De nieuwe verantwoordelijkheid van het schoolbestuur
Column van Ingrid de Moel van Bouwstenen voor Sociaal
In mijn werk voor Bouwstenen sta ik regelmatig voor een dilemma. Wat ga ik doen met informatie over iets dat mogelijk niet helemaal in de haak is? Een voorbeeld. Onlangs was ik op zoek naar een school die haar nieuwe taak, de uitvoering van het buitenonderhoud per 1 januari 2015, goed had geregeld. Ik werd getipt over een school. Die had het onderhoud ondergebracht bij een BV en die BV deed ook het buitenonderhoud voor andere scholen in haar regio.
Dat klonk goed, dus ik bellen. Even een vraag: van wie is die BV? Krijg ik een heel verhaal hoe goed ze bezig zijn en dat ik voor vragen niet bij het schoolbestuur moet zijn omdat die er niet zoveel van weet. De man aan de lijn wil het verhaal dolgraag zelf op onze bijeenkomst komen vertellen. Maar dat wil ik weer niet. Het is de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur en ik wil dan ook het verhaal van het schoolbestuur zelf horen. Ook wil ik nog steeds graag weten hoe het zit met die BV. Blijkt, na irritant lang doorvragen door mij, dat die BV onder de school hangt en dat de man aan de telefoon halftijds in dienst is bij diezelfde school en voor de andere helft de BV runt.
Kling, aandacht, gaat het door mijn hoofd. Ik zoek op de site van de betreffende BV. Hier staat niets over de binding met de school. Ik zoek op de site van de school. Ook hier geen info over de binding met de BV. Dat die binding er wel degelijk is, blijkt later uit het register van de Kamer van Koophandel. Weten die andere scholen dat ook? Is een school niet verplicht hierover inzicht te geven? Hoe transparant moet een school tegenwoordig eigenlijk zijn over de wijze waarop ze georganiseerd is en waar ze het belastinggeld aan besteedt?
Geen aandacht voor financiële verantwoording
Ik bezoek de websites van een aantal basisscholen. Geen financiële verantwoording, geen jaarverslagen, geen deelnemingen. Vreemd. Ik zie dat een grote scholenkoepel adverteert met financiële cursussen voor basisscholen, bel ze op en vraag of ze in deze cursussen ook aandacht besteden aan de nieuwe taken rond het buitenonderhoud en de financiële verantwoording daarvan. Het antwoord is: “Nee, dat is in 2016 pas aan de orde, als de boeken van 2015 worden besproken.” Ja, zo gaat het lekker; achter de wagen en als het kalf verdronken is. Ik zoek op de site van de PO-Raad wat daar tegenwoordig staat over goed bestuur en transparantie. De informatie die ik daar vind geeft het beeld dat de ‘governance’ bij scholen nog helemaal in de kinderschoenen staat. Diverse bestuurders die ik spreek, bevestigen dat.
Wat moet Bouwstenen hiermee? Het onderwerp gaat veel verder dan de onderwijshuisvesting en is te groot voor ons. Maar we weten ook dat het juist op dit vlak goed mis kan gaan en het onderwijs in de knel kan komen. Goed bestuur en scherp toezicht, ook rond huisvestingszaken, zijn belangrijk om dat te voorkomen. Ik hoop van harte dat schoolbesturen, de PO-Raad en de Onderwijsinspectie voortgang op dit onderwerp gaan boeken en dat gemeenten en de samenleving meer transparantie van scholen gaan vragen. Er ligt een nieuwe taak in het buitenonderhoud, maar binnen is er ook nog een achterstandje weg te werken begrijp ik.
Op het congres van de PO-raad op 12 juni 2015 waren diverse masterclasses en workshops over transparantie en verantwoording. Ik heb die van Steven de Waal gevolgd en daar diverse mensen gesproken, ook directeuren van schoolverenigingen, met ouders als leden. Het Ministerie van OCW organiseert samen met de PO-raad, VO-raad, enz. enz. op 23 september een conferentie over verantwoording, met groot onderhoud en vastgoedbeheersing als een van de thema’s. Nieuwe verhoudingen, maatschappelijke verankering, horizontaal en verticaal toezicht; het is even wennen, voor iedereen, en niet op de laatste plaats voor mij.