VNG wil snelle behandeling Wet betaalbare huur
In november bracht de Raad van State een advies uit. Nu is het parlement aan zet.
Aan de vooravond van het Tweede Kamerdebat over de staat van de volkshuisvesting, vraagt koepelorganisatie VNG opnieuw aandacht voor de Wet betaalbare huur. Net als in december hamert de Vereniging van Nederlandse Gemeenten erop dat de wet snel door de Tweede en Eerste Kamer behandeld moet worden. Volgens de koepel is de huurmarkt ‘uit het lood geslagen’. Zorgen zijn er met name voor de middenhuursector, bedoeld voor middeninkomens.
Het wetsvoorstel kwam in de zomer van 2023 naar buiten. Afgelopen november bracht de Raad van State een advies uit. Nu is het parlement aan zet.
Maatschappelijke averij
De wet moet ervoor zorgen dat een groter deel van de huursector gereguleerde huurprijzen krijgt, en de gemeenten kunnen handhaven. De krappe markt voor koopwoningen en de dure huursector leidt tot maatschappelijke averij, aldus de toelichting bij de wet: ‘Onderwijs, gezondheidszorg, veiligheid en andere maatschappelijke sectoren in de steden ondervinden op dit moment de effecten van het tekort aan betaalbare woningen, doordat mensen met een maatschappelijk relevant beroep zich maar moeizaam kunnen vestigen in de omgeving.’
Verlichting belastingdruk
Een andere wens die de VNG op tafel legt, met oog op het volkshuisvestingsdebat, is de afschaffing van de vennootschapsbelasting voor gemeentelijke grondbedrijven. Die belastingplicht geldt sinds 2016.
‘Het voelt onlogisch dat overheden subsidies nodig hebben om bijvoorbeeld woningbouw mogelijk te maken, maar tegelijk soms vele miljoenen Vpb moeten afdragen’, schrijft de koepel. Ter illustratie verwijst de VNG naar een afgelopen september aangenomen motie van SP-Kamerlid Sandra Beckerman om de belastingdruk op woningcorporaties te verlichten.
Tot slot wil VNG meer duidelijkheid over de zogenaamde solidariteit tussen woningcorporaties, die minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken zegt te willen aanjagen. De corporaties moeten de komende jaren veel nieuwbouw plegen en bestaande bouw verduurzamen. De sector als geheel zou dat financieel kunnen bolwerken, maar de armslag is ongelijk verdeeld over de verschillende corporaties. Dat bevestigt de gemeentekoepel. Maar alsnog heeft ze vragen.
Door ook de huurprijzen in de middenhuur te willen reguleren zullen er steeds meer huurwoningen worden verkocht, zodat er straks nog meer woningzoekenden zijn aangewezen op huren in de vrije sector. Het realiseren van nieuwe huurwoningen in deze sector wordt namelijk steeds minder aantrekkelijk ook al door allerlei verhogende fiscale maatregelen. Steeds meer beleggers verdwijnen daardoor van de huizenmarkt.
Het lagere- en middensegment volledig overhevelen naar de Woningbouwcorporaties is bovendien geen optie omdat de corporaties niet in staat zijn om deze segmenten zelfstandig, dus zonder aanvulling van beleggers, volledig te bedienen. Om toch voldoende nieuwe woningen in de genoemde segmenten te bouwen blijven beleggers altijdig nodig.
Het beleid van het Rijk en de Woningbouwcorporaties dient veel meer te zijn gericht op bouwen, bouwen, bouwen, in plaats van de eigen wanprestaties op het gebied van de volkshuisvesting met nog meer lapmiddelen te verbloemen. Als we doorgaan met het huidige beleid worden de komende jaren niet eens 50.000 woningen gerealiseerd.