Voor sommige onderdelen van het DSO kiest iedereen de hoofdroute en voor andere doet de helft het met een TAM
Geitenpad
Niet alle gemeenten vertrouwen op het DSO. Een deel verkiest het geitenpad van de TAM-Imro (Tijdelijke Alternatieve Maatregel), waarmee de vertrouwde wijze van planvorming met minimaal een jaar kan worden verlengd. ‘Voor sommige onderdelen van het DSO kiest iedereen de hoofdroute en voor andere gaat de helft het doen met een TAM’, weet Jansen. In Binnenlands Bestuur pleitte wethouder Lucas Mulder uit Staphorst er onlangs voor de TAM’s langer in de lucht te houden, om de overgang naar het DSO te versoepelen, een geluid dat vanuit meer gemeenten klinkt.
Beheerlasten
‘Die tijdelijke alternatieve maatregelen hebben we ingezet omdat de hoofdroute van het digitale stelsel nog niet voor iedereen haalbaar is’, zegt Jansen. ‘Tegelijkertijd moet je kijken naar het beheersbaar houden van de kosten. Hoe meer tijdelijke alternatieve maatregelen wij in de lucht houden, hoe hoger de beheerlasten. Het is mijn verantwoordelijkheid als directeur-generaal om verantwoord in te voeren en verantwoord uit te faseren. Je moet er niet te veel nevensporen naast hebben. Dat is voor de kwaliteit van de dienstverlening en de beheersbaarheid van het systeem niet goed.’
Brandweer
Hoe zal de invoering van de Omgevingswet begin januari verlopen? Jansen: ‘De Omgevingswet is geen quick fix, zo van: BZK rolt het uit en gemeenten, succes ermee. Ik verwacht een strak intensief proces, waar we voorlopig middenin blijven zitten. Dit is niet alleen een grote wetgevingsoperatie, maar ook een andere manier van afwegen in de fysieke omgeving. Ik beschouw heel 2024 als implementatiejaar. We blijven met de programmadirectie en de ondersteuningssystemen nog tot minimaal anderhalf jaar na de inwerkingtreding operationeel. Ja, we accepteren dat er dingen fout kunnen gaan. Maar we hebben ook snel de brandweer ter plaatse om te blussen en het op te lossen.’
Lees het hele interview met Marjolein Jansen deze week in BB20 (inlog).
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Ik dacht even aan de ondertitel van het rapport over het toeslagenschandaal. Maar nee, dit is de houding op het ministerie van BZK, ook wel bekend als Parnassia, over de invoering van haar jongste ramp: de omgevingswet.