Op zoek naar balans tussen rood en groen
Utrecht moet tot 2040 100.000 nieuwe woningen bouwen. Dat zijn heel veel stenen, en heel veel infrastructuur. Maar men wil ook groen erbij.
Utrecht moet tot 2040 100.000 nieuwe woningen bouwen. Dat zijn heel veel stenen, en heel veel infrastructuur. Om te zorgen dat groen en natuur evenwichtig en evenredig in de gebiedsontwikkeling wordt meegenomen, is daar nu het pact Groen Groeit Mee.
De woningopgave in Nederland bedraagt 900 duizend woningen. Afgezien van de ruimte die dat kost, hebben al deze nieuwe bakstenen automatisch gevolgen voor een enorm aantal kilometers nieuwe infrastructuur en kilometers nieuwe energievoorziening. Vaak via handboeken en modellen wordt dit allemaal netjes kwantitatief uitgedrukt.
Vreemd eigenlijk, dat daar nooit een vaste hoeveelheid vierkante meters groenontwikkeling bijhoort, vindt Maryann Glorie-Bergmans van de provincie Utrecht. ‘In Utrecht moeten we tot 2040 liefst 100 duizend nieuwe woningen bouwen.’ Ze is programmamanager van het pact Groen Groeit Mee, een in 2020 gestart programma waarin de provincie, drie regio’s en vier waterschappen samenwerken aan het doel om balans te brengen tussen de verstedelijkingsopgave en de groenontwikkeling in de regio. In februari 2022 ondertekenden bijna veertig betrokken overheden, natuurorganisaties en andere partners het pact Groen Groeit Mee. De ambitie is om bij alle ruimtelijke plannen en gebiedsontwikkelingen groen en water ‘evenwichtig en volwaardig’ mee te nemen. Deze afspraak is voor nieuwe woongebieden tevens vastgelegd in de provinciale omgevingsvisie.
Het is evenwel geen harde afspraak in een bepaalde hoeveelheid groen per nieuwe woning. Een van de achtergronden van het Pact is een onderzoek van het Utrechtse bureau Buiten waarin staat dat de ‘rode’ opgave van 100 duizend woningen gepaard zou moeten gaan met 10 duizend hectare nieuwe natuur, landschap en groene recreatie en nog eens 4 duizend hectare – oftewel een oppervlakte van 8 duizend voetbalvelden – ‘levendige boerensloten’.
Mogelijkheden
Het Pact gaat deze mogelijkheden onderzoeken, want rood en groen moeten meer in balans komen, aldus Glorie-Bergmans. Bureau Buiten raamt de kosten voor het groene programma op 1,2 miljard euro tot 2040, ofwel 64 miljoen per jaar. Dat is relatief weinig vergeleken met de woningopgave, infrastructuur en de energietransitie, aldus Groen Groeit Mee. De baten van meer en beter groen zijn intussen ruimschoots bekend. Meer uitwaaien recreatieruimte, gezondere inwoners, meer ruimte voor aanpassing aan de klimaatverandering, zoals waterberging en droogtebestrijding en meer CO2-vastlegging. Daarnaast voorziet het Utrechtse Pact in ‘meekoppelkansen’ voor de energietransitie, de transitie in de richting van een meer duurzame en verbrede landbouw en de aanpak van bodemdaling in de veenweidegebieden.
‘Binnenstedelijke inbreiding is een gemeentelijke verantwoordelijkheid, maar ook daar wordt gezocht naar versterken van de groenstructuur en de verbinding naar het groen rondom het stedelijk gebied. Buiten de gemeentegrenzen, op uitleglocaties, is de provincie verantwoordelijk, en daar zien we kansen om dit te verbinden met de de bossenstrategie en de groene contour, voorheen onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur’, zegt Glorie-Bergmans. Het pact Groen Groeit Mee loopt tot 2031. ‘Door deze langjarige afspraak leggen we de ambitie vast over de vele bestuurswisselingen heen die tot die tijd plaatsvinden binnen gemeenten, provincie en waterschappen.’
Bestuurlijke drukte
Om ‘bestuurlijke drukte’ te voorkomen, werkt het Pact niet met alle gemeenten afzonderlijk. ‘We gebruiken de al bestaande regionale overlegstructuren U10 (intussen zestien gemeenten rond de stad Utrecht), regio Amersfoort (negen gemeenten) en Food Valley (Gelderse Vallei, Veenendaal).’ Daarnaast doen de vier waterschappen mee, waarvan Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden het aanspreekpunt is. Ook terrein beherende organisaties als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten zijn betrokken.
