Nieuwe poging Van der Wal om geld uit Transitiefonds te krijgen
De stikstofminister kijkt of ze provinciale gebiedsplannen al deels kan goedkeuren.
Na de val van het kabinet verklaarde de Eerste Kamer het met ruim 24 miljard euro gevulde Transitiefonds controversieel. Dit Transitiefonds is een reservering op de begroting van het ministerie van Financiën en is bedoeld voor de transformatie van het landelijk gebied. Sindsdien zint natuurminister Christianne van der Wal op mogelijkheden om toch alvast geld uit het stilliggende fonds los te weken, zodat provincies in hun gebieden aan de slag kunnen.
Gedeeltelijk goedkeuren
Zowel de Eerste als de Tweede Kamer keurde het begin dit jaar goed dat de minister drie miljard euro al overhevelde naar de landbouwbegroting. Dat lukte haar met een nota van wijziging. Hiervan was 1,28 miljard euro bedoeld voor door provincies voorgestelde maatregelen, en 1,45 miljard voor een verlenging tot eind 2024 van de stoppersregeling voor piekbelasters (de Lbv-plus).
Uit een nieuwe Kamerbrief blijkt dat de minister nog meer geld bij de provincies wil krijgen. Dit wil ze doen door de provinciale gebiedsprogramma's op nog nader te beschrijven inhoudelijke punten alvast goed te keuren. Later deze maand laat ze horen hoe ze dit aanpakt. Die gedeeltelijke goedkeuring geeft formele ruimte voor nieuwe financiering van de meest urgente uitdagingen in het landelijk gebied wat betreft waterkwaliteit, natuurherstel of broeikasgassen. Tijdens een bestuurlijk overleg op 4 april heeft ze hierover met de provincies gesproken.
Meer tijd nemen
In september moeten de provincies nieuwe versies van hun gebiedsprogramma's inleveren bij het ministerie. Om het de provinciebesturen niet te moeilijk te maken, mag volstaan worden met ‘een door Gedeputeerde Staten vastgesteld concept of een gepubliceerd ontwerp’, staat in de beslisnota bij de Kamerbrief.
In diezelfde nota wordt door ambtenaren van de minister nog toegevoegd: ‘Er leeft overigens bij een aantal provincies een wens om meer tijd te nemen. Hierover wordt de komende tijd ambtelijk doorgesproken.’
De Kamerbrief verschijnt met oog op het commissiedebat hierover dat woensdag de hele dag in de Tweede Kamer gevoerd wordt. Tijdens dat debat zal het ook gaan over een andere Kamerbrief van de minister over de PAS-melders. PAS-melders zijn met name boeren, die tot 2019 volgens de regels van het toenmalige Programma Aanpak Stikstof geen natuurvergunning nodig hadden maar alleen een melding hoefden te doen. De reden was dat het in die gevallen slechts een kleine stikstofuitstoot betrof. Maar de Raad van State oordeelde in 2019 dat ook de PAS-melders een natuurvergunning nodig hadden en dus illegaal bezig zijn.
Additionaliteitsvereiste
Sindsdien proberen rijk en provincies stikstofruimte te vinden om de PAS-melders te legaliseren. Minister Van der Wal wilde een generaal pardon, maar dat bleek in 2023 juridisch niet mogelijk. Nog steeds wil het niet lukken om veel van de PAS-melders te legaliseren, omdat de wettelijke additionaliteitsvereiste verordonneert dat nieuw gewonnen stikstofruimte allereerst naar natuurherstel gaat.
Pas als gegarandeerd is dat de stikstofemissies in Nederland structureel blijven dalen, komen de PAS-melders in beeld. In totaal zijn er 3637 PAS-meldingen gedaan, waarvan 2575 zich hebben aangemeld voor het landelijke legalisatieprogramma. Ruim 900 PAS-melders zijn inmiddels beoordeeld, waarvan 540 voldoen aan de criteria van het legalisatieprogramma.
Rekenkundige ondergrens
Overigens doen de provincies nog steeds onderzoek naar een mogelijke ophoging van de rekenkundige ondergrens voor gemodelleerde stikstofdepositie op beschermde natuurgebieden. Zou die ondergrens inderdaad opgehoogd worden, dan zou dat betekenen dat een groot deel of misschien wel alle PAS-melders in één klap gelegaliseerd worden. Later dit jaar moet ook dat duidelijk zijn.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.