‘Restwarmte is het nieuwe gas’
Stadsverwarming is een oude manier om woningen warm te krijgen. Ging dat vroeger met kolen en gas, moderne warmtenetten bieden uitgelezen kansen om de grootschalige leidingstelsels te verduurzamen. Restwarmte van de industrie, biomassa en op termijn met warmte uit de aarde.
‘Om als gemeente Nijmegen 100 procent energieneutraal te zijn, is 2045 natuurlijk hopeloos ver weg. Erg ambitieus vind ik het niet’, zegt wethouder Harriët Tiemens (GroenLinks). ‘Wij waren dit jaar finalist in de Green Capital Award en daar zag ik dat een stad als Oslo nu al helemaal energieneutraal is. Die hele stad draait op waterkracht!’ Tiemens wil doorpakken in Nijmegen. Sinds een half jaar is ze er wethouder met onder meer milieu en energie in haar portefeuille en ze spreekt trots over het grootschalig plan van het warmtenet waarmee nu vierduizend en begin volgend jaar zelfs 14 duizend woningen van warmte worden voorzien.
Op termijn voorziet Nijmegen in een uitbreiding van het net in de richting van de campus van de Radboud Universiteit, waarbij oudere huizen uit de omliggende wijken worden aangesloten. ‘Je kan zeggen dat de warmte van een afvalverbrandingsinstallatie als ARN die in Weurt het warmtenet gaat voeden niet 100 procent duurzaam is’, zegt Tiemens. ‘Maar voorlopig zal er afval zijn waarvan altijd een deel moet worden verbrand. En dan is het beter om met die warmte duizenden woningen te verwarmen dan het klimaat op te warmen.’
In Nederland gaat jaarlijks een vermogen van 2.000 MW de lucht in of belandt als warm koelwater in de rivier. Het is allemaal nu nog overtollige warmte van grote bedrijven en installaties als die van ARN, elektriciteitscentrales en veel petrochemische bedrijven. De totale energetische waarde van deze restwarmte bedraagt 2000 MW. Dat komt overeen met twee kolencentrales.
Doodzonde. De warmte kan worden benut in warmtenetten als die in Nijmegen. Het principe is simpel en al bijna een eeuw oud. De vrijkomende warmte kan water verwarmen. Door dit water naar woningen en kantoren te pompen, en de warmte daar af te tappen, vindt op eenvoudige wijze ruimteverwarming plaats. Niet de behoefte aan elektriciteit maar warmte vormt de grootste energiepost in Nederland. 40 procent van de energievraag is nodig voor verwarming, slechts een kwart gaat op aan stroom.
Warmterotonde
Warmtenetten bieden daarom soelaas, getuige de ongeveer vijftien grootschalige warmtenetten in onder meer Amsterdam, Rotterdam, Purmerend, Almere, Tilburg en Breda. Daarnaast zijn er nog zo’n 300 kleinere netten, die in totaal 350 duizend huishoudens van warmte voorzien. Ten slotte kennen 500 duizend Nederlandse huishoudens blokverwarming. Daar zorgt een grote gasgestookte ketel in maximaal drie portiekflatblokken (maximaal 300 huishoudens per ketel) voor warmte. Die blokken kunnen na afschrijving van de gasgestookte ketels gemakkelijk op een grootschalig warmtenet worden aangesloten, zoals in Rotterdam.
Deze week rondt Rotterdam samen met Eneco een tweede grootschalig warmtenet, de ‘Leiding over Noord’ af, waarin de warmte van afvalenergiecentrale AVR via een 16,8 kilometer lange pijp liefst 95 duizend Rotterdamse woningequivalenten van warmte voorziet. ‘Onderweg’ worden Schiedam en Vlaardingen in de toekomst vermoedelijk aangesloten. Rotterdam had met NUON al een warmtenet met een capaciteit voor 50 duizend woningen op de Zuidoever, ‘de Nieuwe Warmteweg’.
