Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

'In vijf maanden kabinet drie keer op m'n donder'

Pieter Winsemius (66) blikt terug op zijn kortstondige comeback als minister van Vrom in het kabinet Balkenende III. 'Met de wijken zijn we nu een jaar verder. De bal lag op de stip, de keeper was bij de hoekvlag, maar het is toch mislukt.'

21 maart 2008

Op 22 februari 2007 beëindigde Pieter Winsemius zijn tweede ministerschap. Na twintig jaar was hij teruggekeerd op het departement van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, maar deze keer betrof het slechts een vijf maanden lange onderbreking van zijn lidmaatschap van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

 

Pieter Winsemius: 'Je komt op het ministerie, en dan is het eerste wat de communicatieafdeling zegt: "Wat voor profiel wilt u hebben?" Ik zeg: "Vijf maanden? Het gaat echt niet langer duren dan vijf maanden. Een profiel, daar moet je niet aan beginnen, jongens. Ik ben hier dienend, en als er in die vijf maanden nog iets kan gebeuren wat zinnig is, dan is het mooi meegenomen, maar profiel ga je niet in vijf maanden opbouwen."

 

'Ik heb ze maar gezegd wat ik vond. Daar waren ze een beetje teleurgesteld over, en dat hoort. Het waren leuke mensen hoor, we hebben prima werk gedaan met elkaar. Maar ik kreeg ook nog de geniale vraag, en dat was echt een verrassing voor me... In de staf werd eens per maand, meen ik, besproken hoe de media jou lazen. En dan kreeg je een telling van positieve en negatieve commentaren. Ik heb dat maar verboden waar ik bij was. Ik denk: jongens, als we dat gaan doen, dan zitten we hier over de minister en de staatssecretaris als persoon te praten, en daar hebben we echt geen behoefte aan. Natuurlijk is het nuttig om te weten of je de mensen op een bepaald moment wel of niet bereikt. Dus in dienende zin, maar niet in de zin van: Scoren we goed? Sta ik op pagina drie?

 

'Neelie Kroes was daar zo knap in, daar heb ik in de jaren tachtig met bewondering naar zitten kijken, de eerste keer dat ik in het kabinet zat. Als die op een boot ging, dan slaagde ze erin om op pagina drie een foto te krijgen waarop haar schoenen stonden, los, want die had ze dan uitgetrokken, en zij op de achtergrond op die boot. Daar zou ik van mijn levensdagen niet in slagen. Zij had pagina drie, ik haalde altijd alleen maar de weekendbijlagen. Ik zat in de lange discussieprogramma's en Neelie zat in alles wat nieuws maken was. Die knipte linten en schoot kanonnen en weet ik wat.

 

'Dat was de mannetjesmakerij, maar tegenwoordig heb je ook de spindoctors. Dus één slag ernstiger. De mannetjesmaker zorgt voor profiel, de spindoctor zit te spinnen. Ik ging naar een overleg over de Schipholbrand. We zaten precies met z'n zessen in de kamer, drie ministers en drie topambtenaren. Ik kende de agenda's van die zes redelijk goed. En verdomd, 's avonds staat het allemaal in NRC Handelsblad, inclusief het feit dat ik soms uit het raam keek als er een vraag kwam waarop ik niet wilde reageren. Dat klopte inderdaad. Want als je zo uit het raam gaat zitten kijken, midden in een vergadering, is het toch lastig om je iets te vragen.

 

'De NRC had natuurlijk welingelichte bronnen. In de journalistiek moest je vroeger één bron hebben en dan een tweede om het te kunnen dekken. Die tweede bron kun je erafhalen; dat heeft de journalistiek laten vallen. Dus dan heb je de welingelichte bron. Dat "welingelichte" kun je er ook afhalen. Het is de welingelichte en doorgelichte en dan voorgelichte en opgelichte bron geworden. Dat is gewoon heel gesponnen, en het is een interessante vraag waarom de kwaliteitskranten in Nederland daaraan meedoen. 'Toen ik dat drie keer had meegemaakt, heb ik zelf maar eens iets ingegeven. En verdorie, het kwam keurig in de krant. Dat gaat heel goed, dat werkt prima. Ik vond het wel amusant. Als je het spel in de gaten krijgt, dan is het wel weer leuk hoe het gespeeld wordt, dan kun je er ook rekening mee houden.'

