Harde cijfers nodig over zachte waarden
Gebrek aan adequate informatie staat het sturen op brede welvaart in de weg.
Te beperkt
‘In het Nederlandse overheidsbeleid staat sinds jaar en dag het streven naar welvaart centraal’, stelt de Rli in het rapport ‘Waardevol regeren. Sturen op brede welvaart’. Maar die welvaart wordt door overheden te beperkt in financiële termen geduid. Er missen zaken als een passende woning, veiligheid, schone lucht, gezondheidszorg en onderlinge verbondenheid. ‘Sturen op brede welvaart houdt (…) in dat de overheid aandacht heeft voor de verdeling van de positieve en negatieve effecten van het beleid over regio’s en over groepen in de samenleving’, schrijft de raad. ‘Dat alles doet de overheid op dit moment nog niet.’
Beleidsopties
Volgens de Rli ontbreekt het overheden aan goede informatie over de positieve en negatieve effecten van beleidsopties ‘en over de actuele stand van zaken op alle (vanuit het oogpunt van brede welvaart relevante) aspecten. Bovendien moet duidelijk zijn wie er profiteert van een bepaalde beleidsmaatregel en wie niet.’
Onvoldoende onderscheid
Daarbij wordt vaak onvoldoende onderscheid gemaakt tussen de rol van wetenschap en ambtenarij (‘die moeten zorgen voor de best mogelijke informatie en dilemma’s moeten blootleggen die met besluiten samenhangen) en die van de politiek (‘die uiteindelijk keuzes moet maken en verantwoording moet afleggen’). Zonder de benodigde informatie komen de dilemma’s niet helder op tafel en kan de (lokale) politiek geen onderbouwde afwegingen maken.
Een mogelijk gevolg is dat er daarbij ruimte ontstaat voor ‘selectief winkelen’, waarbij economische effecten te veel gewicht krijgen
Selectief winkelen
Een mogelijk gevolg is dat er daarbij ruimte ontstaat voor ‘selectief winkelen’, waarbij economische effecten te veel gewicht krijgen. ‘Zo is het bijvoorbeeld onevenwichtig om de komst van een distributiecentrum te motiveren door te stellen dat dit goed is voor de regionale bedrijvigheid, als niet ook wordt vermeld dat er dan ook huisvesting zal moeten komen voor een groot aantal arbeidsmigranten.’
Anders kijken
Sturen op brede welvaart vergt volgens de Rli niet alleen méér beleidsinformatie, maar ook een andere manier van kijken naar beleidsvoorbereiding en -verantwoording. ‘Bij de keuze uit verschillende beleidsopties geven financieel-economische overwegingen meestal de doorslag. Als het streven naar brede welvaart daadwerkelijk leidend zou worden in het overheidsbeleid, kan dit leiden tot wezenlijk andere besluiten.’ Daar is, aldus de Rli, ‘bestuurlijke moed’ en ‘een cultuuromslag’ voor nodig.
Aanbevelingen
De raad doet vier concrete aanbevelingen. De overheden moeten ten eerste over ‘betere instrumenten’ beschikken voor het vergaren en ontsluiten van beleidsinformatie. Daarbij moet ‘maximaal gebruik worden gemaakt van cijfermatige doorrekeningen’. Waar die cijfers niet beschikbaar zijn, moet andersoortige informatie worden vergaard ter voorkoming van ‘witte vlekken’.
Cruciaal is dat bestuurders en politici beleidsopties en hun middellange- en langetermijneffecten afwegen
Cruciaal
Maak vervolgens bij normatieve keuzes systematisch gebruik van die aangeleverde beleidsinformatie, luidt de tweede aanbeveling. ‘Cruciaal is dat bestuurders en politici beleidsopties en hun middellange- en langetermijneffecten afwegen voordat zij fundamentele keuzes maken, bijvoorbeeld op het gebied van ruimtelijke ordening of de energie-infrastructuur. Anders laten zij kansen schieten om te sturen op brede welvaart.’
Kapitalenbegroting
Tref, ten derde, voorbereidingen voor het opnemen van een ‘kapitalenbegroting’ in de rijksbegroting. ‘Er zijn disciplinerende kaders nodig die politici en bestuurders dwingen om de invloed mee te wegen van beleidsbeslissingen op ons economisch kapitaal (ons toekomstig verdienvermogen), op ons sociaal kapitaal (de verbondenheid van burgers met elkaar, met instituties en met de overheid) en op ons ‘natuurlijk kapitaal’ (alles wat de natuur ons biedt) – kaders die we wél hebben voor ons financieel kapitaal (toekomstige overheidsschulden).’
Regio
Tot slot: vergroot de mogelijkheden voor regionale coördinatie gericht op brede welvaart. ‘Veel opgaven en doelstellingen komen samen in de regio. En dáár ontbreekt een democratisch gelegitimeerde ‘tafel’; de regio vormt immers geen wettelijk verankerde bestuurslaag. Om die reden is regionale coördinatie van het bredewelvaartsbeleid van belang, vooral bij complexe regionale opgaven.’
Kansenagenda's
Volgens de Rli moeten regio’s onder regie van het rijk ‘kansenagenda’s’ moeten opstellen voor de ontwikkeling van de regionale brede welvaart. ‘Dit is te realiseren door multidisciplinaire teams in te stellen die per regio worden voorgezeten door één algemeen rijksvertegenwoordiger.' Het rijk zou in haar verantwoordings- systematiek ruimte moeten creëren voor decentrale overheden om uitgaven te doen ten behoeve van brede welvaart.
1. de vanaf 2008 gerealiseerde bezuinigingen (huurbelasting, subsidies) op dit beleidsterrein zijn in de jaren daarna als 'sneeuw voor de zon' verdwenen in de algemene middelen van de rijksbegroting.
2. via stapeling van kosten op allerlei fronten is het aankopen/huren van een woning nu steeds moeilijker. Het nieuwe rijksbeleid er opgericht om de kosten hiervoor voornamelijk weg te halen bij de vastgoedsector (denk aan het fors verhogen van overdrachtsbelasting, het verplicht verlagen van huurprijzen, rigoureuze extra belasting van vastgoed in Box 3 en allerlei nieuwe kostenprijsverhogende maatregelen in de bouwsector (meetrapport, energierapport, bouwrapporten etc.).
Het gevolg van dit (wan)beleid is dat ontwikkelaars en beleggers onvoldoende rendement kunnen maken en de woningmarkt hardhollend verlaten, huurwoningen voor de middencategorieën met name in de grotere steden niet meer zijn te verkrijgen en er inmiddels nauwelijks meer 50.000 woningen per jaar worden gebouwd.
Voor goed woningbouwbeleid zijn de volgende voorwaarden van belang:
-voldoende mogelijkheden voor woningcorporaties, ontwikkelaars en beleggers.
-een goede balans tussen vraag en aanbod van alle categorieën woningzoekenden.
-de beschikbaarheid van voldoende goed opgeleid personeel op de bouwplaats.
-het zoveel voorkomen van bouwfouten.
-redelijke grond- en woningprijzen. Vooral de prijsopdrijvende effecten via steeds hogere WOZ-waarderingen dienen te worden ingedamd.
-onnodig kostprijsverhogende effecten op woningen dienen zoveel mogelijk te worden ingedamd.
De eigenaren van woningen en bedrijfsgebouwen dreigen inmiddels door de rijksoverheid te verworden tot 'de grootste melkkoe' van de samenleving.