Maar Rotterdam wil meer. Eveneens deze week ondertekent de stad een bestuurlijke opdracht om nog veel meer restwarmte van bijvoorbeeld de petrochemische industrie in het havengebied en van twee kolencentrales op de Maasvlakte te benutten. In samenwerking met onder meer het Havenbedrijf en de Provincie Zuid-Holland wordt onderzocht of een heuse ‘warmterotonde’ op weg naar de duizend hectare kassen in het Westland in 2020 ook 350 duizend woningen in Den Haag en Delft van warmte kan voorzien. De aanleg daarvan en van de rest van de rotonde kost wel een paar centen, 4,3 miljard euro. Volgens een studie van CE Delft zou het tijdens de levensduur van het net, geschat op vijftig jaar, echter 6,3 miljard euro aan baten opleveren.
Het merendeel van de voedingsbronnen voor restwarmte zijn kolen-, afval- en gascentrales. Purmerend draait sinds enkele jaren op hout van Staatsbosbeheer. Restwarmte van afvalcentrales vormt de belangrijkste bron voor de netten zoals in Nijmegen, Amsterdam en Rotterdam. We moeten gewoon alle warmte benutten, zegt Harriët Tiemens in Nijmegen. ‘We moeten van die kolen af en we moeten van het gas af. Je ziet dat het nu al kraakt en scheurt, bijvoorbeeld door de aardbevingen in het Noorden.’
De stadsregio van Nijmegen koopt in totaal elk jaar voor 1,7 miljard euro gas en stroom in. ‘Wat zou je daarvoor niet allemaal kunnen doen, met een warmtenet, maar ook met zonne-energie en wind’, zegt Tiemens. ‘Dat Nederlandse aardgas is trouwens over tien jaar op, dus dan zijn we sowieso klaar. En willen we dan nog meer afhankelijk zijn van Rusland en een stel Arabische landen? Geen erg wenselijk perspectief, denk ik, als je naar de politieke situatie van vandaag de dag kijkt.’
Oogkleppen
Natuurlijk moeten op termijn andere, duurzame bronnen warmte leveren aan het net, aldus Tiemens. ‘Maar die komen er vanzelf wel als je eenmaal het net hebt aangelegd. Ik vind dat je een innovatie soms grootschalig moet uitrollen, en misschien een beetje met de oogkleppen op
kritische opmerkingen moet pareren. Het aardgasnet is in de jaren zestig ook zonder al te veel discussie aangelegd, en daar hebben we nog steeds plezier van.’ Nijmegen streeft naar een ‘open net’, waar op termijn ook andere bronnen, zoals de procesindustrie, gemeentelijke biomassa of andere vormen kunnen aanhaken.
In Arnhem is het bij adviseur Krijn Braber van Infinitus Energy Solutions niet een en al hosanna over warmtenetten. Braber heeft bijna 25 jaar ervaring met energie-infrastructuur. ‘De temperatuur van het water van het warmtenet voor de nieuwbouwwoningen in de Waalsprong in Nijmegen is met 110 graden veel te hoog’, zegt Braber. Nieuwbouwwoningen met een EPC van 0,4 en in 2020 bijkans energieneutraal zijn zo goed geïsoleerd dat ze nauwelijks nog warmte voor ruimteverwarming behoeven. En iedereen die in een modern kantoor werkt, weet dat er eerder behoefte is aan koelte dan aan warmte.
Het zou volgens Braber dan ook beter zijn om in nieuwbouwwijken water van maximaal 50 tot 55 graden de pijp in te sturen. ‘Een afvalverbrander als ARN houdt dan meer energie over om bijvoorbeeld hoogwaardige stoom te maken die ze kunnen toepassen. En onderweg in het warmtenet vinden minder verliezen plaats.’ Voor warm tapwater kan volgens hem een microwarmtepomp het water van het warmtenet opkrikken tot 60 tot 65 graden.
Braber wijst ook op een kronkel in de Warmtewet. ‘Daar geldt het Niet meer dan anders (NMDA)-principe, waarin de warmteprijs nooit hoger mag zijn dan de gasprijs. Doordat de gasprijs gestaag stijgt, doen warmtenetten dus niets aan de toenemende energie-armoede onder burgers. De energielasten maken een steeds groter deel uit van de woonlasten, die door steeds meer burgers amper zijn op te brengen.’