Maryann Glorie-Bergmans geeft aan, ook met de landbouwlobbyorganisatie LTO en de agrarische collectieven in gesprek te zijn. ‘Al hebben zij het Pact Groen Groeit Mee niet ondertekend. De onduidelijkheid over de ruimteclaim richting het agrarisch gebied bood onvoldoende garanties om die stap te zetten. Steden hebben behoefte aan woningen en recreatie, waterschappen aan ruimte voor water en groen en dan moeten boeren ruimte inleveren en extensiveren, zo dachten de boeren.’
Over een groot en omstreden uitbreidingsgebied als Rijnenburg, waar in een diepe polder ten zuidwesten van de stad Utrecht een flinke bouwopgave is gepland, gaat Groen Groeit Mee niet. ‘Wel proberen we te arrangeren dat wanneer je daar toch woningen zou gaan bouwen, er in een vroegtijdig stadium rekening wordt gehouden met ruimte voor groen en water, en dat de landbouw ook een plaats houdt’, zegt Glorie-Bergmans.
Handreiking
Op 24 november organiseert Groen Groeit Mee een werkconferentie waar ‘groene doorbraken’ centraal staan en onder meer een handreiking en een financieringsstrategie wordt gesproken in werksessies en voorbeelden worden gedeeld. Zoals de kleine uitleglocatie bij de gemeente Woerden, waar de toekomstige nieuwe woningen gescheiden worden van een bestaand groengebied door een bedrijventerrein. ‘De kunst is om het groen voor inwoners zo veel mogelijk binnen loop- en fietsafstand te realiseren, dus we praten direct over een groen-blauwe dooradering van het bedrijventerrein en een fietspad’, zegt de projectmanager.
Gemeenten moeten op heel veel plaatsen obstakels als rijks- en provinciale wegen en gemeentelijke ringwegen weten te overbruggen met veilige en prettige overgangen als bruggen en tunneltjes om het groen bereikbaar te maken. Zo is het gebied Noorderpark- Ruigenhoek ten noorden van Utrecht bij Maarsseveen door de restauratie van twee forten De Gagel en Ruigenhoek uit de Nieuwe Hollandse Waterlinie als recreatiegebied aantrekkelijker geworden.
Er ging evengoed een heel gebiedsproces aan vooraf om bewoners, agrariërs en andere ondernemers te overtuigen, vertelt Glorie- Bergmans. ‘Op een betere ontsluiting en horeca zoals in de Forten zaten zij aanvankelijk niet te wachten vanwege de vrees voor lawaai, mobiliteit, parkeeroverlast, kortom hinder van de stad Utrecht, en de nabijgelegen wijk Overvecht in het bijzonder. Door ze direct bij de plannen te betrekken en hun wensen mee te nemen, zagen ze dat de meeste wandelpaden over de terreinen van Staatsbosbeheer en het Recreatieschap liepen. Bewoners zagen daarna, tijdens de corona-periode, hoe mooi het was. En bij de toename van de bezoekersaantallen ontstaan kansen bij de boeren voor bijvoorbeeld een boerderijwinkel.’
Het historische watermanagement van de intussen tot Unesco-erfgoed verklaarde Hollandse Waterlinies bestond eruit dat de laagste punten uiteraard als eerste onderliepen. ‘Dat maakt het mogelijk om die locaties vandaag de dag te benutten voor waterberging vanwege de klimaatverandering. Zo combineren we verleden, heden en toekomst.’
Concrete projecten
‘Het programma Groen Groeit Mee sluit prachtig aan bij ons programma De Groene Metropool’, zegt Jelka Both, hoofd Staatsbosbeheer Utrecht en deelnemer aan het Pact. ‘Wij streven naar ‘natuur vanaf je voordeur’. Een kwart van onze natuur ligt immers vlakbij de stad, zeker in Utrecht. Het is dus zaak om groen gelijk mee te nemen bij de ontwikkeling van nieuwe bouwopgaven’, aldus Both. En dan niet alleen in concepten en mooie woorden, maar in concrete proefprojecten, zegt ze. In een project aan de Hollandse IJssel wil Staatsbosbeheer een nieuw bos realiseren.
Staatsbosbeheer: ‘Wij streven naar natuur vanaf je voordeur’
‘Er vallen waarschijnlijk ook hectares aan ons toe waardoor we een robuust groen recreatiegebied kunnen maken dat als uitloopgebied kan dienen voor IJsselstein en Nieuwegein en mogelijk ook voor de stad Utrecht. Door een groen recreatiegebied dicht bij de gebruikers aan te leggen, ontlast je de kwetsbare natuur zoals op de Utrechtse Heuvelrug. Het pact Groen Groeit Mee geeft daar echt een zet aan’, zegt Both. Ook het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft plannen met hetzelfde proefproject.
