ruimte en milieu / Partnerbijdrage

Waarom de huidige fijnstofnorm het probleem niet oplost

Een pleidooi voor een nieuwe aanpak die meer gezondheidswinst oplevert.

TNO
13 december 2022
vrouw met mondkapje af

In Nederland zijn we goed op weg om de Europese fijnstofnorm te halen, maar sinds 2015 neemt de effectiviteit van de maatregelen af. Ook als we de fijnstofnorm halen, zijn de gezondheidsrisico’s daarmee niet verholpen. Cijfers laten zien dat er nog steeds aanzienlijke gezondheidsschade ontstaat door blootstelling aan fijnstof. Hugo Denier van der Gon, onderzoeker Klimaat en Luchtkwaliteit, en zijn collega’s pleiten daarom voor een nieuwe aanpak die meer gezondheidswinst oplevert.

De huidige fijnstofnorm in Nederland

De fijnstofnorm die we in Nederland hanteren, is gebaseerd op de massa van alle fijnstofdeeltjes die in een kubieke meter lucht aanwezig zijn. Hoe minder fijnstof in de lucht, hoe beter dat is voor de gezondheid van de mensen die eraan worden blootgesteld.

Dat is tot op zekere hoogte ook zo. Echter, niet elk fijnstofdeeltje heeft dezelfde impact op de gezondheid. De massa fijnstof in de lucht is in de afgelopen jaren flink afgenomen. Emissies van belangrijke fijnstofbronnen, zoals autoverkeer, zijn teruggebracht, onder meer door de introductie van dieselroetfilters en schonere motoren. En daardoor zitten we nu onder de fijnstofnorm.

Toch worden nog steeds veel mensen ziek: vanaf 2015 neemt het aantal verloren levensjaren door langdurige blootstelling aan fijnstof nauwelijks verder af. Tijd voor een andere aanpak dus.

fijnstof grafiek
Vanaf 2015 neemt de fijnstof concentratie in stedelijke achtergrond in Nederland nauwelijks af.

Hugo Denier van der Gon: “De allerkleinste deeltjes dragen niet veel bij aan de massa fijnstof in de lucht. Maar we weten dat ze extra schadelijk zijn.”

Meten en monitoren op basis van reactiviteit

“We moeten specifieker kijken naar wat fijnstof is”, zegt Denier van der Gon. “Wat zorgt ervoor dat het ene fijnstofdeeltje de mens meer schade toebrengt dan het andere?

De gezondheidsimpact hangt allereerst samen met de reactiviteit van het fijnstofmengsel. Die hangt af van eigenschappen als de chemische samenstelling* (die per bron verschilt), vorm, oplosbaarbaarheid en grootte van de deeltjes. De allerkleinste deeltjes dragen niet veel bij aan de massa fijnstof in de lucht. Maar we weten dat ze extra schadelijk zijn, doordat ze dieper in de longen doordringen en zelfs in de bloedbaan terecht kunnen komen.”

Fijnstofbeleid per locatie

 “De schadelijkheid van fijnstof in termen van blootstelling is bovendien ook niet overal hetzelfde”, vervolgt Denier van der Gon. “Als een grote concentratie schadelijk fijnstof wordt gemeten op een drukke plek in een grote stad, dan vraagt de situatie om acutere actie dan wanneer dezelfde reactiviteit wordt waargenomen langs de snelweg in een gebied waar weinig mensen wonen. Je kunt dan het best je richten op het aanpakken van die stadslocatie om zoveel mogelijk gezondheidswinst te halen.”

Eindhoven
Fijnstof meten per locatie is belangrijk en geeft aan waar gezondheidsrisico's spelen, zoals hier rondom Eindhoven stad.

5-stappenplan voor meer gezondheidswinst

We zetten ons in Nederland in om de doelstelling uit het Schone Lucht Akkoord (SLA) te halen: een halvering van de gezondheidsschade door luchtverontreiniging van Nederlandse bronnen in 2030. Om die ambitieuze doelstelling te halen moeten we meer gericht de meest schadelijke fijnstofdeeltjes aanpakken volgens Denier van der Gon.

“We moeten een passende eenheid ontwikkelen, een maatstaf, die meetbaar is en waarmee we de gezondheidsrelevantie van een fijnstofmengsel kunnen vaststellen door de reactiviteit  van alle componenten te wegen, naast de meting van alleen fijnstofmassa. Dat betekent concreet dat we moeten kijken naar de grootte, vorm, reactiviteit en bron van de deeltjes.

Ook belangrijk om te weten is wie, waar aan deze deeltjes worden blootgesteld. Kandidaten voor zo’n maatstaf zijn er al, bijvoorbeeld het zogeheten “oxidatief potentieel**”, dus we kunnen beginnen. Die maatstaf moeten we vervolgens routinematig gaan meten om te weten waar acute actie nodig is, voorspellingen te kunnen doen en, in een later stadium, de effectiviteit van maatregelen vast te stellen.

Hiervoor hebben we een 5-stappenplan ontwikkeld waarmee we met alle partijen die het SLA onderschrijven, ervoor kunnen zorgen dat Nederland er in 2030 echt schoon en aantoonbaar gezond voor staat.”

Benieuwd naar onze visie voor een nieuwe aanpak? Lees het whitepaper “Fijnstof: norm gehaald, probleem niet opgelost”

 

Een paar definities:

*Chemische reactiviteit geeft aan hoe sterk een fijnstofdeeltje reacties in het lichaam kan veroorzaken die tot ziekte of verergering van ziekte kunnen leiden en **oxidatief potentieel is een manier om een deel van deze chemische reacties te meten.

hugo denier van der gon

Contactpersoon:

Dr. Ir. Hugo Denier van der Gon
Utrecht
+31 6 4684 7349

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.