Aardgasvrije bedrijven maken pas echt verschil
Veenendaal probeert bedrijven van het gas af te halen. Bedrijven maken pas echt het verschil.
De grootste gasverbruikers binnen gemeenten bevinden zich op de bedrijventerreinen. Hoe verleid je de daar gevestigde bedrijven tot een duurzamer beleid? Veenendaal pioniert er met vallen en opstaan mee op De Faktorij en De Vendel.
Het lijkt zo’n simpel rekensommetje. Het meeste gas binnen een gemeente wordt doorgaans niet door burgers verstookt maar door een beperkt aantal grootverbruikers onder de lokale bedrijven. Help je één zo’n bedrijf van het gas af, dan kan dat meer aan de energietransitie bijdragen dan de afkoppeling van een hele woonwijk. Bovendien spelen emoties bij bedrijven, anders dan bij burgers, een bescheiden rol: als hun nieuwe, duurzame businesscase maar deugt. En dan is het veelvuldig voorkomende plat dak op bedrijventerreinen ook nog eens de ideale ondergrond voor zonnepanelen. Grijpen die kans, dachten ze in Veenendaal.
De gemeente legde haar zeven bedrijventerreinen langs een meetlat en koos er twee uit om het duurzame avontuur mee te beginnen: De Vendel en De Faktorij, langs de A12 gelegen. De Vendel bestaat uit kantoorgebouwen; De Faktorij telt vooral grote loodsen waar lichte industrie en transportbedrijven huizen. ‘Veel gemeenten richten zich bij de energietransitie op woningen. En daar gaat in de media ook de meeste aandacht naar uit’, zegt Frederik Oudman, projectleider energietransitie van de gemeente Veenendaal. ‘We wilden er een of twee bedrijventerreinen uitpikken waar we de energietransitie tot in detail konden doorrekenen. Bedrijven vormen echt een andere groep dan burgers, worden door andere zaken getriggerd. We hebben als voordeel dat we hier in Veenendaal een grote bedrijvenkring hebben, waarvan zo’n negenhonderd bedrijven lid zijn. Ze zijn al actief met duurzaamheid bezig. Een ideale partner om ons als gemeente op te richten.’
Niet dat alle ondernemers meteen staan te trappelen als de gemeente bij hen aanklopt. ‘Ik kan wel stellen dat de meeste ondernemers erg sceptisch zijn over het onderwerp aardgasvrij’, zegt parkmanager Sijmen van Dommelen die de Veenendaalse bedrijven vertegenwoordigt. ‘Tegelijk zien ze ook dat ze moeite moeten doen om toekomstbestendig te worden. Met name om waarde van hun vastgoed te behouden.’
Samen doen
Van Dommelen begint over de informatiemiddag, afgelopen september. Zo’n 40 van de circa 165 bedrijven op De Vendel en De Faktorij waren present. ‘De toon was aanvankelijk: wat doet de gemeente ons aan met haar energieplannen? Aan het eind van de middag was de slotsom: we zijn kritisch, maar we gaan het wél samen doen. Dat werkt echt anders dan wanneer je bij bijeenkomsten met bewonersverenigingen gaat zitten. De emotie zit er bij ondernemers ook in, maar uiteindelijk wint dan toch het zakelijke aspect.’ Het aardgasvrij maken van De Vendel en De Faktorij staat voor de gemeente Veenendaal niet op zich maar is onderdeel van een bredere aanpak die voortspruit uit de Transitievisie Warmte, legt Oudman uit.
‘We vragen eerst alle bedrijven naar hun toekomstperspectief. Hoe spelen ze er bijvoorbeeld op in als straks de vrachtwagens elektrisch worden? Kunnen ze hun parkeerterreinen niet vergroenen? De gemeente is de procesbewaker en de Bedrijvenkring geldt als belangenvertegenwoordiger. Je moet elke ondernemer op misschien wel vier verschillende manieren ondersteunen, maar wel overzichtelijk en laagdrempelig.’
Een belangrijk vliegwiel voor het project was de aanvraag die Veenendaal had ingediend bij het Programma Aardgasvrije Wijken. ‘Een tikje rebels’, lacht Oudman, omdat dit programma zich immers primair op woonwijken richt. Ten onrechte, vindt hij. ‘In de eerste proeftuinrondes zat geen enkel utiliteitsterrein. In die twee, drie jaar had je een hele hoop kennis kunnen opdoen over hoe je bedrijven aanspreekt en tot actie aanzet.’
Van Dommelen is het er roerend mee eens. ‘De energietransitie op bedrijventerreinen is ten onrechte een ondergeschoven kindje. Er wordt heel weinig onderzoek naar gedaan naar hoe je een bedrijventerrein kunt verduurzamen. Wil je als gemeente een bedrijventerrein aanpakken, dan zit dat in de productieprocessen én in de gebouwen. De uitdaging is dus enerzijds om die grote stappen te zetten met de paar grote gebruikers van procesgas, en om tegelijkertijd ook de vele panden waar aardgas wordt gebruikt voor verwarming aan te pakken.’
Slimmigheidje
Veenendaal hoopte het Programma Aardgasvrije Wijken met een slimmigheidje te vermurwen, door in de plannen nadrukkelijk de 34 bedrijfswoningen op de twee terreinen te benoemen. Tevergeefs. Luttele dagen voor het verslaggeversbezoek kwam de negatieve uitslag. ‘Al was er enigszins rekening mee gehouden, zuur is het wel’, zegt wethouder Marco Verloop (energietransitie, SGP). ’We hadden 4,2 miljoen euro aangevraagd. Dat hebben we nu dus niet. Dat heeft consequenties voor de inspanningen en het tijdspad.’ Met het geld hoopte Oudman onder andere technisch advies collectief in te kunnen kopen, ‘waardoor je standaard bij alle bedrijven binnenkomt’. Dat wordt nu lastiger. Tegelijk, zegt hij, is de noodzaak om van het gas af te gaan groter dan ooit. ‘Door de oorlog in Oekraïne zijn de energieprijzen enorm gestegen. Dat is voor bedrijven een grote kostenpost. De businesscases voor duurzame energie zien er nu ineens heel anders uit.’
Een mogelijk warmtenet voor De Faktorij en De Vendel is wel onderzocht door de gemeente, maar al snel trok men, samen met de Bedrijvenkring, de conclusie dat dat geen optie was. ‘Dan beland je in een eindeloze discussie die je niet moet willen’, vertelt Oudman. ‘Laat de ondernemers zelf uitvinden wat voor hun de beste opties zijn. Een van de bedrijven op De Vendel is al in duurzaamheid actief. Dat onderzoekt of vier, vijf kantoortorens gezamenlijk iets met warmte-koude-opslag kunnen regelen. Dat soort kleine collectieven werkt prima als eerste stap. Je merkt dat bedrijven elkaar stimuleren.’
Dat betekent niet dat je als gemeente achterover kunt leunen. ‘Je moet zorgen dat het onderwerp bij de ondernemers landt’, zegt wethouder Verloop. ‘Door te laten zien dat het voor het voortbestaan van elk bedrijf nodig is om aan duurzaamheid te doen. Als je dat namelijk niet doet, besta je over een aantal jaren niet meer. We proberen een klein aantal bedrijven tot ambassadeur van onze aanpak te maken. Anders ontstaat snel het beeld dat de gemeente elk bedrijf moet overtuigen. Dat werkt niet. Laat bedrijven elkaar op basis van een businesscase overtuigen.’
Zonnepanelen
En zo’n makkelijke businesscase lijkt de aanleg van zonnepanelen op de in Veenendaal overvloedig aanwezige platte daken. ‘We hebben voor ongeveer 80.000 panelen SDE++ subsidie aangevraagd, waarvan we 64.000 panelen hebben kunnen plaatsen’, begint parkmanager Van Dommelen. ‘Dan zie je al hoeveel je moet afschalen omdat sommige daken incourant zijn. Of omdat de pandeigenaren met de verzekeraars lopen te tobben. We zitten hier in Veenendaal in de Foodvalley. Bij voedingsbedrijven liggen panelen op daken extra lastig. Ik ken een ondernemer die na een investering van, zeg, een miljoen in zonnepanelen nog eens drie miljoen aan zijn dak moet verbouwen omdat anders zijn verzekeraar zich terugtrekt.’
Een ander probleem dat Van Dommelen aanhaalt is de netcongestie. ‘Een aantal ondernemers heeft het dak vol panelen liggen, maar verbruikt zelf maar 20 tot 25 procent. Ze willen het restant terug leveren, maar dat kan niet omdat het stroomnet vol zit. En een lijntje naar de buurman op het bedrijventerrein mag wettelijk ook niet. Dan moet je met accu’s in de weer. Dan creëer je nieuw afval, waar je eigenlijk liever vanaf wil.’
Emoties bij bedrijven spelen, anders dan bij burgers, een bescheiden rol
Dan komt de gemeente volgens wethouder Verloop weer in beeld. ‘Kun je bepaalde energie-installaties zo certificeren dat het voor de assuradeurs makkelijker wordt een verzekering af te sluiten? Je zit ook met de hypotheekverstrekking: als die panelen niet van jou zijn, moet je als ondernemer een soort recht van opstal organiseren. Dat is ingewikkeld. Wij kunnen als gemeente dit samen met ondernemers gaan doen door op een verzekeraar af te stappen en de problemen voor te leggen.’
