Advertentie
ruimte en milieu / Column

Waar hebben we het bij ‘duurzaam’ eigenlijk over?

Duurzaam is een lastig begrip. Van oudsher betekent het ‘een lange duur hebben’ en staat het voor een bepaalde soliditeit. Sinds de jaren tachtig – de commissie Brundtland – betekent het ook geen afbreuk doen aan de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien.

07 juni 2019

Duurzaam is een lastig begrip. Van oudsher betekent het ‘een lange duur hebben’ en staat het voor een bepaalde soliditeit. Sinds de jaren tachtig – de commissie Brundtland – betekent het ook geen afbreuk doen aan de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien. 

De eerste betekenis duidt een bepaalde kwaliteit of status aan, terwijl de tweede gaat over een manier van veranderen. En dat bijt elkaar. Daardoor kun je de termen ‘duurzamer’ of ‘duurzaamst’ eigenlijk alleen gebruiken in de eerste betekenis. Dat staat dan voor ‘nog minder verslijtbaar’ of nog meer solide. Dit is dan weer niet duurzaam in de tweede betekenis als het uiteindelijk afval oplevert of als het eindige grondstoffen verbruikt. Iets is in de tweede betekenis duurzaam of niet. Iets trekt een wissel op de toekomst of niet. 


‘Duurzamer’ omdat het minder een wissel trekt op de toekomst is niet duurzaam, omdat het nog steeds een wissel trekt. En wat is het duurzaamst: rijden in een auto met zuinig benzinegebruik, een elektrische auto of de fiets pakken? Het is maar waarmee je vergelijkt. Dat kan alleen bij de eerste betekenis en zegt dus niets over duurzaam in de tweede betekenis. Duurzaam, duurzamer en duurzaamst is wel leuk voor de marketing. Dan kan benzine tanken opeens ‘duurzamer’ zijn als er een bijdrage inzit voor een boom. Met duurzaam in de tweede betekenis heeft dat niets te maken. Goed voor de handel is het wel.

‘Duurzaam’ combineren met ‘ontwikkeling’ of ‘groei’ en beide betekenissen door elkaar halen maakt het echt ingewikkeld. Volgens sommigen is ‘duurzame groei/ontwikkeling’ al een tegenspraak in zichzelf, omdat duurzaamheid en groei niet te combineren te zijn. Probleem is dan vooral de bevolkingsgroei. Hoe meer van ons er zijn, hoe minder duurzaam het is. Ik las bovendien op het internet dat hoe hard je ook je best doet om goed met het milieu om te gaan (duurzaam in de eerste betekenis): zelfs als je sterft en je lichaam begraven wordt, zakken er nog gifstoffen uit je lichaam de grond en het grondwater in.

Een gevaarlijke gedachte, die passiviteit, depressiviteit en afkeer van het thema oproept en duurzaamheid tot een ‘mission impossible’ maakt. Anderen bedoelen ‘sustainable growth’ juist positief. Zij doelen dan op de omvorming van onze huidige economie met vervuiling en verspilling naar een circulaire en biobased economie. En dan is groei niet zo’n punt, maar juist goed voor innovatie. Maar let wel: een circulaire of biobased economie is nog niet duurzaam in de zin van Brundtland.

Brundtland legde namelijk een verband tussen economische  groei, milieuvraagstukken én armoede- en ontwikkelingsproblematiek. De commissie zag armoede als een belemmering voor duurzaam gebruik van de natuurlijke omgeving. Anders gezegd: je kunt heel erg circulair en biobased andere mensen uitbuiten, maar dat is niet de bedoeling. Ook hier bijt het. Want wat nu als iedereen die nu nog arm is hetzelfde leefpatroon overneemt als dat van ons rijken? Als iedereen twee auto’s wil rijden, vaak op vakantie wil, vlees gaat eten en veel doucht? Wij, rijken, hebben nu al drie aardbollen nodig.

Wat ‘duurzame ontwikkeling’ is hangt dus af van de betekenis van duurzaam die je in je hoofd hebt. Is dat duurzaam-duurzamer-het duurzaamst (eerste betekenis)? Of is dat een ontwikkeling vanuit een duurzame situatie naar een andere duurzame situatie (tweede betekenis)? Of is dat een economische ontwikkeling naar een circulaire en biobased economie? Of is dat een planet, profit en people-kwestie? En hoe haalbaar is het allemaal gelet op de bevolkingsgroei. Lastig hoor, zeker nu het koloniseren van Mars ook niet zo simpel is.

In artikel 1.3 Omgevingswet staat ‘met het oog op duurzame ontwikkeling’. Met ‘duurzame ontwikkeling’ wordt – zo staat in de parlementaire stukken - de definitie van Brundtland bedoeld. ‘Met het oog op’ geeft dan volgens mij de ontwikkeling naar een situatie van duurzaamheid aan (duurzaam-duurzamer-het duurzaamst) en als 100 procent duurzaamheid bereikt is een ontwikkeling waarbij alleen veranderd mag worden naar een andere situatie van 100 procent duurzaamheid. Zo opgevat, biedt deze zinsnede dus ruimte voor beide betekenissen en dat dan in het licht van de Brundtland-definitie. Knap gedaan, wetgever!

Nu is het alleen nog zaak dat deze nuanceringen ook landen in de politiek en de besluitvorming. Dat is nu nog niet zo en bijgevolg is er veel verwarring en verwijt bij de discussies en standpuntbepalingen. En kan een ‘groene’ politicus geframed worden als hij met de auto kwam. Geef dus bij beleid of gesprekken over duurzaamheid of duurzame ontwikkeling eerst aan waar je het over hebt!

Trees van der Schoot

Lees hier meer columns van Trees van der Schoot 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie