'Randstad moet functies stapelen'
Nederland staat op een planologisch omslagpunt. De context van ruimte- en vervoersvraagstukken is sterk veranderd door de klimaatcrisis, internationale concurrentie en toenemende concentratie van de bevolking in de Randstad. ‘Functiestapeling’ wordt belangrijker.
Dit werd dinsdag duidelijk op de Ruimteconferentie van het Planbureau voor de Leefomgeving. Op de conferentie, bezocht door ruim vierhonderd rijks- en provincieambtenaren, ruimtelijke adviseurs en wetenschappers, waren gemeenten, op Rotterdam na, nauwelijks vertegenwoordigd. Toch ging het vaak over de laagste bestuurslaag.
Enkele onderzoekers namen het binnenstedelijk bouwen onder de loep. Zij concluderen dat de landelijke streefwaarde van 40 procent in de Randstad niet wordt gehaald, terwijl de streefcijfers van bijvoorbeeld Amsterdam, Haaglanden en Utrecht ver daarboven liggen.
Hoewel de onderzoekers het bestuurlijke draagvlak voor verdere verdichting in de Randstad hoog noemen, wijkt de praktijk sterk af van het beleid. Jasper Dekkers (VU Amsterdam) noemt dit de ‘verdichtingsparadox’. Hij vond in Haaglanden (streefcijfer 80 procent binnenstedelijk) tussen 1998 en 2008 een verdichting van slechts 20 procent. ‘Dat komt deels doordat Den Haag veel oude panden heeft gesloopt en op die plekken lagere aantallen woningen heeft teruggebouwd. Haaglanden zal een flink tandje moeten bijzetten.’ Ook elders maakt de Randstad de geambieerde verdichting niet waar, stelt Dekkers. ‘Als het zo doorgaat gaan de groene bufferzones en de Nationale landschappen eraan.’
Rekbaar
Verdichting blijkt overigens een slecht gedefinieerd en rekbaar begrip, omdat veel gemeenten bijvoorbeeld hun grote Vinexlocaties als ‘binnenstedelijk’ meerekenen. Het Planbureau voor de Leefomgeving verwacht meer ‘echte’ verdichting nu Vinexlocaties vrijwel volgebouwd zijn.
Gemeenten zullen dan wel creatiever moeten worden in het combineren van functies per project, stelt een planologe die zowel voor het Rijk als voor Zuid-Holland werkt. Functiestapeling is ook belangrijk vanuit vervoersoogpunt, zo bleek tijdens diverse andere sessies.
Hoofdspreker Robert Cervero, hoogleraar Transport Planning aan de Californische Berkeley universiteit, looft de Nederlandse compactheid en de gedifferentieerde vervoerssystemen. Hij waarschuwt echter voor meer asfalt. ‘Daar bestrijd je de files niet mee’, wijst zijn internationale onderzoek uit.
‘90 procent van de nieuwe wegcapaciteit wordt binnen 3 tot 5 jaar opgesoupeerd doordat deze wegen nieuwbouw aantrekken en doordat mensen reisgedrag aanpassen.’ Cervero stelt dat mensen overal ter wereld een uur reistijd per dag acceptabel vinden. ‘Als ze harder door kunnen rijden, gaan ze verder van hun werk wonen.’
De hoogleraar pleit voor het ‘duurzame urbanisme’ van steden als Stockholm, Kopenhagen en Curitiba in Brazilië, met functiemenging, functiespreiding en gelaagde ovsystemen. Rekeningrijden, autoluwe wijken en dynamisch beprijsde parkeerruimte (de volste parkeerplaats wordt vanzelf het duurst) hebben zich volgens Cervero ook ruimschoots bewezen.
Na Cervero’s presentatie ontspon zich een stevige paneldiscussie. Chris Kuijpers, DG Ruimte bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu, verdedigde het huidige optimalisatiebeleid voor de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad. De Zuid-Hollandse gedeputeerde Asje van Dijk en de Delftse hoogleraar stedenbouw Joost Schrijnen eisten echter een focus op de Randstad als één netwerkstad, om niet verder weg te zakken op de internationale ranglijsten. ‘De Randstad heeft allang één arbeidsmarkt en één woningmarkt’, aldus Van Dijk.
Of neem die "duurzame urbanisme" met functiemenging, functiespreiding. Met "duurzaam" kun je blijkbaar alle kanten op! Met zo'n vage begrippen blijft de diskussie babelonisch.