VNG wil leegstand panden kunnen belasten

Om eigenaren van leegstaande panden en braakliggende terreinen financieel te treffen, moet er een leegstandsbelasting naar Vlaamse model worden ingevoerd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten roept Tweede Kamerleden op om morgen (26 september) met een SP-motie van deze strekking in te stemmen, om zo de woningnood in Nederland aan te kunnen pakken.

Ontoereikend

De VNG constateert ondanks de grote vraag naar woningen nog steeds een ‘structurele leegstand van woningen, winkels, kantoren, bedrijfsruimten en agrarische gebouwen’. Volgens de gemeentekoepel is het huidige juridische instrumentarium ontoereikend om dit verschijnsel goed aan te pakken. De VNG wil een ‘negatieve financiële prikkel’ voor eigenaren van leegstaande panden en braakliggende terreinen, om zo het gebruik en de realisatie van nieuwe woningen te bevorderen.

Progressief

Daarbij wijst de VNG naar Vlaanderen, waar een gemeente in geval van langdurige leegstand van een pand een belasting kan opleggen, die naarmate de tijd vordert progressief is. Uit de Vlaamse ervaring blijkt dat veel eigenaren dan alsnog snel besluiten om iets aan het betreffende pand te gaan doen. Een dergelijke maatregel acht de VNG ook in Nederland wenselijk. Minister De Jonge (Volkshuisvesting, CDA) is tegen een dergelijke belasting. Volgens De Jonge doet zich aanmerkelijk minder leegstand voor dan de 60.000 woningen waarover wordt gesproken.

Tekort

De VNG stelt daartegen dat elke woning telt, ook al zouden ‘slechts’ 30.000 leegstaande woningen op deze manier eerder kunnen worden bewoond. Ook verengt De Jonge de discussie naar de zin van de koepel te zeer tot woningen. ‘Het gaat de gemeenten om een prikkel die leegstand van al het vastgoed ontmoedigt. En daarin schiet de leegstandsverordening bij voorbaat al tekort. Die is beperkt zich tot alleen woonruimten.’

Verschillende modellen

Daarnaast ervaren gemeenten het instrument van de leegstandsverordening als te beperkt, tijdrovend en omslachtig. ‘Er zijn verschillende modellen denkbaar waarover wij graag met u en het ministerie het gesprek willen voeren’, schrijft de VNG aan De Jonge. ’Met een aangenomen motie kunnen we concreet gaan nadenken hoe dit vorm te geven.’