‘Het gaat nu niet om aantallen, maar om ervaringen opdoen én delen’
In 2050 geen gebouwen meer waar de eigenaren aardgas gebruiken. Met welke duurzame energiebron kunnen inwoners in uw gemeente betaalbaar en comfortabel wonen?
In 2050 geen gebouwen meer waar de eigenaren aardgas gebruiken om te koken, te douchen of te verwarmen. Een toekomstbeeld waar Nederland heel langzaam aan went. Maar ook één waar we ons nog weinig bij kunnen voorstellen. Want hoe dan? Met welke duurzame energiebron kunnen inwoners in uw gemeente betaalbaar en comfortabel wonen? En hoe gaan we deze transitie financieel en organisatorisch aanpakken? In gesprek met Edward Stigter, directeur leefomgeving bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
In 2018 zijn alle gemeenten, als onderdeel van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW), uitgenodigd een aanvraag in te dienen voor een proeftuin aardgasvrije wijken. Het Rijk, decentrale overheden en andere partijen zoals Aedes, Woonbond en Netbeheer NL, hebben 90 aanvragen beoordeeld. Uiteindelijk hebben 27 gemeenten een financiële bijdrage gekregen voor de uitvoering van maatregelen. Edward Stigter nam plaats in de selectiecommissie. “De beoordeling van de aanvragen was geen uitgekristalliseerd traject, geen simpele optelsom. De aanvragen waren zo divers. Uiteraard is het zuur voor de gemeenten die buiten de boot vielen, maar zij kunnen dit jaar opnieuw een aanvraag indienen.
Pionieren
Wat je vooral in de plannen zag, was de zoektocht binnen deze nieuwe opgave. De discussie over aardgasvrije wijken kwam op grote schaal net op gang toen de gemeenten hun plan moesten indienen. Maar het is zo’n enorme ambitie dat ze wel direct aan de slag moeten: in 2030 moeten er al miljoenen woningen van het aardgas af zijn. Hoe weten ze nu nog niet en dat zag je terug in de plannen. Het is écht pionieren.
Niet focussen op aantallen
We staan aan de vooravond van een hele grote opgave, dus brede ervaringen opdoen en delen is essentieel. Die tijd moeten we onszelf gunnen. En niet focussen op aantallen; dan krijg je monotone projecten met uniforme wijken en die zorgen voor een verarming van de lessen die we zo hard nodig hebben. De breedte van de aanvragen, de uitvoerbaarheid, mengeling van particuliere en corporatiewoningen en oog voor sociaal economisch zwakkere wijken waren belangrijke criteria voor de proeftuinen. De reden waarom gemeente X nu proeftuin is en gemeente Y niet, is lastig uit te leggen. Ideeën die niet goed waren vertaald naar de aanpak, een financiële onderbouwing die niet realistisch was, het ontbreken van een goed warmtealternatief of basale onderdelen waar onvoldoende over was nagedacht.
Sociale insteek
Goede communicatie is cruciaal voor de energietransitie. Hou je geen rekening met het belang van de gebouweigenaren, dan ontstaat er geen draagvlak. De energiewereld heeft vaak last van een te technische insteek waar de meeste mensen niet gevoelig voor zijn. Het vraagt om een compleet andere benadering. Een mooi voorbeeld is de aanpak in Kerkrade. Daar is veel warmte beschikbaar van Chemolot, een groot industriecomplex. Heel logisch dat ze deze warmte willen inzetten voor de hele wijk. Maar het is een kwetsbare wijk met bewoners die andere zorgen hebben dan de energietransitie en zonder sociale cohesie. Dus veel weerstand en onbegrip. De gemeente is het toen over een andere boeg gaan gooien; ze gingen naar de wijk en haar bewoners kijken en niet sec naar de gebouwen. Dit ontaarde in cursussen voor koken op elektriciteit en Marokkaanse vrouwen die gingen koken voor Nederlandse vrouwen. Met een andere, meer sociale insteek ging het dus wél rollen.
Tweede ronde
In 2019 kunnen gemeenten opnieuw een aanvraag indienen voor een financiële bijdrage voor een proeftuin. Hoe groot deze bijdrage wordt, is nog niet bekend. We verwachten wel dat bijna iedere gemeente een aanvraag gaat indienen. De lessen uit de eerste ronde neemt de commissie uiteraard mee. Zo kan de vraagstelling wellicht minder open en de criteria duidelijker. VNG neemt als belangenbehartiger van de gemeenten ook in de tweede ronde plaats in de selectiecommissie.
Financiële plaatje
Het financieringsvraagstuk is zeer relevant voor de aardgastransitie. Iedere gemeente, proeftuin of niet, moet hiermee aan de slag. Als wij als overheden niet in staat zijn om deze transitie kostenneutraal aan te bieden aan de gebouweigenaren, is het gedoemd tot mislukken. Maar de kosten zijn zo gigantisch. Bij een flink aantal proeftuinen, vaak deelnemers van SVn, zie je de financiering terug. In sommige gevallen noemen ze concrete leningsvormen, soms ook gekoppeld aan andere opgaven zoals de funderingsproblematiek. Gemeente kunnen de financiën niet zelf ophoesten, vroeg of laat moeten ze bepalen welke vorm het beste bij hun aanpak past.
Nieuwe klus, nieuwe spelers
Om het ontsluiten van kennis en ervaringen te borgen, hebben we een Kennis- en Leerprogramma opgericht. In 2019 gaan we dit verder uitrollen. Proeftuinen zitten allemaal in andere fase, maar iedere fase is interessant. Waar we vooral naar kijken zijn de communicatiemiddelen, welke aanpak is succesvol, wat werkt wel en wat niet. Dus heel breed en basaal. Het is een nieuwe klus en met veel nieuwe spelers, dus continu aftasten en elkaar leren kennen. Verschillende disciplines en types moeten elkaar zien te vinden.
Do’s en don’ts
Breng goed per wijk in kaart wat er speelt. Je kunt alleen succesvol opereren rondom dit thema als je andere vraagstukken ook meeneemt. En pak de tijd voor een stevige voorbereiding en het bepalen van je aanpak door alvast te starten met het ontwikkelen van een transitievisie warmte. Als gemeente zit je zo dicht op je inwoners; ieder contact kan ervoor zorgen dat je aanpak een succes wordt of juist niet. Er heerst helaas nog wantrouwen bij veel mensen. Maar de gemeente is wel dé partij om deze klus te klaren. Maar hou het concreet en zet kleine, maar doordachte stappen.”
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.