Warmtealliantie doet opvallende voorstellen aan minister
Vijftig gemeenten ondertekenden een zogenaamd ‘warmtebod’, dat dinsdag terecht kwam bij klimaatminister Sophie Hermans.
Onder de naam ‘Warmtealliantie’ werd dinsdag een gedetailleerd voorstel aan klimaatminister Sophie Hermans overhandigd, dat ondertekend is door vijftig gemeenten. Het gaat om een zogenaamd ‘warmtebod’ dat suggesties bevat om de stagnerende aanleg van warmtenetten uit het slop te halen. Ook de G4 is ‘voornemens het warmtebod te ondertekenen, mits de colleges instemmen’, laat de Haagse energiewethouder Arjen Kapteijns weten aan Binnenlands Bestuur.
De drie grote warmtebedrijven Essent, Vattenfall en EnNatuurlijk reageren echter teleurgesteld op de finale tekst van het warmtebod. Ondanks ‘goede voorstellen’ in het document ‘zijn wij niet in staat om ons te committeren’, verklaren zij. Dit geldt niet voor tientallen kleinere warmtebedrijven, energiecoöperaties, netbeheerders en adviesbureaus die wel hun handtekening zetten.
80.000 tot 100.000
Jaarlijks worden nu ongeveer 15.000 warmteaansluitingen gerealiseerd. Dat aantal moet volgens de Warmtealliantie naar 80.000 tot 100.000 per jaar om het streven van het Klimaatakkoord uit 2019 te kunnen halen: 2 tot 2,5 miljoen aansluitingen in 2050. Voordat de aanleg stagneerde, hadden de drie grote warmtebedrijven tot 2030 ‘meer dan 500.000 aansluitingen’ in de pijnlijn zitten, laten zij weten.
Zij blijven tegen op het huidige wetsvoorstel voor de Wet collectieve warmte (Wcw), die de komende tijd in de Tweede Kamer behandeld wordt. Onder de vorige klimaatminister Rob Jetten kwam daarin te staan dat warmtebedrijven een publiek meerderheidsbelang moeten krijgen. Die bepaling geeft zoveel investeringsonzekerheid, aldus de grote warmtebedrijven, dat dit één van de redenen is van ‘het stilvallen van de warmtetransitie’. Het warmtebod gaat hier niet op in, al benoemt het wel dat de private partijen hun vertrouwen kwijt zijn.
Pijnpunt
De Warmtealliantie is een initiatief van het Uitvoeringsoverleg Klimaatbeleid Gebouwde Omgeving (UGO) en het Nationaal Klimaat Platform (NKP) Beide werden ingesteld door de rijksoverheid om een brug te slaan uit het beleid vanuit Den Haag en maatschappelijke partijen. De tekst van het warmtebod is onder meer opgesteld door Teun Bokhoven (net weg bij TKI Urban Energy), Hein-Bert Schurink (Koninklijke Bouwend Nederland), Lennard Seriese (energie- en afvalbedrijf HVC), Kees Vendrik en Judith van der Geer (beiden NKP).
Het pijnpunt in het warmtenetdossier is de moeilijke zoektocht naar een betrouwbaar verdienmodel voor warmtebedrijven en tegelijkertijd redelijke maandlasten voor huishoudens die van aardgas overstappen op een warmtenet. Om dit bereiken moet de juiste balans gevonden worden tussen investeringsrisico's, subsidies en bepalingen van de warmtetarieven. Zo moet het terugkeren herstellen dat de laatste tijd zowel bij bedrijven, overheden als burgers lijkt weggevloeid.
Wat in het oog springt
Veel voorstellen komen overeen met wat klimaatminister Sophie Hermans ook wil. Denk aan een prijsgarantie voor warmtenethuishoudens, een vereveningsfonds voor warmtebedrijven die in de problemen komen en een door het ACM strak gecontroleerde berekening van de warmtetarieven. Ook wil de Warmtealliantie een herziening van de subsidies. ‘De huidige (gefragmenteerde) structuur van subsidieverlening [leidt] tot suboptimale financiering en een onrendabele business case voor de warmtebedrijven’, staat in het warmtebod.
Een paar punten springen extra in het oog. Met oog op het vullen van het vereveningsfonds oppert de alliantie ‘een kleine opslag’ op de energiebelasting voor alle Nederlandse huishoudens, dus ook diegenen die geen warmtenetaansluiting hebben. Daarnaast wil de alliantie stimuleren dat gemeenten de ‘aanwijsbevoegdheid’ gebruiken uit de vorig jaar aangenomen Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw). Die bevoegdheid maakt dat gemeenten wijken kunnen aanwijzen die op termijn van het aardgas worden afgesloten.
Financiële incentive?
In het warmtebod staat: ‘Wij geven in overweging om een extra incentive te koppelen aan de aanwijsbevoegdheid.’ Incentive betekent ‘aanmoediging’. Een eerdere versie van de tekst, de ‘99-procent-versie’, stelde dit nog concreter: ‘Wij geven in overweging om projecten financieel te honoreren indien voor het betreffende gebied gebruik wordt gemaakt van de aanwijsbevoegdheid.’
Juist over de finale passage klagen de grote warmtebedrijven Essent, Vattenfall en EnNatuurlijk in wat zij wel een ‘steunverklaring’ noemen. Zij hadden ‘hardere toezeggingen over de daadwerkelijke inzet van de eerder genoemde aanwijsbevoegdheid (...) verwacht als onderdeel van het Warmtebod’.
In beginsel
Opvallend is tot slot een ander voorstel van de warmtealliantie: ‘Wij adviseren te onderzoeken om het subsidiëren van individuele warmteoplossingen in door gemeenten gemarkeerde warmtekavels in beginsel te voorkomen.’ Daarmee lijken de tekstschrijvers te doelen op de subsidie voor warmtepompen.
De vrees bestaat dat de financiering van een warmtenet gehinderd wordt als te veel huishoudens in een wijk al een warmtepomp hebben staan. Hoe langzamer de aanleg van warmtenetten gaat, hoe groter die kans is.
Feit is dat door de verkoop van onze energievoorzieningen de overheid (min van EZ) de energiebedrijven geen verplichtingen kan opleggen die verliesgevend zijn; ergo, de Nederlandse belastingbetaler kan weer diep in de buidel tasten om dit falende beleid met alweer een nieuwe subsidiepot te corrigeren.
Laten we maar hopen dat de aarde snel 10º opwarmt :-)