Afval bestaat wél!
‘Afval bestaat niet’, claimen teksten op vuilniswagens, die het vervolgens naar de afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) te brengen. Daar wordt het verbrand, met opwekking van energie, en met de primaire doelstelling om het afval grotendeels te verwijderen.
‘Afval bestaat niet’, claimen teksten op vuilniswagens, die het vervolgens naar de afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) te brengen. Daar wordt het verbrand, met opwekking van energie, en met de primaire doelstelling om het afval grotendeels te verwijderen.
AVI’s doen waar ze voor zijn gebouwd: verbranden van afval. Met twee derde van het bouwvolume en ruwweg de helft van de investering in de rookgasreiniging zijn het indrukwekkende voorbeelden van moderne procestechnologie.
Doelstelling in de circulaire economie is onder andere om het afval te recyclen of hergebruiken. En dat is in de praktijk erg lastig. Wat we zien als afval, is moeilijk tot een ander product of materiaal te verwerken, omdat het er niet voor is gemaakt om het te recyclen of te hergebruiken. Bij hergebruik krijgen we een product dat nog een poosje kan meegaan, maar uiteindelijk toch vergaat, en bij recycling krijgen we erg vaak een materiaal van een inferieure kwaliteit. Zo is bijvoorbeeld ophoping van koper in de staalcyclus is een bekend probleem: het koper dat er per ongeluk inkomt, verzwakt namelijk het staal.
Intussen is ‘Design for Recycling en Refurbishment’ (DfR) al meer dan tien jaar in bredere academische kringen bekend, alsmede bij de grotere tech-bedrijven. Als u de gratis MOOC ‘Engineering Design for a Circular Economy’ volgt (svp titel en de term “Edx” in uw zoekterm gebruiken), dan is het ook bij u bekend. Bij DfR gaat men ervan uit dat men óók ontwerpt voor een tweede of derde leven van een product of materiaal. Wat men over het algemeen als afval ziet, zien ontwerpers die met DfR bezig zijn, als een materiaal of een set onderdelen. Maar niet als afval.
En dat blijft het grote probleem bij het oplossen van het afvalprobleem; het denken in het begrip afval. Het blijkt in de praktijk moeilijk te zijn om daarin om te schakelen. Als je met afvalinzamelaars en afvalverwerkers om tafel gaat, krijg je oplossingen uit een vakgebied waar deze mensen goed in zijn: afval.
Door de materialen en producten die in de afvalbak te zien als materialen en producten, komen er hele andere oplossingen naar voren. Door te spreken met experts in bijvoorbeeld lean manufacturing over muda (voorkomen van verspilling), bespreek je de gehele keten van verpakkingen op een andere manier. Door te spreken met ontwerpers over modulair ontwerpen van bijvoorbeeld gebouwen of lap-tops ( bijvoorbeeld ‘legoliseren in de bouw’) of het lichter maken van producten door sterkere materialen, hebben we het opeens over begrippen als ‘input-specificaties’ en ‘restwaarde’. En niet meer over afval.
Jan-Henk Welink
Lees hier meer columns van Jan-Henk Welink
Frans Timmermans heeft een hele grote mond over eenmalig te gebruiken plastics maar dit heeft hij kennelijk helemaal niet voor de bril laat staan dat hij kennis heeft op dit gebied. De EU laat hier een enorme steek vallen.