 

Logica

 

'Ik zat in september 2006 te schilderen op een heuveltop in Toscane, toen ik werd opgebeld. Ik was wielrennertjes aan het inverven op een schilderij dat mijn vrouw had gemaakt, onze eerste gezamenlijke productie. Zij maakte het landschap en ik verfde de wielrennertjes in. Ik heb die dag Balkenende en Rutte aan de lijn gehad, en het verhaal was zo logisch dat zelfs ik het kon volgen. Er waren na het rapport over de Schipholbrand plotseling twee vacatures in het kabinet, de verkiezingsdatum 22 november stond al vast, dus dan is het inderdaad logica dat je voor zo'n tijdelijke periode probeert goud van oud terug te halen, twee mensen die op die posten ervaring hebben.

 

'Het was natuurlijk gek om na meer dan twintig jaar als minister terug te keren. Kijk, allerlei lui doen altijd een beroep op je: het vaderland roept dit en dat. Daar ben ik niet zo gek gevoelig voor, eerlijk gezegd. Als er iets geroepen wordt, doe ik het zelf wel. En het vaderland, dat is reuze interessant, maar wie is dan het vaderland? Maar dit was logisch. Je moet dan wel lui hebben die zich uit een baan kunnen vrijmaken en een redelijke kans hebben dat ze daar kunnen terugkeren. Dat was bij Ernst Hirsch Ballin en mij het geval. Hij zat bij de Raad van State en ik zat hier bij de WRR - en dat is iets anders dan wanneer je de baas van de tennisballenfabriek bent, voor wie geldt: weg is weg.

 

'Dus dan zeg je: als je op zinnige wijze een gat kunt vullen, dan moet je het doen. Ik heb er ook niet veel dieper over nagedacht, om eerlijk te zijn. En ik was vijf maanden later ook heel tevreden dat ik weer uit het kabinet was. Ik heb zelfs op één dag na precies voorspeld hoe lang het zou duren.'

 

Muziekje

 

'Ik moest geweldig snel instappen in de discussie over de Schipholbrand, want binnen een maand na mijn benoeming werd het onderzoeksrapport in de Tweede Kamer behandeld. Ik had mijn kanttekeningen bij dat rapport, zeker bij de film die erbij hoorde, met zo'n muziekje. Daar had wel een communicatiedeskundige bij gezeten die zei: "Kom, we gaan eens een beetje stemming maken". De opdrachtgever had zich volgens mij moeten afvragen: is dit kien? De Onderzoeksraad voor Veiligheid had best een stukje van de nuchterheid kunnen behouden. Nou ja goed, laat maar. In de Kamer was het best spannend, maar het is uiteindelijk redelijk goed gelopen.

 

'Direct bij het begin was ook al gebleken dat ik verondersteld werd de huurliberalisering af te maken. Met daarbij de huurverhoging, want er lag een nogal gewrongen constructie. Die wet was door een langdurige behandeling in de Tweede Kamer best gecompliceerd gemaakt, oi oi oi. Daar hebben ze me op het departement vier middagen op voorgelicht. We hadden de afspraak gemaakt dat ik zou doorvragen tot ik het begreep. Dat moet je wel durven, dat je bij de vierde keer nog zegt: nog een keer opnieuw, nog een keer opnieuw. Tot je het begrijpt. Dat klaarden we.

 

'Daarna hadden we nog wat afspraken hoe het in de Eerste Kamer zou gaan, nou, dat is wat anders gelopen, om het vriendelijk te zeggen. Het CDA weigerde het daar te behandelen. Eerst hebben ze het over de verkiezingen heen weten te tillen en toen waren de afspraken vervallen. Dus dat heeft het CDA wel heel sympathiek gedaan.'

 

Communicatie

 

'Inmiddels was het kabinet demissionair, en toen zijn we iets heel leuks gaan doen. We begonnen de discussie over de kwetsbare buurten met de wooncorporaties. Daar was het ministerie al heel ver mee. Ze hadden het rapport Vertrouwen in de buurt van de Wetenschappelijke Raad, waarvan ik zelf de hoofdschrijver was, opgepikt. Dat wist ik, daar was ik heel intensief bij betrokken geweest.

