Fusiespook doemt op voor omgevingsdiensten

Omgevingsdiensten die er niet in slagen de milieuhandhaving op een goed niveau uit te voeren vóór 1 april 2026 hangt een gedwongen fusie boven het hoofd.

Commissie Van Aartsen

Dat antwoordt milieustaatssecretaris Jansen op vragen van het Tweede Kamerlid Ines Kostić. De parlementariër van de Partij voor de Dieren maakt zich zorgen of al de omgevingsdiensten de vereiste robuustheid hebben om de milieuhandhaving naar behoren uit te voeren. Een speciale commissie onder leiding van Jozias van Aartsen kwam drie jaar geleden na onderzoek tot die conclusie. Het aantal van 29 omgevingsdiensten zou daarvoor te hoog zijn.

Minimale criteria

De PVV-bewindsman zegt dat beeld te herkennen, maar ook dat er intussen minimale criteria zijn vastgesteld betreffende die robuustheid. ‘Op dit moment hebben alle omgevingsdiensten een plan van aanpak opgesteld waarin zij aangeven hoe zij ervoor gaan zorgen dat zij robuust worden voor 1 april 2026’, aldus Jansen. ‘Wanneer zij niet aan de robuustheidscriteria kunnen voldoen, kunnen de bevoegde gezagen besluiten om omgevingsdiensten te fuseren zodat deze diensten wel gaan voldoen.’

Ondergrens

Hij zegt ‘nauw betrokken’ te zijn bij dat proces vanuit zijn rol als stelselverantwoordelijke en vanuit die rol zal hij dat proces ook monitoren. ‘Een uitkomst van dit proces kan zijn dat het bevoegd gezag besluit om omgevingsdiensten te fuseren’, zo herhaalt Jansen zijn standpunt. Voor een ondergrens aan de omvang van een omgevingsdienst is niet gekozen. ‘De robuustheidscriteria zijn de ondergrens van een omgevingsdienst. Aan deze minimale eisen moet een omgevingsdienst voldoen.’

De staatssecretaris erkent dat de huidige capaciteit van de omgevingsdiensten niet voldoende is en dat de handhaving vanwege personeelstekorten onder druk staat.