Wie trekt voor verzakkingen de portemonnee?
Gemeenten en rijk kijken naar elkaar bij funderingsschade.
Door slechte funderingen en zakkende bodems ontstaat op steeds meer plaatsen schade aan woningen. Burgers zitten met enorme herstelkosten voor schade die buiten henzelf is veroorzaakt. Een oplossing vereist regie en geld van de rijksoverheid, vinden betrokken organisaties.
Scheuren
Toen Ellen Dekker in 2006 ging wonen in een monumentale kop-romp boerderij in het Friese Spanga, gemeente Weststellingwerf, was er nog niets aan de hand. Uit een bouwtechnische keuring bleek de woning in goede staat, en op het oog zonder veel risico op funderingsschade. Maar tien jaar later bleek de boerderij scheef te zakken. ‘Onze woning heeft zeer ernstige schade, aan de fundering, maar ook aan het casco. Het huis breekt in tweeën, overal zijn scheuren, het dak gaat uit elkaar.’ In een bijeenkomst over funderingsproblematiek in de Tweede Kamer vertelt Dekker eind mei dat de boerderij inmiddels is opgegeven. ‘Onze woning heeft geen toekomstperspectief meer.’
Ontwaterd
Voor de oorzaak van de schade hoeft Dekker niet ver te zoeken. In een aantal van de Friese veenpolders is, nog tot in het recente verleden, herverkaveld en flink ontwaterd om de grond beter geschikt te maken en houden voor intensieve landbouw. Omdat bodemdaling al werd voorzien door de overheden, werden rond een aantal boerderijen hoogwatersloten aangelegd om het waterpeil rondom de woning hoog te houden en verzakkingen te voorkomen. Maar die aanpak lijkt gefaald te hebben. Dekker is niet de enige met funderingsschade in de polder.
Niet genoeg
Inmiddels hebben provincie Friesland en Wetterskip Fryslân een tegemoetkoming toegezegd bij gevallen van funderingsschade die als ‘code rood’ worden gekwalificeerd: 40 procent van een maximaal herstelbedrag van 100.000 euro wordt vergoed. Voor Dekker is die maximale 40.000 euro bij lange na niet genoeg. Haar schade loopt in de tonnen. ‘Het voelt als de Groninger aardbevingsproblematiek: een bewuste economische keuze uit het verleden waarvan de woningeigenaar het slachtoffer is, zonder dat hij of zij er enige invloed op heeft.’
Voor gedupeerden lijkt de gemeente het eerste loket waar ze terecht moeten kunnen
Uitgebreid
Funderingsschade door paalrot is een probleem waar gemeenten in veenweidegebieden de nodige ervaringen mee hebben. Maar de laatste jaren heeft het probleem zich uitgebreid naar gebieden die nooit met funderingsschade of scheefstand van woningen te maken hebben gehad. De langere droge periodes en lagere grondwaterstand hebben invloed op dieperliggende kleilagen, waardoor ook de grond zakt onder woningen die niet op palen zijn gefundeerd. Voor gedupeerden lijkt de gemeente het eerste loket waar ze terecht moeten kunnen, maar in de praktijk is het volstrekt onduidelijk waar ze terecht kunnen.
Almelo-De Haandrik
Daarmee is niet gezegd dat overheden burgers niet willen helpen met hun funderingsproblemen, en zich in sommige gevallen bewust zijn van de scheve aansprakelijkheid in funderingszaken. De Friese overheden vergoeden bij de zakkende woningen in Weststellingwerf toch een deel van de schade. Bij verzakkingen van woningen langs het kanaal Almelo-De Haandrik na verdiepingswerkzaamheden van het kanaal heeft de provincie Overijssel in 2021 een schaderegeling toegezegd. En in het verleden hebben gemeenten funderingsherstel nog relatief royaal vergoed.
