Wat vinden de Limburgers van een kleine kernreactor in hun provincie?
Limburgse gedeputeerde Maarten van Gaans-Gijbels, oud-assistent van Rob Jetten, is voorstander van kernenergie. De Limburgse bevolking ook?
Loek Radix, de directeur van chemiecluster Chemelot, verlaat de feestzaal in het Gouvernement in Maastricht, waar net een middag lang gesproken is over de komst van Small Modular Reactors (SMR’s) in Limburg. Oftewel: kleine kernreactoren, zo bescheiden in omvang als een zeecontainer of zo groot als een half voetbalveld.
Zullen die SMR’s er echt gaan komen?, is de vraag die hem op weg naar de uitgang gesteld wordt. Radix kijkt op, te midden van een mensenstroom van Limburgse gedeputeerden, mensen uit het industrie- en bedrijfsleven, en deskundigen uit de Nederlandse nucleaire wereld. ‘Dat ga ik niet meer meemaken’, zegt hij met ingehouden lach. Het duurt namelijk nog wel tien jaar voor er in Limburg kleine kernreactoren staan. Als ze er al ooit komen.
Want dat hangt af van het maatschappelijk draagvlak.
De Albanisering van Nederland
Radix is voorstander. Voorafgaand aan deze aprilmiddag zat hij te rekenen. Zijn boven Maastricht gelegen chemiecluster Chemelot heeft een groot zonnepark van 5,6 hectare. Dat voorziet in ‘liefst’ één promille van de elektriciteitsbehoefte. Een duizendste dus. ‘We moeten 10 procent van Limburg vol leggen met zonnepanelen om Chemelot van stroom te voorzien.’ Ten overvloede voegt hij toe: ‘Dat gaat niet gebeuren.’
Het is een bekend probleem van wind- en zonne-energie: ze hebben veel materiaal en veel ruimte nodig. Bovendien is hun aanbod niet stabiel, en verlangen industrieclusters daar juist naar. De twee naftakrakers op Chemelot, waar omheen alle chemische bedrijven op het chemiepark zijn gegroepeerd, moeten permanent in werking kunnen blijven. Kom niet bij Radix aan dat we in het toekomstig Nederland veel minder energie moeten verbruiken. ‘Dat noem ik de Albanisering van Nederland; dat we teruggaan naar de welvaart van de jaren vijftig.’
Oud-assistent van Rob Jetten
Verantwoordelijk gedeputeerde in Limburg is Maarten van Gaans-Gijbels (D66), kleinzoon van mijnwerkers in de ooit grootste steenkolenmijn van Nederland: de Mauritsmijn bij Geleen. Toen hij twee jaar geleden bestuurder werd in Maastricht, zag hij zich geconfronteerd met een door de Staten aangenomen motie die nog op tafel lag: stel een onderzoek in naar de haalbaarheid van kernenergie in Limburg.
Zelf was hij politiek assistent van Rob Jetten, nu minister van Economische Zaken en Klimaat. Toen hij aan de zijde van Jetten onderhandelde over het Klimaatakkoord was het nooit over kernenergie gegaan. Aanvankelijk zat de motie hem ook dwars: Limburg liep achter met hernieuwbare energie. Eerst, vond hij, moest een been bijgetrokken worden op het vlak van zon, wind en geothermie.
Niet door kennis gehinderd
‘Heel eerlijk…’, bekent hij ruiterlijk, ‘ik werd ook niet gehinderd door enige kennis op het gebied van kernenergie, gesmoltenzoutreactoren en SMR’s. Ik ben me echt gaan verdiepen in kernreactoren en in plaats van dat ik er neutraal in sta, zoals eerder, ben ik voorstander geworden.’
Vlak voor het gesprek met Van Gaans-Gijbels verscheen het rapport van het Expertteam Energiesysteem 2050. Opvallend hierin is het advies aan het kabinet voorlopig geen ‘onomkeerbare besluiten’ over kernenergie te nemen. Nederland moet vooral vertrouwen op wind op zee, aldus de betrokken wetenschappers en voorzitter Bernard ter Haar.
Een saillant advies, omdat Rob Jetten later dit jaar zijn visie op kernenergie bekend zal maken, onder andere ook op basis van een studie van de nucleaire onderzoeksgroep NRG. Daarnaast moet Jetten nog een motie van CDA-Kamerlid Henri Bontebal uitvoeren. Die wil weten hoe de vijf industrieclusters in Nederland aankijken tegen SMR’s.
De Atomausstieg is onbegrijpelijk
Maarten van Gaans-Gijbels denkt dat wel te weten. ‘Ik zet dan mijn pet op als lid van het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie, waarin ik zit namens de twaalf provincies. De vraag naar elektriciteit neemt bij de industrieclusters ongekende proporties aan. Hoewel wind op zee heel snel gaat, kunnen we niet alleen daarop vertrouwen. Er is een hele rij aan partijen die een permanente baseload nodig hebben en een vrij regelbaar vermogen.’
‘Ook strategisch vind ik het niet verstandig op één paard te wedden. Daarom is het goed om op kernenergie in te zetten, zeker als je weet dat de kosten ervan naar beneden zullen gaan. De markt staat te trappelen voor de SMR-technologie. Het is onbegrijpelijk dat Duitsland met de Atomausstieg net alle kerncentrales heeft gesloten, en ze van plan zijn kernenergie uit Frankrijk en België te importeren. Daar schieten ze niets mee op. Bovendien moeten ze nu vijftig gasgestookte energiecentrales bouwen. Op die manier komen we er niet in Europa. Om de klimaatdoelen te halen heb je in 2050 veel meer schone energie nodig, en ik ben ervan overtuigd dat kernenergie schoon is.’
Lees de rest van het uitgebreide vraaggesprek in BB09.
Hierin wordt verteld hoe de provincie de mogelijke komst van de kleine kernreactoren in de week legt bij de Limburgse bevolking. Ook beschrijft de Schagense wethouder Puck de Nijs-Visser hoe zij haar inwoners overtuigde van het belang van een nieuwe onderzoeksreactor in Petten. Deze eveneens kleine kernreactor is vergelijkbaar met een Small Modular Reactor (SMR).
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.