Verstoord woonschipgenot
B en W van Amsterdam weigerden ten onrechte een vergunning voor de verbouwing van een woonschip. ‘Behoud van historisch karakter’ staat namelijk niet in de hoofdstedelijke verordening.
In het water van de Amsterdamse Oosterdok, schuin tegenover de ‘drijvende Chinees’, ligt de woonboot van Kees Grootveld*. De boot is een ongeveer vijfendertig meter lang woonschip uit 1932. In 2003 past de halve landrot zijn schip aan.
Er komen extra patrijspoorten in de kop van het casco. De ‘luikenkap’ (de metalen resp. houten afdekking van het ruim) wordt vervangen door een nieuw dak, zodat Grootveld erover kan lopen. En er komt een nieuwe ingang midden op het schip. Het nieuw verworven woongenot wordt verstoord als de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam in 2005 aangeeft dat Grootveld alsnog een bouwvergunning moet aanvragen.
In de zomer van 2006 weigeren B en W van Amsterdam die vergunning. De Commissie historische schepen heeft namelijk een negatief advies uitgebracht, omdat de verbouwing het historisch karakter van het woonschip heeft aangetast. B en W dragen Grootveld meteen op de illegale verbouwing binnen uiterlijk drie maanden ongedaan te maken. Anders verbeurt hij een dwangsom van 10 duizend euro.
Als Grootveld bezwaar aantekent en het college dat afwijst, gaat de verbouwereerde verbouwer in beroep bij de rechtbank Amsterdam. Die zegt dat B en W het bezwaar niet hadden mogen afwijzen, omdat ‘behoud van het historisch karakter’ niet als weigeringscriterium is opgenomen in de Verordening op de haven en het binnenwater 2006.
Dat de weigeringsgrond valt onder het criterium ‘ordening’, dat wél in de verordening staat, wil er bij de bestuursrechter niet in. Die ordening geldt namelijk voor het gebruik van de beschikbare ruimte op het water.
Evert Blees merkt dan namens de gemeente op dat het woonschip door de verbouwing een woonvaartuig is geworden. Daarom mag het niet langer zijn dan vijfentwintig meter en gebruikt de woonboot van Grootveld te veel ruimte op het water. Maar dit argument dringt volgens Blees niet goed door tot de bestuursrechter.
B en W gaan tegen deze uitspraak in hoger beroep bij de Raad van State. Die zegt dat het college het bezwaar van Grootveld om een hele andere reden heeft afgewezen en het ordeningsargument te laat heeft aangevoerd. Daarom laat de Raad dit verweer buiten beschouwing en is het hoger beroep ongegrond.
Omdat de Raad van State de zaak niet inhoudelijk heeft behandeld, gaan B en W er nog steeds vanuit dat het schip een vaartuig is geworden en de bouwvergunning niet kan worden verleend. Grootvelds advocaat Matthijs Vermaat eet nu zijn schoenen op: ‘De Commissie historische schepen heeft in januari dit jaar aan Ben W geschreven dat zij het schip ondanks de aanpassingen nog steeds beschouwt als woonschip.’
*) om privacyredenen is de naam veranderd
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.