Snelle invoering Omgevingswet nog niet zeker
De invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 staat door een kritisch position paper van de Raad van State toch nog onder druk.
Het commentaar van de Raad van State op de staat van het Digitale Stelsel Omgevingswet is ‘te serieus om onweersproken te laten’, erkende minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) in wat eigenlijk het finale debat over de Omgevingswet in de Eerste Kamer had moeten worden. Hij zal er binnen een week per brief op reageren.
Witte vlek
De Raad van State voorziet een probleem wanneer een bepaling in een omgevingsplan van rechtswege niet stand kan houden. Dan ontstaat een witte vlek op de plankaart, waar onmiddellijk een tijdelijke voorziening voor zou moeten gaan gelden en die dan ook meteen in het DSO kenbaar wordt gemaakt. Maar daar is in de nu opgeleverde basiseditie van het DSO niet in voorzien. Volgens de minister is het lastig om dat – zoals de Raad van Stade wenst – nog voor 1 juli te veranderen. Ook de onmogelijkheid van het tijdreizen binnen een omgevingsplan met talloze wijzigingsbesluiten is een probleem.
Meerderheid niet zeker
Naast de linkse oppositie toonde ook regeringspartij D66 zich kritisch over deze gang van zaken. Eerder in het debat bleek al dat de PVV vermoedelijk niet voor invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 zal stemmen. Dat betekent dat een meerderheid voor snelle invoering in de Eerste Kamer niet zeker is en vermoedelijk zal afhangen van het stemgedrag van individuele Kamerleden, in het bijzonder die van de (naar eigen zeggen) ‘licht kritische’ fractie-Nanninga.
Digitale toegankelijkheid
Een ander pijnpunt dat tijdens het debat naar voren kwam was de mate van digitale toegankelijkheid voor burgers van de website van het DSO – ook voor de 4,5 miljoen burgers die moeite hebben met digitale dienstverlening. De Jonge meende dat het DSO nog niet aan niveau A en AA hoefde te voldoen, maar moest die woorden later in het debat intrekken.
Landelijke campagne
In het debat kwam De Jonge de kritische Eerste Kamer op een aantal punten tegemoet. Voor 1 juli van dit jaar komt hij met een nieuw integraal financieel beeld van de invoeringskosten van de wet. Er zal een ‘grootschalige landelijke campagne’ komen om burgers en bedrijven op de Omgevingswet te attenderen, ‘met speciale aandacht voor participatie’. Ook beloofde De Jonge dat er tot vijf jaar na de invoering ondersteuning zal blijven.
Stemming
Gemeenten, provincies en waterschappen drongen er eerder bij de Eerste Kamer op aan om de wet op 1 januari 2024 in te voeren, om zo meer druk op de uitvoeringspraktijk te zetten. Komende dinsdag (14 maart) stemt de senaat over een aantal ingediende moties en over de definitieve inwerkingtredingsdatum.
Het kost een vermogen, overspannen gemeenten hebben geen tijd voor een deugdelijke invoering (onder deugdelijk versta ik niet een hapsnap webinar in de pauze) en de burger heeft er geen reet aan. Die krijgt in ruil voor het door de plee spoelen van zijn rechtszekerheid een fopspeen aangeboden die "participatie" heet, iets waar nog nooit enig animo voor is aangetoond. Dan zwijg ik nog over de niet altijd gelukkige combinatie overheid & ict - we negeren het gewoon. En tot slot hebben we een pannenkoek als minister, diezelfde Jan Lul die Sywert van Lienden schatrijk heeft door alle aanbestedingsregels opzij te schuiven ten faveure van zijn partijmaatje en daar geen enkele consequentie aan heeft verbonden, die zegt "de regie" te nemen, maar ondertussen de hele ruimtelijke ordening over de schutting kiepert bij de gemeenten. En geen kamerlid dat zich afvraagt: hoe dan?! Welke regie? Nee hoor. Die stemmen braaf mee met de door Cor Zadelhoff gefinancierde VVD.
Nederland is stuk.