 

'We hebben op een gegeven moment tegen de voorlichtingsafdeling gezegd: "Luister eens, wij kunnen natuurlijk niets in deze demissionaire fase. Je kunt geen wetten maken, je kunt ook geen subsidie meer regelen of wat dan ook, maar je kunt één ding. Niemand kan jou verhinderen dat je een aanbod krijgt. Dus er is maar één instrument en dat is communicatie, niet als ondersteunend beleidsinstrument maar als hoofdbeleidsinstrument."

 

'Dat waren ze eigenlijk goeddeels vergeten. Met het milieubeleid hadden we dat in de jaren tachtig ook gedaan. Daar werkten we met drie instrumenten: de peen, de zweep en de tamboerijn. De peen was de subsidieregeling - of de straf, platter gezegd, zeg maar de boetes. De zweep was de wet- en regelgeving. En de tamboerijn was de communicatie. Dan speel je een bepaald muziekje en dan denkt elke fatsoenlijke hond dat hij bij het horen van die muziek door de hoepel moet springen.

 

'Maar gelukkig gaat het meeste in Nederland met communicatie. Dat doe je nou eenmaal zo in dit land. Dus ik heb tegen de voorlichtster gezegd, en dat was gelukkig een hele goeie, leuke, jonge voorlichtster: "Babet, moet je goed opletten, want dit is heel spannend. De kans is groot dat het mislukt, maar we gaan kijken of we met communicatie..."

 

'Toen maakte ik gelukkig een aantal fouten, waardoor ik geregeld het verzoek kreeg om op de tv te verschijnen. Ik heb drie keer op mijn donder gehad in het kabinet in die korte periode. Wel gelachen hoor, dat je denkt: hé, wat winden ze zich op. Je weet, als je maar het woord "hypotheekrenteaftrek" gebruikt, dan zit je al bij Pauw & Witteman, of in Buitenhof of Nova of wat dan ook. Daar profiteerden, tussen aanhalingstekens, we aardig van. Mijn voorlichtster regelde dan: de minister wil wel komen praten, maar hij wil eigenlijk praten over die kwetsbare buurten. Dat vonden ze allemaal ook prima. Dus wij kregen enorm veel televisietijd, het was om je rot te lachen.

 

'De verhoudingen met de corporaties waren redelijk goed; die begrepen wat de bedoeling was. Het ging verrassend snel, dat we precies terechtkwamen waar we wilden. Toeval is logisch, zegt Cruijff, maar het viel allemaal op zijn plaats: ook de druk van de verkiezingsprogramma's, waar de corporaties nadrukkelijk in de kijker werden geplaatst om van hun geld te worden beroofd, zodat zij rijp waren om te gaan meedenken. Ik heb groot respect overgehouden voor de manier waarop Aedes, de koepel van de corporaties, en met name de voorzitter daarvan, Wim van Leeuwen, dat hebben gedaan. Maar ook een aantal andere trekkers in corporatieland, gewoon individuele trekkers van de grote corporaties. Het was een fenomenaal snelle, knappe besluitvorming, echt heel motiverend om dat hier een keer zo mee te maken, de klassieke convenantenbenadering.

 

'Toen ik in de gaten kreeg dat er een kleine kans was, heb ik tegen directeur-generaal Annet Bertram - die nu gemeentesecretaris in Den Haag is - gezegd: "Annet, het is bloedlink, we hebben vijf procent kans dat het lukt. Wil je dat wel? Als het goed gaat, krijgen wij geen eer van de zaak. Dat moet ook niet, dat moet het volgende kabinet hebben. Als het verkeerd gaat, krijgen wij de eer. Dat is voor mij niet zo erg, ik zit tegen het eind van mijn carrière, dus ik speel quitte of dubbel. Maar jij bent 48 en je moet nog een stukje verder."