Ook rond het overvolle netwerk geeft de gemeente ondernemers advies. Verloop: ‘Door ervoor te zorgen dat je minder van het stroomnet gebruik hoeft te maken. Hoe kun je de energie die je opwekt meteen weer zelf gebruiken? Dan heb je de beheerder niet nodig. Of in de zoektocht naar betere opslagsystemen. Daarnaast onderzoeken we of we op de bedrijventerreinen lokaal waterstof kunnen genereren en laten verbruiken.’ De rol van de gemeente is volgens de wethouder om partijen bij elkaar te brengen. ‘Vaak zoeken bedrijven elkaar niet op omdat ze denken concurrent te zijn. Maar als wij ze uitnodigen, komen ze allemaal.’
Omgevingsplan
Zal de gemeente ook het omgevingsplan aanwenden om bedrijven op De Faktorij en De Vendel dwingend te verduurzamen? Niet op korte termijn, verwacht Oudman. ‘De komende twee jaar maken we eerst een wijkuitvoeringsplan voor de bedrijventerreinen. Het is een beetje op de zaak vooruitlopen, maar ik zie niet dat we voor 2030 al verplichtingen op gaan leggen. Dat is ook niet in lijn met wat we in onze transitievisie hebben opgeschreven. Je hebt bij bedrijven de natuurlijke vervangingsmomenten. Je wilt ze eerst de kans geven die aan te grijpen.’ Intussen hopen ze in Veenendaal op meer steun vanuit Den Haag.
Ik zie niet dat we voor 2030 al verplichtingen op gaan leggen
‘Het rijk kan natuurlijk gewoon afkondigen dat in 2050 alle utiliteitsbouw aardgasvrij is. En dat gemeenten dat verder zelf maar moeten uitzoeken’, reageert Oudman. ‘Dan ga je lokaal allemaal tegen zaken aanlopen als de netcongestie of de beperkte ruimte voor bodemwarmte. Er is een bepaalde mate van sturing nodig en die ontdek je pas als je er in een proeftuin mee aan de slag gaat.’ Zijn wethouder is nog wat duidelijker: ‘Het nieuwe kabinet heeft miljarden vrijgemaakt voor de energietransitie van bedrijven, maar de rol van de gemeenten daarin wordt onvoldoende gehonoreerd’, zegt Verloop. ‘Het zou mooi zijn als het rijk een vergelijkbare ondersteuning als de proeftuinen aardgasvrije wijken voor bedrijventerreinen opzet.’
De ondernemers: kijken naar de buurman
‘De Veenendaalse ondernemers willen best verantwoord en duurzaam ondernemen’, begint Rien Bouman, makelaar bij het op De Vendel gevestigde CMC. ‘Maar het moet hun wel wat opleveren.’ Het is echt vervelend, geeft hij als voorbeeld, wanneer je tien jaar geleden al wat zonnepanelen had aangeschaft. ‘Toen waren ze bij wijze van spreken twee keer zo duur en brachten ze tien keer zo weinig op. En misschien is het rendement over vijf jaar nóg weer beter. Een ondernemer denkt dan al snel: laat eerst de buurman die panelen maar leggen. Maar die buurman denkt er toevallig precies hetzelfde over.’
En zo ontstaat de patstelling die ook Jasper Mulders, partner bij marketing- en communicatiebureau Steets, op De Faktorij ziet. ‘Duurzaamheid is moeilijk op de korte termijn te gelde te maken. Er zijn veel kinderziektes. In die zin is er hier niet veel levendigheid op dat vlak. We werken nu allemaal los van elkaar.’ De gemeente zou volgens Mulders om te beginnen de energietransitie beter inzichtelijk moeten maken. ‘Er zijn veel ontwikkelingen. Wat is er voor een bedrijf inmiddels mogelijk? En breng bedrijven samen. Samen kun je veel meer meters maken dan alleen. Ik zie hier heel veel daken leeg liggen. Daar zou een ander bedrijf graag panelen op leggen, maar dat mag lang niet altijd. Vervul als gemeente een adviesrol over mogelijkheden en kosten.’
Bouman: ‘Laat een ambtenaar alle bedrijfspanden afgaan. Wat kost het me als ik verduurzaam, wat levert het me op en wat doet de gemeente daarbij?’ Mulders: ‘Of maak alternatieven inzichtelijk, zoals een gezamenlijk te exploiteren zonneveld. En van mij mag het over meer gaan dan álleen aardgasvrij. Bij ons in De Faktorij is veel steen en beton. Dat kan een stuk groener.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.