In Purmerend staat een van de oudere warmtenetten van Nederland. De groeistad die in de jaren zeventig van de vorige eeuw grote groepen Amsterdammers trok, is met 24 duizend klanten voor driekwart aangesloten op het warmtenet. ‘Het gemeentebestuur was na de oliecrisis ambitieus en wilde onafhankelijk zijn’, zegt directeur Gijs de Man van Stadsverwarming Purmerend BV, 100 procent eigendom van de gemeente. Die ambitie was visionair, maar technisch en wat betreft klantenservice was het gemeentelijk apparaat niet zo goed uitgerust om de stadsverwarming te runnen.
Vandaag de dag draait het systeem niet langer op een gasgestookte warmtekrachtinstallatie, maar worden in vier ketels van elk elf MW in totaal 100 duizend ton houtsnippers verstookt. Een gascentrale zorgt voor de opvang van de piekvraag. De houtchips zijn afkomstig van Staatsbosbeheer. ‘Het gaat om hout dat vrijkomt bij bosonderhoud en dat ongeschikt is voor hoogwaardige toepassingen als planken en paaltjes’, zegt De Man.
Aardlagen
De Man, tevens voorzitter van de branche-organisatie stichting Warmtenetwerk, ziet biomassa als een verduurzaming van de warmtenetten. ‘Je kunt altijd wel zeggen dat het nog niet 100 procent duurzaam of van regionale oorsprong is, maar wat is er mis met een partij hout uit gecertificeerde Scandinavische bossen waarbij de CO2-uitstoot van het transport naar Nederland is verdisconteerd?’
De bestaande warmtenetten in Nederland zouden volgens De Man op termijn verder kunnen worden verduurzaamd met de warmte uit twee à drie kilometer diepe aardlagen. ‘Met deze geothermie doen we in Nederland momenteel kennis op, die bijvoorbeeld in Zuid-Holland is toe te passen. Daar zitten aanspreekbare lagen.’
Ook wijst De Man op de mogelijkheid om in een warmtenet met hoge temperatuur (90 graden Celsius) een bypass van lage temperatuur (70 graden) in te bouwen. ‘De retourstroom van het hoge temperatuurnet vormt dan de input voor een lage temperatuurnet, bijvoorbeeld een nieuwbouwwijk met goed geïsoleerde huizen en vloerverwarming. Ook in Rotterdam en in Nijmegen geloven de initiatiefnemers in dergelijke hybride vormen en verdere verduurzaming van het warmtenet.
Gijs de Man ziet na de liberalisering van de energiesector weer een toename van de rol van publieke partijen, al gaat dat nergens meer zo ver als in Purmerend waarbij de gemeente de enige initiatiefnemer en aandeelhouder in het warmtebedrijf is. ‘PPS-constructies met een groot aantal partijen spreiden niet alleen het financiële risico, maar zorgen voor een grotere leveringszekerheid.’
In Nijmegen is een PPS-constructie opgericht waarin NUON en Alliander liefst honderd miljoen euro in het warmtenet investeren. Nijmegen financiert op afstand mee in de ‘onrendabele top’. Ook wethouder Tiemens ziet de kentering. ‘Gemeentelijke overheden gaan weer meer hun verantwoordelijkheid nemen als nutsbedrijf. Er ontstaat een slinger terug van de multinationale energiebedrijven naar lokale energiebedrijven.’
Het sluit ook mooi aan op de onstuitbare opmars van lokale energiecoöperaties van bewoners die vaak in samenwerking met en met steun van de gemeente zonnepanelen aanbrengen of een windmolen exploiteren. ‘De gemeente Purmerend gaat ook snoeihout leveren voor het warmtenet’, zegt Gijs de Man. ‘Het is niet uitgesloten dat er op een gegeven moment op de gemeentelijke milieustraten ook faciliteiten komen waar burgers het houtige snoeiafval uit hun tuinen kunnen brengen. Dat is een mooie kringloop.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.