Minister Hermans denkt aan tarieflimiet voor warmtenetten
Politiek Den Haag zoekt nog steeds naar manieren om warmtenetten financieel aantrekkelijker te maken. Nu gaat het niet goed.
Het gaat niet goed met de aanleg van warmtenetten. Klimaatminister Sophie Hermans draait daar in een nieuwe Kamerbrief niet omheen. Ze moet nog veel werk verrichten om een aansluiting op een warmtenet aantrekkelijk te maken; huishoudens hebben daar niet altijd baat bij. Dat moet Hermans doen zonder dat ze het verdienmodel van warmtebedrijven schaadt. Met het oog daarop, brengt ze een wijziging aan in het Wetsvoorstel collectieve warmte (Wcw).
Deze warmtewet, waar gemeenten en warmtebedrijven al tijden op wachten, wordt komend voorjaar plenair behandeld in de Tweede Kamer. Volgende week woensdag krijgen Kamerleden bovendien een technische briefing. De dag erna volgt een rondetafelgesprek met marktpartijen en de koepelorganisaties VNG en IPO.
De wetswijziging betreft de mogelijkheid van een tarieflimiet, voor het geval dat de leveringskosten van een warmtenet veel duurder uitvallen dan voorzien. In dat geval moeten huishoudens beschermd worden, aangezien een warmtebedrijf een monopolie heeft. Afnemers kunnen niet uitwijken naar een concurrent. Het warmtebedrijf wordt vervolgens gecompenseerd met geld uit een Vereveningfonds, dat voor die noodgevallen door warmtebedrijven zelf wordt gevuld.
De gaskraan dicht
Al in 2026 moeten gemeenten een warmteplan op papier hebben staan, dat onder meer duidelijk maakt welke wijken na een termijn van negen jaar van het gas afgaan. In de Eerste Kamer ligt nu een andere wet ter behandeling die het recht op een gasaansluiting uit de Gaswet haalt, en gemeenten indien nodig de bevoegdheid geeft wijken aan te wijzen waar de gaskraan dicht gaat. Op basis van een amendement van een VVD-Kamerlid Silvio Erkens mogen gemeenten dit wel pas doen als ze de betaalbaarheid voor huishoudens gegarandeerd hebben.
De hoogte in
Hoewel het juist nu voorkomt dat huishoudens na een aansluiting op een warmtenet een hogere energierekening krijgen, in tegenstelling tot wat ze meestal verwachten, is de wetswijziging van minister Hermans bedoeld voor de toekomst. Op dit moment wordt de warmteprijs berekend op basis van de gasprijs. Dat was de reden dat ook de energierekening van huishoudens die geen gas stookten maar wel een warmteaansluiting hadden, de hoogte inschoot toen rond het uitbreken van de oorlog in Oekraïne aardgas een astronomisch prijspeil bereikte. Die prijsverhoging was er niet in het buitenland, waar men niet rekent met een ‘gasreferentie’.
Binnen één gemeente
Zo'n twee jaar na ingang van de Wet collectieve warmte verdwijnt de gasreferentie, en worden de gasprijzen ‘kostengebaseerd’ berekend. Dat heeft als voordeel dat de warmteprijzen niet nog eens de lucht in schieten als de aardgasmarkt op hol slaat. Tegelijkertijd is het niet vanzelfsprekend dat een aansluiting op een warmtenet vanaf dan goedkoper wordt. Met bovendien als bijkomend nadeel dat er tussen warmtenetten prijsverschillen zullen optreden. Dat kan zelfs binnen één gemeente voorkomen, liet waakhond ACM eerder weten. De reden is dat het uitbaten van het ene warmtenet duurder is dan van het andere, alleen al door lokale technische problemen. De tarieflimiet van Hermans moet lokale uitwassen voorkomen.
Een prijsgarantie
De Tweede Kamer zit bovenop de problematische betaalbaarheid van warmtenetaansluitingen. Minister Hermans moet op dit punt een antwoord vinden op aangenomen moties van NSC, GroenLinks/PvdA, VVD en SP. Om op korte termijn iets te doen aan hoge warmtetarieven, is ook een wijziging van het Warmtebesluit aanstaande. Die wijziging maakt het mogelijk om het huidige maximale warmtetarief iets gunstiger te baseren op de gasprijzen.
Om woningcorporaties te helpen, verlengt de minister de Subsidie Aardgasvrije Huurwoningen. Ze put daarvoor 25 miljoen euro uit het Nationaal Isolatieprogramma. Ook neemt ze een besluit over een eventuele extra investeringssubsidie voor de aanleg van warmtenetten. Daarnaast denkt ze aan een prijsgarantie: huishoudens mogen dan niet meer kwijt zijn dan als ze hun woning anders hadden verwarmd.
Het kernprobleem
Het kernprobleem is dat de aanleg van warmtenetten voor de toekomstige verwarming van zo'n 2,5 miljoen woningen financieel gunstig is voor de samenleving in zijn geheel, maar niet voor het individuele huishouden. Dat huishouden kan in de eigen portemonnee meer baat hebben bij de aanschaf van een warmtepomp, of het blijven stoken van gas. Warmte kan voorlopig nog niet met gas concurreren. Het kabinet hoopt erop dat dit verandert doordat de gasprijzen in de nabije toekomst stijgen, als gevolg van een nationale bijmengverplichting met groen gas vanaf 2026. En doordat het Europese CO2-emissierechtenstelsel vanaf 2027 ook geldt voor de verwarming van de gebouwde omgeving.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.