Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Succes steden kweekt explosieve tweedeling

De stad is weer in trek bij jonge hoogopgeleide huishoudens. Maar juist in kansrijke steden bestaat een gevaarlijke tweedeling die tot sociale spanningen kan leiden, concludeert de 'Atlas voor gemeenten 2008'.

18 april 2008

Succesvolle steden waar niemand werkloos hoeft te zijn, kunnen tóch een kruitvat zijn. In steden is niet langer sprake van een homogene kansarme stedelijke bevolking, zoals in de jaren zeventig en tachtig, maar juist van een zeer heterogene bevolkingssamenstelling door de terugkeer van jonge hoogopgeleide huishoudens naar de stad. In steden met veel kansarme en kansrijke mensen kunnen gevoelens van vernedering en onrecht zich vertalen in overlast en crimineel gedrag. Juist de toegenomen ongelijkheid tussen de verschillende bevolkingsgroepen is nu vaak de oorzaak achter de huidige stedelijke leefbaarheidsproblemen. Tot deze conclusie komen de samenstellers van de Atlas voor gemeenten 2008, waarin de vijftig grootste gemeenten van Nederland op veertig punten zijn vergeleken. Thema is dit jaar leefbaarheid.

 

Om de veronderstelling dat leefbaarheidsproblemen in een stad vooral voortkomen uit de sociaal-economische achterstand van bepaalde bevolkingsgroepen die de stad om zich heen zien floreren te toetsen, hebben de samenstellers van de Atlas een zogenoemde 'kruitvatindicator' ontwikkeld.

 

Gerard Marlet, directeur van de Stichting Atlas voor gemeenten: 'De vraag is: hoe komt het dat Emmen met evenveel werklozen als Amsterdam nauwelijks leefbaarheidsproblemen heeft en Amsterdam heel veel. Het antwoord is dat grote kansarme groepen in Amsterdam werkloos zijn terwijl dat niet zou hoeven en geconcentreerd wonen in sociale huurflats. In de G50-steden zijn 0,97 banen per inwoner beschikbaar, in Den Haag zelfs 1,01 banen per inwoner. De 'kruitvatindicator' (zie graphic pagina 13) meet de onnodige werkloosheid. Als ondanks de kansen veel mensen werkloos blijven, ontstaat een explosieve situatie. Nu is het al zo dat wijken met veel langdurig werklozen en een hoge jeugdwerkloosheid meer te maken hebben met overlast en onveiligheid. Weliswaar nu nog onvergelijkbaar met de Franse buitenwijken, maar de angst zit er wel in. Wij wilden weten waar we bang voor moeten zijn. Onze conclusie is dat je vooral bang moet zijn voor onnodige werkloosheid want daar komt frustratie uit voort.'

 

Ongelijkheid

 

De Atlas voor gemeenten 2008 constateert dat de steden er beter voor staan dan tien jaar geleden. Ze hebben een grote aantrekkingskracht op hoger opgeleiden en hogere inkomensgroepen. Keerzijde is dat de ongelijkheid is toegenomen. 'Maar lang zo dramatisch niet als in Parijs of Londen', aldus Marlet. Er blijven hardnekkige problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid die zich vooral concentreren in wijken met veel sociale huurwoningen.

 

Gerard Marlet: 'De traditionele wijkaanpak is heel exotisch met buurthuizen en integratieprojecten, maar het geld zou moeten worden geïnvesteerd in het aanpakken van achterstanden op de arbeidsmarkt. Het probleem met de Vogelaarwijken is dat gemeenten met Jan en alleman om de tafel gaat zitten en iedereen zijn deel wil en krijgt uit de pot. In wijkplannen zie je dat terug, het is vis noch vlees en alles wordt erbij gesleept. Iedere maatschappelijke organisatie krijgt zijn deel. Er is geen wetenschappelijke fundering voor keuzes. Ook gemeenten moeten zich afvragen: waar gaat het om en waarvan verwachten we de grootste effecten. Ik denk dat het grootste effect te verwachten is als we mensen aan het werk helpen. Probleem is dat dit minder revolutionair klinkt dan je zou willen met de wijkaanpak.'

 

Werken en nog eens werken, en dat hoeft helemaal niet in de eigen wijk te zijn. Marlet: 'Gemeenten richten zich vooral op het stimuleren van de werkgelegenheid in de probleemwijken. Maar de kans dat een extra baan in een wijk ook terechtkomt bij een inwoner van die wijk is één procent. In en om steden als Den Haag, Amsterdam en Rotterdam is een overschot aan banen. Waar het om gaat, is dat mensen resoluut naar die banen geleid moeten worden.'