Uitzonderingen
Toch zijn het vaak uitzonderingen. Gemeenten met veel kennis en ervaring met zakkende woningen en problemen met paalfunderingen, zoals Rotterdam, Schiedam, Zaanstad en Haarlem, hebben funderingsloketten ingericht om burgers te helpen en wegwijs te maken in de aanpak en financiering van funderingsherstel. Maar vergoeden van de schade kan niet, zegt Michel Klijmij-van der Laan, GL-wethouder in Gouda en voorzitter van het platform Slappe Bodem, een samenwerking van overheden voor het delen van kennis over bodem en funderingsproblematiek.
Spagaat
‘Ook Gouda staat op slappe grond en heeft veel woningen met houten paalfunderingen. We gaan ervan uit dat daarvan zo’n 1.200 woningen risico lopen op funderingsschade. Als we als gemeente werkzaamheden uitvoeren die invloed kunnen hebben op de ondergrond, dan willen we omwonenden en eigenaren zo goed mogelijk informeren en helpen. Maar we kunnen nu eenmaal geen funderingsherstel vergoeden. Als we dat voor 1.200 woningen moeten doen, zou dat een direct faillissement van de gemeente betekenen.’ Het is een moeilijke spagaat, erkent Klijmij-Van der Laan. ‘We moeten wel dingen in de openbare ruimte kunnen doen. Als er een riool kapotgaat, moeten we het vervangen. Ook als dat risico’s oplevert voor de ondergrond van woningen in de straat.’
Sluipmoordenaar
Voor veel woningeigenaren geldt dat ze de potentiële gevaren van funderingsschade voor hun huis niet onderzoeken. Ten eerste kost een funderingsonderzoek al duizenden euro’s, en ten tweede zijn de gevolgen bij geconstateerde funderingsproblemen groot: het huis wordt praktisch onverkoopbaar. Klijmij-van der Laan: ‘Veel eigenaren denken toch: zolang je niet naar de dokter gaat, ben je niet ziek. Maar dit probleem is een sluipmoordenaar. Juist het besef dat je woning risico loopt is het begin van een oplossing.’ Daarom moet er veel meer worden ingezet op informeren en kennisoverdracht, vindt hij. ‘Uiteindelijk is het een probleem dat eigenaren en overheden gezamenlijk moeten oppakken. We hebben de rijksoverheid daarbij hard nodig’
Veel partijen zijn niet tevreden over de opzet van het fonds
Landelijke regeling
Een poging om een landelijke regeling voor het financieren van funderingsschade op te zetten is het Fonds Duurzaam Funderingsherstel, een samenwerking van gemeenten, rijk, banken en verzekeraars en het kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF). Gedupeerden kunnen via het fonds een lening krijgen om funderingsherstel te betalen, ook als ze dat niet kunnen financieren met een lening bij de bank of hypotheekverstrekker. Maar veel partijen zijn niet tevreden over de opzet van het fonds, omdat het in de praktijk nog teveel hordes opwerpt om een lening te krijgen. Bovendien zijn nog maar vijf gemeenten deelnemer in het fonds, en een woningeigenaar kan alleen bij het fonds terecht als zijn of haar gemeente ook deelneemt. Het is de grootste bottleneck, erkent Hilbert Bouwman van fondsbeheerder SVn.
Niet-kunners
‘De nu deelnemende gemeenten zijn Rotterdam, Haarlem, Zaanstad, Lansingerland en Alphen aan den Rijn. Maar we zien dat het funderingsprobleem inmiddels ook voorkomt buiten de klassieke veenweidegebieden. En vaak hebben gemeenten daar weinig of geen enkele ervaring met deze problematiek. Daarom wordt er nu gekeken naar een landelijk dekkend fonds, waarin de woonplaats geen bepalende factor is. De financiering wordt dan wel beperkt tot de niet-kunners: de mensen die op een andere wijze geen funderingsherstel kunnen financieren.’
Onderzoek
Inmiddels ligt er een onderzoek en advies bij het ministerie van Binnenlandse Zaken over een landelijk dekkend fonds, maar een besluit daarover is nog niet genomen. Gezien de politieke situatie in Den Haag ligt het niet voor de hand dat er snel actie zal worden ondernomen.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De Overheid kan -afhankelijk van de politieke belangen- wel onderzoek faciliteren naar eventueel oorzaken en oplossingen via het verstrekken van subsidies.