Rijk moet gaan kiezen tussen warmtepompen of warmtenetten
Het Planbureau voor de Leefomgeving ziet een 'mismatch' in het warmtetransitiebeleid.
De Rijksoverheid staat in de warmtetransitie voor een tweesprong: blijft ze mikken op individuele huishoudens die met subsidie overgaan op warmtepompen, of gaat ze vooral inzetten op hele wijken die collectief op een warmtenet overstappen? Die keuze moet worden gemaakt, schrijven twee onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving in een nieuw rapport. Als dit niet wordt gedaan, bestaat het gevaar dat de warmtetransitie duurder wordt dan nodig.
Mismatch
De onderzoekers zien een 'mismatch' in het beleid. Subsidies maken het voor huishoudens goedkoper om een individuele warmteoplossing te vinden dan om later op een warmtenet over te stappen. Tegelijk zijn collectieve oplossingen, zoals hele wijken die op warmtenetten worden aangesloten, maatschappelijk gezien profijtelijker. Treffen in een wijk te veel huishoudens hun eigen warmteoplossing, dan wordt in die wijk een warmtenet waarschijnlijk minder rendabel. Aan de andere kant komt de transitie trager op gang als woningeigenaren op hun handen gaan zitten doordat ze niet meer financieel geprikkeld worden om hun huizen te verduurzamen.
Warmte
In 2013 begon Nederland voor het eerst serieus met de warmtetransitie van woningen en andere gebouwen. Het startschot dat jaar was het Energieakkoord voor Duurzame Groei. Een volgende stap was het Klimaatakkoord, dat in 2019 door het derde kabinet-Rutte ondertekend werd. Om een maatschappelijke verandering voor elkaar te krijgen, kan een overheid grosso modo kiezen uit drie gereedschappen: de peen, de zweep of de tamboerijn. Oftewel, een keuze tussen financiële prikkels, juridische verplichtingen en sturende communicatie. Daarnaast kan een overheid kiezen voor een individuele of collectieve benadering. De afgelopen jaren is vooral gekozen voor de individuele huishoudens, schrijven de Planbureau-onderzoekers, én voor de peen - de financiële prikkel.
Individueel
Het instrumentarium van het Rijk en de gemeenten, die de uiteindelijke regie hebben in de warmtetransitie, is vooral individueel ingericht: bij aanschaf van zonnepanelen kan BTW worden teruggevraagd; bij de verkoop van een woning is een energielabel verplicht; er zijn leningen mogelijk voor duurzaamheidsingrepen en er is subsidie voor onder meer isolatiemaatregelen. Voor verhuurders en gebouweigenaren zijn vergelijkbare mogelijkheden opgetuigd.
Wetten
Voor collectieve stappen in de warmtetransitie zijn er minder instrumenten die de overheid kan gebruiken. De belangrijkste ervan moeten nog komen. Sinds 2018 loopt al het Programma Aardgasvrije Wijken, waarbinnen gemeenten subsidies konden krijgen om in 'proeftuinen' te experimenteren met het op een warmtenet aansluiten van bestaande woonwijken.
Belangrijk zijn twee aangekondigde wetten: de Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw) en de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw). Beide betekenen een kleine koerswijziging in de warmtetransitie: de nieuwe wetten maken het gemeenten mogelijk om wijken aan te wijzen die van het gas af moeten. Ook krijgen ze het recht om voorbij te gaan aan de aansluitplicht uit de Gaswet en netbeheerders te bevelen om woningen van aardgas af te sluiten. Woningeigenaren zijn dan niet verplicht om op een warmtenet over te stappen. Ze mogen ook een eigen oplossing bedenken voor het verwarmen van hun woning, zoals een warmtepomp.
Verplichting
Met de nieuwe wetten verdwijnt ten dele de vrijwilligheid die een kenmerk was van de warmtetransitie. De onderzoekers tekenen wel aan dat onderzoek toont dat gemeenten huiverig zijn verplichtend te werk te gaan, uit angst draagvlak onder bewoners te verliezen. Om die bewoners op de hoogte te houden moesten gemeenten in 2021 een Transitievisie Warmte openbaar maken. Daarin kunnen wijkbewoners lezen wat voor hun plek de plannen zijn.
Die collectieve overstap op warmtenetten wordt verder gestimuleerd door twee nieuwe fondsen: de Nationale Subsidie Warmtenetten en Groeifonds Nieuwe Warmte Nu!. De inhoud en uitwerking van beide fondsen is alleen nog niet volledig bekend. Bovendien zijn de twee bovengenoemde wetten die gemeenten armslag moeten geven afhankelijk van de Omgevingswet, die recent opnieuw is uitgesteld. Ook de Transitievisies moeten in die Omgevingswet worden 'ingebed'.
Dat trage tempo van het wetgevingsproces vergroot het dilemma. Als de Rijksoverheid sterker wil gaan inzetten op de collectieve warmteoplossing voor hele wijken, dan moeten de nieuwe wetten zo snel mogelijk door het parlement. Pas dan kunnen gemeenten aan de slag.
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De poppenkast gaat door maar de belangen zijn veranderd.