 

Dramatisch

 

Gods woord in een ouderling voor de Rotterdamse wethouder Dominic Schrijer (PvdA, Werk, Sociale Zaken en Grotestedenbeleid). Zijn stad scoort op de ranglijsten in de Atlas voor gemeenten 2008 dramatisch slecht. Laagste van de vijftig steden op de leefbaarheidsschaal, laagste op overlast en onveiligheidsgevoel, laagste op langdurige werkloosheid. Alleen Den Haag, met zijn 1,01 banen per inwoner, staat onder de Maasstad in de categorie jeugdwerkloosheid.

 

Schrijer: 'We hebben de kwetsbaarste bevolking, maar dat is geen nieuws. In Rotterdam beheersen werklozen de taal slecht en hebben ze onvoldoende competenties en vaardigheden voor de beschikbare banen. We hebben in Rotterdam anders dan in Amsterdam minder groei van banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Het stoort mij ook dat we al twintig jaar roepen dat we daar een einde aan gaan maken. De ingrediënten voor de oplossing passen we nu toe in het actieprogramma om tot 2010 twintigduizend Rotterdammers meer aan het werk krijgen. '

 

De jonge middenklasse heeft Rotterdam nog onvoldoende gevonden. Steden met historische binnensteden als Amsterdam en Utrecht zijn aantrekkelijk geworden waardoor de uitstroom van gezinnen naar de Vinexwijken wordt gecompenseerd. Wethouder Schrijer: 'Rotterdam, Eindhoven, Tilburg en Enschede hebben door de oorlog geen aantrekkelijk en authentiek stadscentrum. Na de oorlog kwamen er brede wegen voor in de plaats en lag de nadruk op werken en niet op wonen. We trokken laaggeschoolde arbeid naar de haven.

 

Wonen, werken en recreëren werden uit elkaar gehaald, maar de moderne mens vindt die functiemenging juist interessant. Het volkshuisvestingsbeleid was tot het begin van de jaren negentig ook nog eens gericht op nieuwbouw en opknappen van sociale huurwoningen. De concentratie van achterstand en kansarmoede in bepaalde wijken is onaanvaardbaar en a-sociaal en een recept voor, zoals de Atlas voor gemeenten zegt, een kruitvat. Dat doe je mensen niet aan.'

 

De langdurig werklozen in Rotterdam, volgens de Atlas voor gemeenten 2008 een 'kruitvat' in florerende steden, zijn laag opgeleid en moeilijk inzetbaar. Schrijer: 'Kansarmen wonen niet keurig verdeeld over heel Nederland, maar wonen in wijken met veel sociale huurwoningen, dat is helemaal waar. Daar komt de achterstand bij elkaar. Er is werk zat, we zitten met een kwaliteitsprobleem aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Stimuleren van de werkgelegenheid is inderdaad niet waar het nu om draait, we moeten kansarmen naar het werk brengen. We werken in Rotterdam daarom met targets in het sociale domein. Werklozen moeten de Nederlandse taal gaan spreken, hun school afmaken en beginnen met een participatie- of gemeenschapstakenbaan. De groep die nu nog aan de kant staat moet in beweging komen. Wat de Atlas voorstelt doen we in Rotterdam: als je een uitkering hebt, dan werk je onbetaald, als vrijwilliger of met een leerbaan. We accepteren niet dat je niets doet. Werken is goed, arbeid adelt. Arbeid is goed tegen armoede en voor integratie. Wij moeten als stadsbestuur het proletariaat verheffen, een oeroud sociaal-democratisch principe dat weer springlevend is in Rotterdam. De hele trukendoos gaat open.'

 

De door de ministeries van BZK, OCW en VROM medegefinancierde 'Atlas voor gemeenten 2008' is te bestellen op www.atlasvoorgemeenten.nl

 

VNG klaagt over aanpak stadsproblemen

 

Volgens de VNG dreigt de aanpak van stedelijke problemen stil te vallen. In de kabinetsplannen wordt het investeringsbudget stedelijke vernieuwing in de periode 2009-2012 meer dan gehalveerd, aldus de VNG, van 385 miljoen naar 145 miljoen euro. Nederland heeft méér dan veertig wijken waar de problemen zich opstapelen, aldus de VNG, de G4 en de G27. 'De volgende golf stedelijke vernieuwing komt eraan', stelt VNG-directeur Sandra Korthuis. 'Oud-minister Winsemius ging uit van veertig wijken met acute problemen en honderd wijken die op het punt stonden om af te glijden. Minister Vogelaar richt zich echter op de veertig wijken.

 

Er zijn meer wijken waarin geïnvesteerd moet worden. Denk aan de jaren '60 en '70 wijken, de voormalig groeikernen, de vooroorlogse portieken. Extra investeren is nodig. Gemeenten worden voor het blok gesteld met deze bezuinigingen en hebben twee opties. Ze kunnen de onroerendzaakbelasting verhogen, of ze kunnen kiezen om veel minder te investeren en de problemen links te laten liggen. De VNG wil dat het kabinet haar verantwoordelijkheid neemt en niet de financiering van het stedenbeleid over de schutting gooit naar de gemeenten. Waar blijft de visie, het elan?'

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie