Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Parkeervergunning in grote steden fors duurder  

De prijs voor parkeervergunningen in binnensteden steeg in 2023 gemiddeld met 3,7 procent ten opzichte van het jaar daarvoor.

12 mei 2023
parkeren
Shutterstock

Wel is er een opvallend verschil waarneembaar tussen grote steden (waar de tarieven gemiddeld beduidend méér stegen) en kleinere gemeenten. In het Utrechtse centrum is parkeren nu het duurst. In Rotterdam en Schiedam daalde de prijs voor een parkeervergunning. Dat blijkt uit onderzoek onder 122 gemeenten van Marlyse Research in opdracht van de Vereniging Eigen Huis.

Projectmanager Stadspark

JS Consultancy
Projectmanager Stadspark

Strategisch Interim Manager S13

JS Consultancy
Strategisch Interim Manager S13

Utrecht duurst 

Als centrumbewoner van Utrecht betaal je dit jaar het meest voor je parkeervergunning: bijna 50 euro per maand. Daarmee lost de stad Amsterdam als koploper nipt af. Opvallend is het grote verschil in tarieven tussen die twee steden en de rest van Nederland. In Rotterdam daalde opvallend genoeg  de prijs van een parkeervergunning: van 115 euro in 2022 naar ruim 98 nu. Daarmee verkeert de Maasstad in de middenmoot van gemeenten. Ook in het naast­gelegen Schiedam ging het tarief omlaag: van 95 naar 77 euro. 

Hellendoorn goedkoopst 

Van de 122 onderzochte gemeenten betaal je in het centrum van Hellendoorn het minst voor je parkeervergunning: 19 euro, ofwel slechts anderhalve euro per maand. De Overijsselse gemeente kwam vorig jaar in het onderzoek ook al als de goedkoopste uit de bus. De kustgemeenten Noordwijk en Katwijk zitten daar maar net boven. Het gemiddelde bedrag voor een parkeervergunning in alle onderzochte centra steeg van 110 euro in 2022 naar 114 dit jaar. Een stijging van minder dan 4 procent.

Autoluw

De centrumbewoner van Utrecht gaat er dit jaar financieel het sterkst op achteruit: die is in 2023 70 euro meer kwijt aan de parkeervergunning dan het jaar ervoor. Het past in een breder beleid van de gemeente om de stad autoluw te maken door de auto meer te belasten. Ook de losse parkeertarieven per uur stegen sinds 2018 met zo’n 40 procent. Op royale afstand van de Utrechtse tariefstijging volgen Maastricht en Groningen, waar je in 2023 op jaarbasis een paar tientjes meer betaalt voor je parkeervergunning dan vorig jaar. 

Opsterland 

In de Friese gemeente Opsterland steeg het tarief voor de parkeervergunningen procentueel het sterkst. De verhoging van 31 naar 47 euro betekent dat je in 2023 ruim 50 procent meer betaalt (maar de gemeente staat in absolute zin nog steeds in de onderste regionen). De gemeente Den Haag is bezig met een inhaalslag. Met het oude tarief van nog geen 67 euro was de derde stad van Nederland voor burgers in 2022 qua parkeren uitgesproken goedkoop. Nu niet meer. 

Lees het hele verhaal over de parkeervergunningen deze week in BB09 (inlog). 

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
Veel Gemeenten kunnen wel eens de belastingen voor alle inwoners verhogen in plaats van autobezitters alleen maar als melkkoe te gebruiken.
Toine Goossens
Betaald parkeren is een verdienmodel. Het aanvangsrendement van commerciële garages is 6,5 á 8%. Door inflatie en prijsverhogingen neemt het rendement bij gelijke bezetting jaar in jaar uit toe. Door het prijsopdrijvend beleid van Utrecht en Amsterdam zitten de investeerders in parkeergarages op rozen.

In 2019 promoveerde J. de Groote op de (maatschappelijke) kosten van parkeren. Groote heeft o.a. onderzoek in Utrecht en Amsterdam uitgevoerd.

Groote stelt vast dat parkeren bij winkelcentra duur is. De goedkope vergunningen voor aanwonenden beschouwt hij in vergelijking daarmee als een subsidie op autobezit; Die vergelijking is geen wetenschap, dat is politiek. In de rest van Nederland is de parkeervergunning goedkoper, Groote miskent dat; hij maakt een selectieve vergelijking. Utrecht en Amsterdam maken dankbaar misbruik van zijn conclusie.

Het beleid van GroenLinks in Utrecht is inmiddels om in heel Utrecht betaald parkeren in te voeren. Met de zeer onwetenschappelijke conclusie van Groote op zak, betalen zowel bewoners als bezoekers straks hetzelfde bedrag. Dan is parkeren een belasting net als de OZB en de toeristenbelasting onder het mom van 'vergunning'.

Groote stelt ook dat gratis auto parkeren bij de werkgever autogebruik stimuleert. Groote houdt daarbij geen rekening met het feit dat veel van die werknemers vanwege hun werk over een auto dienen te beschikken. Ziekenhuizen kennen veelal betaald parkeren, ook voor werknemers. Groote concludeert dat de prijselasticiteit van de tarieven daarvan (UMC Maastricht) naar schatting 0,3 is. Dat betekent dat een prijsverhoging van 1% leidt tot 0,3% minder parkeren. Dat is een zeer gering effect; wil beprijzen zin hebben, dan dienen de tarieven zeer hoog te zijn.

De linkse colleges van Utrecht en Amsterdam hebben het verdienmodel ook ontdekt.
Advertentie