Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Vraagtekens bij aanpak bedrijventerreinen

De aanleg en herontwikkeling van bedrijventerreinen moet regionaal geregeld worden, stelde een taskforce onder leiding van Peter Noordanus deze week. De vraag is of die aanpak iets uithaalt.

12 september 2008

De aanpak van de verrommeling van het Nederlandse landschap vergt een strakkere regionale planning bij de aanleg en herontwikkeling van bedrijventerreinen. Betere afstemming tussen gemeenten moet leiden tot zuiniger ruimtegebruik en het tegengaan van verpaupering. Die aanbeveling staat in een advies van de Taskforce (her)ontwikkeling bedrijventerreinen, dat dinsdag werd aangeboden aan de ministers Cramer (Ruimtelijke Ordening, PvdA) en Van der Hoeven (Economische Zaken, CDA).

 

De regionale samenwerking moet vorm krijgen in de oprichting van regionale ontwikkelingsbedrijven, waarmee moet worden voorkomen dat gemeenten doorgaan met de uitgifte van grond voor nieuwe terreinen, terwijl de oude leeg staan en verpauperen.

 

Zakelijker

 

‘De aanleg en het beheer van bedrijventerreinen kan veel zakelijker,’ legt taskforce- voorzitter Peter Noordanus uit. ‘Door de onderlinge concurrentie tussen gemeenten worden veel nieuwe bouwkavels onder de marktprijs aangeboden, waardoor het voor bedrijven goedkoper is om naar een nieuw bedrijventerrein te vertrekken dan het bestaande te laten herontwikkelen. Trek je de grondprijs over de gehele linie met tien procent omhoog, dan prikkel je bedrijven om iets aan die oude terreinen te doen.’

 

Van de bijna honderdduizend hectare aan bedrijventerreinen die Nederland telt, zijn er ruim vijftienduizend aan een opknapbeurt toe. Volgens Noordanus vereist de revitalisering van dezebrownfieldstot 2020 een investering van 6,35 miljard euro. Het geld hiervoor komt uit een nog op te zetten herstructureringsfonds, dat voor een groot deel gevuld moet worden met hogere grondopbrengsten en de verevening van winsten op nieuwe terreinen, degreenfields.

 

Een nieuwe heffing om de herstructurering te kunnen bekostigen is volgens de taskforce niet nodig. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening biedt voldoende bestuurlijke garanties en middelen om een strakkere regionale planning en de dekking voor het fonds rond te krijgen. Bovendien is de invoering van een leegstandsheffing omgeven met juridische problemen, stelt Noordanus.

 

Afromen

 

De gemeente- en provinciekoepels, VNG en IPO, reageerden positief op de voorstellen, maar er zijn ook kritische geluiden. ‘De taskforce heeft wel erg veel vertrouwen in de samenwerking tussen gemeenten en provincies’, oordeelt bijzonder hoogleraar economische geografie Jacques van Dinteren (RUG), ook werkzaam als productmanager bij adviesbureau Royal Haskoning. Het blijft volgens hem lastig voor gemeenten om uit eigen beweging tot samenwerking te komen, omdat de concurrentie om arbeidsplaatsen nog steeds roet in het eten gooit. ‘De provincie kan handelend optreden, zeker ook met de nieuwe Wro in handen, maar dat kon ook al onder de oude wet en toen gebeurde het ook niet.’ De taskforce had zich daarom best harder mogen opstellen, vindt Van Dinteren.

 

Ook bij de voorgestelde financiering zet Van Dinteren vraagtekens. ‘De voortgaande veroudering van bedrijventerreinen is daarin bijvoorbeeld onvoldoende meegenomen. Ook het idee om de winsten op bouwkavels op nieuwe bedrijventerreinen af te romen, is onverstandig. Zeker als dat een volledige afroming betreft. De huidige verouderingsproblematiek is juist ontstaan door een gebrek aan financiële reserveringen.’ Gemeenten zouden verplicht moeten worden geld apart te zetten voor het beheer van nieuwe terreinen.

 

Ook de VNG wijst in een eerste reactie afroming van de winsten op nieuwe terreinen af. Volgens Van Dinteren moet er veel meer publiek geld bij dan de taskforce heeft berekend. ‘Daar mogen nog wel enkele miljarden bij opgeteld worden. De vraag is waar dat geld vandaan moet komen. De kosten van de herontwikkeling van bestaand gebied liggen veel hoger dan bij de aanleg van een nieuw terrein.’ De taskforce zet vooral in op duurzaam parkbeheer om ervoor te zorgen dat gerevitaliseerde terreinen niet opnieuw verpauperen. Bedrijven zijn volgens die gedachte samen met gemeenten verantwoordelijk.

 

Het wetsvoorstel Bedrijfsgerichte Gebiedsverbetering (BGV) is daarbij leidraad. Bij nieuwe terreinen moet de huidige, op afzonderlijke kavels gerichte planningspraktijk worden losgelaten, stelt Noordanus. Een gebiedsgerichte aanpak staat meer regie toe.

 

Pervers

 

Ook Stichting Natuur en Milieu bracht deze week advies uit aan minister Cramer. De milieuorganisatie is blij met de plannen van de taskforce, maar vindt de voorgestelde maatregelen niet ver genoeg gaan. ‘Als je wilt voorkomen dat bedrijven verhuizen naar nieuwe terreinen, moet de grondprijs veel verder omhoog, in sommige regio’s wel met vijftig procent’, zegt beleidsmedewerker Maarten van Biezen. Met het nationale herstructureringsfonds heeft de overheid in potentie een stevig sturend middel in handen, erkent Natuur en Milieu.

 

‘Maar dan moeten er wel strenge eisen worden gesteld aan de bedrijven die aanspraak maken op financiering’, stelt Van Biezen. Daarnaast moet er voor de financiering meer geld uit de markt bij, vindt hij. ‘Want waarom zou je burgers via de publieke middelen mee laten betalen aan de herstructurering van bedrijventerreinen?’ Ook de suggestie om dat fonds deels te financieren via een vereveningsbijdrage keurt Van Biezen af. ‘Daarmee wordt een perverse prikkel gecreëerd, omdat er meer geld het fonds in stroomt naar mate er meer nieuwe bedrijventerreinen worden aangelegd.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie