Koplopers Omgevingswet waken voor verslapping
De meeste gemeenten waren blij met het nieuwe uitstel van de Omgevingswet. Een minderheid baalt: zij die al in de startblokken stonden. Hoe houd je de urgentie in het gemeentehuis een extra half jaar overeind? Ervaringen in Bronkhorst, Súdwest-Fryslân en Hillegom.
De meeste gemeenten waren blij met het nieuwe uitstel van de Omgevingswet. Een minderheid baalt: zij die al in de startblokken stonden. Hoe houd je de urgentie in het gemeentehuis een extra half jaar overeind? Ervaringen in Bronkhorst, Súdwest-Fryslân en Hillegom.
Ergernis
Toen minister Ollongren van Binnenlandse Zaken op 27 mei jongstleden voor de derde keer de inwerkingtreding van de Omgevingswet uitstelde, klonk in sommige gemeentehuizen het gesnoef van ergernis. Het was bij de koplopers onder de gemeenten die juist hun stinkende best hebben gedaan om op tijd klaar te zijn en nu werden opgezadeld met het zoveelste uitstel.
Goed op koers
‘Het was rond, behalve de techniek van het digitale stelsel’, schetst wethouder Erik Faber (duurzaamheid, GroenLinks) van de gemeente Súdwest-Fryslân de situatie in zijn gemeente. ‘Die aansluiting moet natuurlijk wel goed zijn. Maar verder zijn wij er organisatorisch en qua visie en beleid klaar voor. We lagen goed op koers.’
Alles op alles
En toen kwam het bericht dat het een half jaar verschoven werd. ‘Veranderkundig is dat natuurlijk een slechte zaak’, oordeelt Faber. ‘Als je een planning hebt met een bepaalde invoerdatum, dan zet je alles op alles. Je maakt er mensen en geld vrij voor, dan wil je ook op die datum invoeren. En het is ook voor de burgers van belang. Je wilt het allemaal simpeler, makkelijker en goedkoper maken voor de burgers. Dat wordt ook weer uitgesteld.’
Niet nog eens
Ook in de gemeente Hillegom stond iedereen in de startblokken, laat wethouder Karin Hoekstra (Omgevingswet, CDA) weten. Toch baalt ze niet door het uitstel. ‘Dat komt omdat we ook nog bezig zijn met het omgevingsplan voor de hele gemeente. Dat verwacht ik halverwege volgend jaar klaar te hebben. Dat zou mooi aansluiten als halverwege volgend jaar de nieuwe wet wordt ingevoerd. Ik vind wel belangrijk dat er nu een nieuwe datum genoemd wordt en dat het daarna niet nóg een keer wordt verschoven.’
Gewoon door
Goed, het uitstel wordt dapper, maar ook een tikkeltje geïrriteerd weggeslikt. Maar nu? Wat verandert er door het uitstel van de invoeringsdatum? Blijven de drie koplopers zich op dezelfde manier voorbereiden? Of is er kunst- en vliegwerk nodig om alles passend te maken? ‘De voorbereidingen gaan gewoon door’, aldus wethouder Willem Buunk (Omgevingswet, VVD) van Bronkhorst. ‘Alleen, als uitstel ertoe leidt dat softwareleveranciers later softwarecomponenten gaan leveren, dan wordt het een selffulfilling prophecy. Dan leidt uitstel tot uitstel.’
Meer tijd
Tegelijkertijd komt het goed uit dat Bronkhorst nu meer tijd heeft om aan het nieuwe omgevingsprogramma voor nieuwe bedrijventerreinen te werken, vertelt Buunk. ‘Gevaar is wel dat iedereen denkt: we hebben meer tijd, dus we kunnen er langer over doen. Want dan kost het meer tijd en geld om het voor elkaar te krijgen. We moeten heel goed de tussentijdse deadlines bewaken om de vaart er goed in te houden. Daar moet je streng zijn naar de organisatie.’
Langer bepraten
In Súdwest-Fryslân gaan de ambtenaren volgens wethouder Faber onverdroten door op de ingeslagen weg, alsof de Omgevingswet per komende jaarwisseling wordt ingevoerd. ‘Die manier van werken gaan wij gewoon invoeren. Ik verwacht op dat punt geen probleem.’ Maar later geeft hij aan dat door het uitstel de situatie toch heel anders is. ‘Als je tijdsdruk hebt, kun je dingen makkelijker voor elkaar krijgen. Als je geen tijdsdruk hebt, ga je dingen langer bepraten en ga je meer overwegen. Je hebt een soort van urgentie nodig om door te pakken.’
Cultuurverandering
In Hillegom probeert wethouder Hoekstra de urgentie in het gemeentehuis hoog te houden ‘op grond van de inhoud, op grond van de omgevingsvisie: dat is waar we naartoe willen. We willen op basis van de ‘ja-mits’-houding kijken naar initiatieven. Dat is echt een enorme cultuurverandering, ambtelijk maar ook bij initiatiefnemers. Die zien: hé, we moeten een initiatief indienen dat past binnen de visie van Hillegom. We willen dat initiatieven laten zien: wat draagt dit nou bij?’
150 miljoen
En dan is er nog het geld. Op 16 juni aanvaardde de algemene ledenvergadering van de VNG een motie die zegt dat de VNG zijn stinkende best moet doen om de minister ertoe te bewegen de gemeenten te compenseren. Uit een KPMG-rapport van februari blijkt dat uitstel met een jaar (naar 1 januari 2022, wat toen nog haalbaar leek) de gemeenten 150 miljoen euro extra kost aan invoeringskosten. Zo moeten gemeenten in de buidel tasten om het programmateam langer op de been te houden en softwarelicenties te bekostigen. ‘Over het algemeen geldt dat organisaties die verder zijn in hun transitie, meer kosten als gevolg van het uitstel ervaren’, schrijft het accountantskantoor.
Extra geld
‘Nou ... dat klopt wel voor een deel’, reageert Buunk. ‘We hadden in Bronkhorst bijvoorbeeld voor deze raadsperiode 2 miljoen euro beschikbaar, incidenteel extra geld als voorbereiding op de Omgevingswet. Als het nog weer een jaar langer duurt, dan moet je wat aan die voorbereiding blijven doen. Dan ontstaat inefficiency; de urgentie is minder groot, het geld wordt wel besteed aan extra inzet en extra uren. Je kunt het niet precies berekenen, maar het kost wel extra geld.’
Lees het hele verhaal over de gevolgen van het uitstel deze week in BB16 (inlog).
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.