 

'Zij zegt: "Maar het is toch belangrijk?" Ik zeg: "Absoluut." En zij: "We moeten het doen." Dus toen zijn we ervoor gegaan, maar dan ook voluit. Met een paar ambtenaren erbij, in totaal vier manschappen plus de voorlichtster, die ook echt in het team zat. Wij zaten bij vergaderingen van Aedes, dat ze zeiden: "Zit je hier als minister, als directeur-generaal?" Wij zeiden: "Eigenlijk zitten we jullie te adviseren, zodat jullie straks een verstandig standpunt innemen, maar je mag het zelf zeggen hoor, jullie hebben ons uitgenodigd." Dus zo zaten we erbij, het was buitengewoon leuk. Als je dat zag, kreeg je echt weer hoop dat er in het vaderland wél iets kan gebeuren. Dat ambtenaren ook iets kunnen, om het zo maar te zeggen. Wat velen betwijfelen, hè.

 

'Het is klaargekomen vlak voordat het kabinet rond was. Ik had informateur Herman Wijffels steeds op de hoogte gehouden, wij kennen elkaar zeer goed. Uiteindelijk is het heel positief geformuleerd in het regeerakkoord terechtgekomen, en daarop is dat ministerie van WWI, Werk, Wonen en Integratie, ontstaan - dus zeg maar Vogelaar binnen Vrom. Het één is linea recta met het andere verbonden, dus dat was wel heel leuk.'

 

'Het gaat er nu beroerd mee, en ik weet niet precies hoe dat zit. Er is in de getallen iets fout gegaan bij de kabinetsformatie - ze hadden te veel geld opgeschreven, daar komt het op neer - en dat hebben ze nooit meer kunnen corrigeren. En daarna is in de onderhandelingen iets fout gegaan. Wouter Bos had besloten dat hij het geld dat hem door de corporaties vrijwillig was aangeboden, via de belastingen wilde laten lopen, want dan kon hij laten zien dat hij in 2011 geen financieringstekort had. Ella Vogelaar en Wouter Bos hadden tijd nodig om dat met elkaar wat uit te sorteren, en in die periode kon Ella eigenlijk niet onderhandelen met de corporaties. Want het was onduidelijk hoe het in Den Haag lag.

 

Jaar verder

 

'Gaat het nu lukken? Ja, je bent wel een jaar verder. En de bal lag wel op de penaltystip en de keeper was bij de hoekvlag. Dat moet lukken voor de meeste mensen, zelfs mij lukt dat.

 

'Nu dus niet meer en dat is zonde, want bijna iedereen is het met elkaar eens: in die wijken is het geen feest, daar moet wel wat gebeuren. De noodzaak is heel groot. Natuurlijk was dit niet dé remedie, maar het ging wel om vierhonderd miljoen per jaar, die je in die kwetsbare buurten kunt stoppen, voor aanleg van plantsoenen, scholen, extra politie, wijkwerk, de sociale pijler.

 

'Ik heb aan tafel gezeten met Jan Marijnissen tot Marco Pastors, het werd bijna letterlijk Kamerbreed gedragen. Dan mag je hopen dat er wat schot in komt. En die corporaties wilden wel meewerken, maar ik denk dat in die vertraging het gemodder is ontstaan. Zo'n onderhandeling wordt dan steeds minder leuk.

 

'Als je vroeger uit vrijen ging, dan moest toch ook eens een keer van beide kanten een hand worden vastgehouden. Het moet een beetje leuk zijn om elkaar tegen te komen, dat je denkt: goh, morgen ga ik weer, misschien lukt het dit keer wél. Toch? En dat is, denk ik, weggelopen.'

 

Pieter Winsemius

 

Pieter Winsemius werd in 1942 in Voorburg geboren. Hij studeerde natuurkunde in Leiden en haalde vervolgens een MBA aan de Stanford Business School in Amerika. In 1975 trad hij in dienst bij McKinsey in Amsterdam. Van 1982 tot 1986 was hij voor de VVD minister van Vrom in het kabinet-Lubbers I. Daarna keerde hij terug naar McKinsey, tot hij in 2003 lid werd van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Van 26 september 2006 tot 22 februari 2007 onderbrak hij zijn werk bij de WRR. Hij verving Sybilla Dekker, die wegens de Schipholbrand was afgetreden, als minister van Vrom in het derde kabinet-Balkenende.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie