Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Beleving redt de binnenstad

Veel gemeenten verwachten dat het wel overwaait: die crisis, die leegstand, de futloosheid van de binnenstad. Maar dat is niet zo.

14 februari 2014

De markt gaat de toenemende winkelleegstand niet oplossen, wijzen drie nieuwe rapporten uit. Dus moet  de gemeente het voortouw nemen, zoals in Den Haag al succesvol gebeurt. ‘Het is of allemaal ten onder, of samen behouden wat sterk is.’

Veel gemeenten verwachten dat het wel overwaait: die crisis, die leegstand, de futloosheid van de binnenstad. ‘Er wordt nog steeds gedacht dat de markt de winkelleegstand wel op zal lossen. Maar dat gaat onvoldoende gebeuren, of het duurt heel lang en ondertussen worden dorpen en steden steeds onaantrekkelijker’, zegt Marcel Evers van INretail, brancheorganisatie voor 16.000 woon-, mode-, schoenen- en sportwinkels.

De 7 procent winkelleegstand valt nog mee, vergeleken bij kantoren en maatschappelijk vastgoed, respectievelijk 14 en op termijn mogelijk 25 procent. Maar tien gesloten rolluiken in een winkelstraat hebben een grotere impact dan een verlaten bedrijfshal langs de snelweg. De winkelbranche wil actie INretail deed deze week een oproep aan alle gemeenten om een actie­programma winkelgebied2020 te ontwikkelen. Een groep experts stelde onder leiding van Evers het bijbehorende rapport De nieuwe winkelstraat op. Daarin schetst de branchevereniging hoe dat nieuwe winkelen er over zes jaar uit moet zien: als een ‘beleving’. In een straat waar je spullen kunt kopen, maar ze net zo makkelijk in de winkel kunt bestellen. Waar cafés in winkels zitten, en winkels in cafés en super­speciaalzaken hun klanten een community bieden. Waar bezoekers na het winkelen een museum binnenwandelen en dan een hapje eten. Waar ze de ene week een boekenmarkt, de andere week een kinder­evenement kunnen bezoeken.

Oproep
Die nieuwe winkelstraat komt er niet vanzelf. Dat zegt niet alleen INretail. Ook Detailhandel Nederland (belangenvereniging voor alle detailhandel) presenteerde deze week samen met de G32 een rapport: Winkel­gebied van de Toekomst, met de oproep aan gemeenten om samenwerking te zoeken met private partijen. En van de Nederlandse Raad van Winkelcentra (de vastgoedsector in de winkelbranche) verscheen eind januari het rapport De noodzaak van structurele vernieuwing van de winkelstructuur. Het is een beetje toeval dat al die lijvige rapportages bijna tegelijkertijd verschijnen, maar de boodschap die branchebreed klinkt is duidelijk: het is tijd voor actie.

Want het probleem van winkelleegstand houdt niet op bij een landelijk gemiddeld percentage van zeven. Tel er de bevolkingsdaling bij op, de internetaankopen en de aanhoudende crisis met gevolgen voor bestedingen en investeringen. ‘Overbewinkeling’, is de uitkomst van die optelsom en niet zo’n beetje ook.

‘We moeten de komende jaren afscheid nemen van 20 procent van de fysieke winkels in Nederland’, stelt Marcel Evers van INretail. Dat vraagt nogal wat van gemeenten. En een panklare oplossing is er niet, want de onderlinge verschillen zijn groot. Op sommige plaatsen staat nu al bijna één op de vijf winkels leeg, zoals in het centrum van Echt, Schiedam, Geleen en het Oude Noorden in Rotterdam. Structurele leegstand is er ook in grotere hoofdwinkelgebieden die de laatste tien jaar zijn ontwikkeld. Ze hebben zich nog niet volledig in de markt weten te positioneren en voelen nu de gevolgen van de recessie, constateert de NRW in het rapport.

Haaks daarop staan de vier grote steden, met een tekort aan winkelmeters, zegt directeur Brigit Gerritse. ‘De vijfentwintig beste steden gaan het wel redden, maar in de andere gemeenten zal een vijfde van de huidige winkels de komende jaren nog verdwijnen.’

Eensgezind
Over wat die gemeenten staat te doen, is de branche eensgezind: een visie opstellen en afspraken maken binnen de regio. Waar wil je winkels, waar niet? De drie belangenclubs leggen elk hun accenten. Zo legt INretail de nadruk op eigenheid van winkelgebieden binnen een van de vijf thema’s die zijn omschreven voor het nieuwe winkelen (zie kader). Natuurlijk, consumenten vragen om de grote ketens. Maar het zijn de kleine zelfstandigen die een winkelgebied een gezicht geven.

Gemeenten moeten die kleurrijke winkels faciliteren, bijvoorbeeld door minder regels en meer flexibiliteit in het bestemmingsplan om functies te kunnen combineren. Het unieke van de binnenstad zit naast winkels ook in sfeer en trekpleisters: historie, cultuur, evenementen. Evers: ‘En ga dan niet allemaal de evenementenkalender vullen met een bloemenmarkt. Onderzoek het dna van jouw gemeente en wat jij daaraan kan toevoegen.’ De centrummanager, die de winkelstraat runt als een bedrijf, is daarin een onmisbare partner, volgens INretail.

Voetbalstadion
Detailhandel Nederland hamert op samenwerking tussen alle partijen. ‘Ga het gesprek aan met elkaar, publiek en privaat, in plaats van te zwartepieten en in cirkels te praten’, zegt Jildau Schuilenberg, secretaris Vestigingszaken. Die samenwerking is ook hard nodig tussen gemeenten onderling, zij beconcurreren elkaar nog te veel op winkelmeters.

‘Bovengemeentelijk afstemmen is iets anders dan uitruilen. De ene gemeente wil een woonboulevard en de andere wil winkels bij het voetbalstadion. Zij kunnen dat allebei wel goed vinden van elkaar, maar voor de regio als geheel kunnen het slechte keuzes zijn. Die heeft misschien behoefte aan het transformeren van bestaande winkelstraten.’

De Nederlandse Raad van Winkelcentra stelt dat het nodig is te investeren in sterke winkelgebieden en tegelijkertijd te stoppen met het beschermen van de zwakke concurrenten. Overheid en marktpartijen hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om slecht renderende winkelmeters uit de markt te halen en te transformeren, aldus de NRW. Bovendien moeten gemeenten geen detailhandel toestaan op nieuwe locaties, dus geen shoppingmalls in de periferie of winkels bij een voetbalstadion. Ook provincies moeten daarop toezien. Tot slot willen de vastgoedvertegenwoordigers dat de huurwetgeving wordt aangepast. Die is nu te veel gericht op huurbescherming voor winkeliers, wat alle dynamiek uit de markt slaat.

Aansporing
De oproepen en rapporten lezen als hoogst urgente aansporing voor gemeenten. Toch zijn er ook voorbeelden van gemeenten die goed bezig zijn. Zo won Den Haag – samen met Venlo – in 2013 niet voor niets de competitie Beste Binnenstad. De gemeente maakt er sinds het jaar 2000 afspraken met vastgoedpartijen over wat wel en niet kan in de binnenstad, zegt wethouder Henk Kool (PvdA, economie). En elk nieuw college pakt de gedeelde visie op en zet de samenwerking voort. Die gaat ver, zegt Kool, van het helpen professionaliseren van ondernemers tot gemeentelijke aanspreekpunten voor verschillende groepen. ‘Het is een bijna butlerachtige benadering van ondernemers: waar zitten jouw problemen, hoe kunnen we die voor je oplossen? Maar het werkt.’

Den Haag zette in de afgelopen crisisjaren plannen door voor vier nieuwbouw- en herontwikkelingsprojecten. Ze leveren extra winkelmeters op voor grote trekkers als Marks & Spencer en Primark. De gemeente versterkte ‘sfeergebieden’ in de stad, zoals China Town en het Hofkwartier, met historische straatjes en exclusieve winkels.

Om succesvol te blijven ontkomt ook Den Haag niet aan pijnlijke keuzes, weet Kool. ‘We hebben nu zeventig winkelgebieden in Den Haag, uit de nieuwe detailhandelsmonitor zal straks misschien blijken dat dat er te veel zijn. Dan moet je kiezen voor andere functies in noodlijdende winkelstraatjes in woonwijken.’ Zakelijke dienstverlening bijvoorbeeld, of zzp’ers. Het belang van visie en afstemmen staat ook voor Den Haag centraal, zegt Kool. Zijn afdeling Economie is niet blij met de forse uitbreidingsplannen voor winkelcentrum Leidsenhage in Leidschendam-Voorburg. Kool: ‘Wij maken scherpe keuzes, we vragen de regio om ook een visie te hebben en samen afspraken te maken. Het is of allemaal ten onder, of samen behouden wat sterk is.’


Vijf thema’s voor het nieuwe winkelen
Volgens INretail wordt er in 2020 nog op vijf plekken geshopt. Het zijn gebieden waar wat te beleven is en waar winkelen wordt gecombineerd met andere functies die mensen trekken. INretail geeft ze thema’s, bedoeld als inspiratiebron:

• Surprise & Shop: de surprising city is een binnenstad die weet te verrassen met bijzondere winkels, horeca, cultuur en evenementen.
• Travel & Shop: op high traffic locaties (stations, afrit snelweg) komen veel consumenten, die graag ook snel een boodschap doen.
• Story & Shop: plekken die zijn opgebouwd rond een thema, of tijdelijke evenementen (woonboulevards, factory outlets, attractieparken, musea).
• Work & Shop: op werkplekken gaan vraag (veel mensen bij elkaar) en aanbod (winkels) elkaar steeds vaker vinden: kantorenlocaties, universiteitscomplexen, ziekenhuizen.
• Service & Shop: winkelcentra in de wijk. Hier draait het om service dicht bij huis, dagelijkse boodschappen en het ontmoeten van bekenden uit de buurt.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie