Meer maatwerk nodig in seniorenhuisvesting
Een gemeentelijke stimulans voor alternatieve vormen van seniorenhuisvesting tackelt twee actuele problemen.
Gemeenten hebben de sleutel in handen om de groeiende eenzaamheid onder ouderen tegen te gaan. Een derde van de 65-plussers geeft aan zich wel eens eenzaam te voelen. De vergrijzing verergert deze sociale problematiek. Oorzaken voor deze eenzaamheid kunnen de vele verlieservaringen zijn waar je als oudere mee te maken krijgt, zoals het stoppen met werken, het verliezen van een partner of familieleden en vrienden, een verslechterende gezondheid en het verliezen van een (deel) van de regie op je leven.
Niet alleen in het leven van de oudere veranderen er dingen, ook de buurt waar een oudere woont kan flink veranderen. Bijvoorbeeld doordat de samenstelling van de buurt verandert door aanwas van (jonge) gezinnen. Of vertrouwde winkels die verdwijnen, dat ervoor zorgt dat de vertrouwde buurt steeds minder vertrouwd is. Het sociale netwerk van de oudere wordt steeds kleiner, terwijl zij tegelijkertijd steeds langer zelfstandig moeten blijven wonen en zo lang mogelijk zelfredzaam moeten blijven.
Om deze eenzaamheid tegen te gaan, moeten we complexen bouwen voor of oude complexen transformeren naar seniorencomplexen waar gelijkgestemden mensen bij elkaar wonen en waar zij met elkaar een hechte en actieve gemeenschap kunnen bouwen. Deze gelijkgestemden kunnen heel diverse achtergronden hebben, zoals generatie, etniciteit, eventuele zorgvraag of seksuele voorkeur.
De Stadsveteraan in het Amstelkwartier in Amsterdam is een voorbeeld van zo’n gemeenschap. Ouderen die hier de gemeenschap (gaan) vormen hebben vergelijkbare interesses, vinden het belangrijk om te weten met wie zij wonen en willen ook iets voor de ander betekenen. Met elkaar bepalen zij een visie op het wonen en hebben zij invloed op hoe de gemeenschap eruit moet komen te zien.
Wonen in een hechte en actieve gemeenschap vergroot het sociale netwerk van ouderen en draagt bij aan de zelfredzaamheid van ouderen. Ouderen kunnen daardoor langer zelfstandig wonen en worden minder snel kwetsbaar, omdat ze elkaar kunnen helpen en een oogje in het zeil houden. Met andere woorden, de zorgvraag wordt uitgesteld en de kans op vereenzaming wordt kleiner.
Tegelijkertijd dragen deze eigentijdse seniorencomplexen bij aan de doorstroming op de woningmarkt. Ouderen, die nu vaak nog in grote woningen wonen, maken ruimte vrij voor jonge gezinnen door te verhuizen naar seniorencomplexen. Om vooruitstrevende projecten te ontwikkelen, moeten gemeenten zich flexibel opstellen. Uiteraard moeten gemeenten ervoor zorgen dat er bouwgrond bij komt voor nieuwbouwcomplexen. Maar vaak staat seniorenhuisvesting nog onvoldoende op de agenda bij gemeenten.
Een ander belangrijkpunt is de toewijzing van de woningen. Bij het bouwen van een zelfredzame gemeenschap is het belangrijk dat ook de motivatie om in een complex te komen wonen een belangrijke factor is. Wanneer iemand gemotiveerd is om een actieve bijdrage te leveren in een gemeenschap (uiteraard op het niveau dat iemand kan), dan draagt dit bij aan de samenredzaamheid van de gemeenschap.
Veel gemeenten werken echter met een woningverdeelsysteem. Deze systemen zorgen ervoor dat de mensen die het langst ingeschreven staan, meestal als eerste de woning toegewezen krijgen. Het maakt dan niet uit of de kandidaat die de woning toegewezen krijgt dan ook interesse heeft betrokken te zijn bij de gemeenschap die in een complex is.
Gemeenten kunnen in de huisvestigingsverordening uitzonderingen maken op de toewijzing. De gemeente Amsterdam heeft bijvoorbeeld de uitzondering dat bij woongemeenschappen ruimte is voor toewijzing op basis van motivatie. Uiteraard is het belangrijk dat deze toewijzing wel transparant verloopt. Op deze manier tackelt de gemeente twee problemen: zij gaat eenzaamheid onder ouderen tegen en bevordert de doorstroming op de woningmarkt.
Monique Woltering, tactisch projectmedewerker bij Woonzorg Nederland
Het grote probleem is dat de meeste gemeenten en/of projectontwikkelaars bij de bouw onvoldoende kijken naar de demografische situatie van hun bevolking en vervolgens niet naar de behoefte/de vraag bouwen. Soms speelt daarbij ook de financiële haalbaarheid een rol van betekenis.