Raad van State: zorgen over Omgevingswet
De Raad van State vindt dat de gebruiksvriendelijkheid van het Digitaal Stelsel Omgevingswet voor de burger nog beter moet worden getest.
Is de techniek van het DSO voldoende op orde om de Omgevingswet per 1 januari 2024 verantwoord te kunnen invoeren? Daarover debatteert dinsdag de Eerste Kamer. In een position paper aan de vooravond van het debat somt de Raad van State een aantal kwesties op waar het DSO nog geen oplossing voor biedt.
Gebruikerstesten
Volgens de raad zullen partijen die straks onder de Omgevingswet tegen besluitvorming wensen op te komen ‘op een laagdrempelige en gebruiksvriendelijke wijze hun rechten moeten kunnen afleiden uit het DSO’. Dit pleit volgens de RvS voor een ‘gebruiksvriendelijk, laagdrempelig en toegankelijk systeem’. Of dat ook zo is, is alleen te bepalen met gebruikerstesten met burgers en hun vertegenwoordigende advocaten en rechtsbijstandverleners. ‘Dit is (nog) niet gebeurd.’
Witte vlek
Een pijnpunt dat de Afdeling bestuursrechtspraak nu al voorziet is wanneer een bepaling in een omgevingsplan van rechtswege geen stand kan houden, bijvoorbeeld over bouwhoogte. Dan ontstaat er een witte vlek op de plankaart, waar geen enkele beperking ten aanzien van bouwhoogte meer geldt. Die ongewenste situatie moet worden ondervangen door een door de Afdeling afgekondigde tijdelijke voorziening. Maar hoe wordt die voorziening voor initiatiefnemers vervolgens zichtbaar in het DSO? Daar is nog geen oplossing voor.
Falen
Naast de position paper van de Raad van State zijn er nog een kleine twintig andere bij de Eerste Kamer ingediend. Opvallende geluiden zijn die van Natuur & Milieu en Natuurmonumenten (‘Wet is gedoemd te falen’), Bouwend Nederland (‘DSO is voldoende klaar’) en de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (‘Eerst de risico’s beter in beeld’).
Usual suspects
Daarnaast tracht een aantal usual suspects in de discussie over de Omgevingswet de besluitvorming in de Eerste Kamer op de valreep nog te beïnvloeden. Zoals Lieuwe Koopmans van softwareleverancier Tercera (veel langer uitstel), emeritus hoogleraar bestuursrecht Jan Struiksma (helemaal afblazen) en Koos Seerden van Kennislab Omgevingswet (invoeren per 1 januari 2024, maar onder voorwaarden). Het betekent, al met al, nog veel huiswerk voor de senaat.
In dat MTP dienen alle testvormen benoemd te worden. Waaronder GebruikersTesten (GT) en AcceptatieTesten (AT), inclusief testspecificaties en testomgevingen.
In het AP dienen alle voorwaarden voor acceptatie benoemd te zijn.
"alleen gebruikerstesten" is dus al onjuist.
Maar het zou onmogelijk moeten zijn dat - richting oplevering project - hierover enige discussie ontstaat.
Het MTP dient glashelder te zijn. Het AP ook.
Dat nu van een dergelijke discussie sprake lijkt te zijn impliceert dat er in beginsel geen positief testadvies kan komen, noch een succesvolle acceptatie.
Voor zover het DSO-project al geen faalproject is lijkt het dat wél te worden.
De Stuurgroep DSO weet het antwoord.