Te weinig duurzame bouwprojecten in Drenthe

Gezamenlijk belang
Reinder Hoekstra van Milieufederatie Drenthe vertelt dat de convenanten acht jaar geleden zijn opgesteld in samenwerking met bijna alle Drentse gemeenten en de bouwsector. ‘Het was het eerste provinciebrede convenant met richtlijnen over duurzaam bouwen. Daarvoor was het niet wettelijk geregeld. Er was een groot gezamenlijk belang om uniformiteit te creëren, houvast te hebben en te zorgen dat zulke projecten ook haalbaar zijn.’

Vier jaar later werd het convenant geëvalueerd en gemeentebreed aangegeven dat de samenwerking heel goed ging. ‘Natuurlijk duren bouwprojecten vaak lang, maar er zijn toen duurzame bouwprojecten gerealiseerd en dat is winst’, zegt Hoekstra.

Maar nu blijkt dat een bouwbrede toepassing van het convenant niet van de grond komt, terwijl het gemeengoed zou moeten zijn. ‘Milieudiensten van bepaalde gemeenten weten niet van het convenant en er was grote weerstand bij sommige afdelingen Bouw- en Woningtoezicht. De gemeenten erkennen dat het ook aan henzelf ligt. Het ligt soms aan de cultuur en de bestuurlijke wil.’

Betrouwbare overheid
Ook de bouwsector, toch al niet heel vernieuwingsgezind, zag het convenant als een keurslijf. Hoekstra: ‘Een deel van de bouwsector wilde wel, maar kreeg geen bijval van de gemeente. Toen zeiden ze ook: we zijn gekke Henkie niet! Ze investeren in duurzaam bouwen, maar dan willen ze ook een betrouwbare overheid.’

Een voorbeeld van waar het, volgens Hoekstra, niet goed is gegaan is de gemeente Emmen. ‘Zij hadden ambities met de nieuwbouwwijk Delflanden, maar de projectontwikkelaar wilde niet.’ Kleinere gemeenten lijken ook beter hun afdelingen te kunnen laten integreren dan grotere gemeenten. ‘Hoogeveen was goed bezig, maar lijkt nu na enkele verschuivingen in de organisatie van de aardbodem verdwenen. Maar de gemeente Tynaarlo is bijvoorbeeld wel weer positief bezig.’

Almere
Ondertussen wint een vrije benadering van duurzaam bouwen aan populariteit. Hoekstra: ‘Vooral architecten spreekt dat aan. Maar de vrije benadering is niet heel succesvol. Het convenant biedt richtlijnen en enige verplichting en daarbij zijn de resultaten ook meetbaar.’ In Almere is volgens Hoekstra Adri Duijvestein goed bezig en komt duurzaam ondernemen wel goed van de grond. ‘Daar is ook een andere bouwcultuur en snelheid. Hier kabbelt het wat.’

De VNG laat weten wel actief te zijn in het stimuleren van duurzaam bouwen bij gemeenten, maar signalen dat gemeenten niet voldoende duurzame bouwprojecten van de grond krijgen zijn bij hen niet bekend.