‘Wij zoeken in de buurt van IJsselstein ruimte voor waterberging en we hebben bovendien het project “levendige boerensloten”. Beide kunnen mogelijk samen met de plannen van Staatsbosbeheer in dit proefproject van Groen Groeit Mee worden gerealiseerd’, zegt heemraad Bert de Groot. ‘In plaats van boeren een bekeuring te geven als bij de schouw blijkt dat ze de sloot niet goed maaien, proberen we ze in het project ‘levendige boerensloten’ een vergoeding te geven als ze de sloot minder vaak maaien, het maaisel afvoeren en een natuurvriendelijke oever onderhouden’, zegt De Groot, die vorig jaar was genomineerd als ‘Beste lokale bestuurder’. De voormalige agrariër bekleedt een opmerkelijke geborgde zetel, namelijk namens de boeren, de bedrijven en de natuurorganisaties in het waterschapsgebied, dat driekwart van de provincie Utrecht beslaat.
Waar Staatsbosbeheer het groene recreatiegebied ziet als een buffer tussen de stad en kwetsbare natuur, ziet het Hoogheemraadschap het project Groen Groeit Mee als een kans om met de levendige boerensloten een verbinding te maken met de stad en de waterberging. Op de achtergrond speelt mee dat dit proefproject zich pal naast de potentiële uitleglocatie Rijnenburg bevindt.
Nog veel te leren
Dat zijn allemaal pogingen om groen meer in balans te brengen met de woningbouw in het buitengebied. ‘Prima, maar de grote vraag is óók hoe je de vergroening in bouwopgaven in het binnenstedelijke gebied voor elkaar krijgt, zegt Claudia Bouwens, programmaleider Klimaatadapatief en Natuurinclusief Bouwen (KAN), een programma van NEPROM, Bouwend Nederland en WoningbouwersNL. Begonnen in 2020, telt dit KAN-platform intussen 44 bouwbedrijven, ontwikkelaars en gemeenten. ‘De deelnemers zijn zich ervan bewust dat ze nog veel te leren hebben. Ze zijn “bewust onbekwaam” als het gaat om voorzieningen voor klimaatadaptatie en vooral de natuur. Dat willen wij door kennisuitwisseling, ervaringen uit praktijkprojecten en excursies veranderen in “bewust bekwaam” en uiteindelijk in “onbewust bekwaam”, zodat ze in hun nieuwbouwpraktijk vanzelfsprekend weten hoe rekening te houden met klimaatverandering en natuur’, aldus Bouwens.
De financiering van groene voorzieningen in de buurt van woningbouwopgaven noemt Bouwens een belangrijk punt. Sinds de grootschalige Vinex-uitbreidingen worden parken en groenvoorzieningen bij nieuwbouw gefinancierd uit de grondexploitatie, dus uit de grondverkoop van woningen. ‘Ik zie kansen om op deze manier ook natuur bij nieuwbouw te realiseren’, analyseert Bouwens. Daarnaast werkt het Rijk aan allerlei nieuwe regelgeving. ‘Er komt een landelijke maatlat hoe je een groene, klimaatadaptieve gebouwde omgeving kunt bereiken, inclusief waterberging. En er wordt gewerkt aan een groennorm die de verstening van de openbare ruimte moet tegengaan. En in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving, de opvolger van het Bouwbesluit, komt een passage om natuurvoorzieningen op gebouwniveau te regelen.’
De norm van 75 m² groen per woning wordt lang niet overal gehaald
Dat sluit aan bij het onderzoek ‘Stad en steen’ van de milieu-organisatie Natuur en Milieu. Daaruit blijkt dat meer dan de helft van de 1937 buurten in de 32 grootste steden in Nederland te versteend is. ‘De oude norm uit de Nota Ruimte (2004) van 75 m² groen per woning als basisniveau wordt lang niet overal gehaald’, zegt Wilma Berends, programmaleider Duurzaam Wonen. Ook Natuur en Milieu probeert in een coalitie met bouwende bedrijven en banken de nieuwbouw natuurinclusief te maken. Berends: ‘Het zou helpen als er in de wetgeving voor nieuwbouwwoningen verplichtingen staan voor nestelstenen voor vleermuizen en vogels. Ook eenvoudige landelijke normen voor groen in de openbare ruimte, groene gevels en groene daken zouden kunnen helpen om de vergroening te vergroten.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.