Hou de raad aan zet bij het omgevingsbeleid
Met invoering van de Omgevingswet verandert ook de verhouding tussen gemeenteraad en college.
Onder de Omgevingswet dreigt het recht voor gemeenteraden te vervallen om buitenplanse activiteiten te agenderen. Dat betekent meer macht voor het college. Ten onrechte, vindt Jaap Rozema.
Met invoering van de Omgevingswet – nu toch écht voorzien op 1 januari volgend jaar – verandert ook de verhouding tussen gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders. De verklaring van geen bedenkingen (vvgb) voor afwijkingen in strijd met het bestemmingsplan vervalt. Bindend adviesrecht voor dergelijke ‘buitenplanse afwijkingen’ komt ervoor in de plaats.
Wat óók vervalt, is de raadsbevoegdheid om sommige van deze afwijkingen (lees: aanpassingen van het vigerend planologisch kader) te kunnen blijven agenderen. Een slechte zaak voor de kaderstellende rol van de wetgevende macht op lokaal niveau.
Eerst wat techniek. Een vvgb zegt zoveel als dat de gemeenteraad instemt met het besluit van het college om af te wijken. Het bindend adviesrecht onder de Omgevingswet is instemmingsrecht en werkt anders. De gemeenteraad bepaalt over welke buitenplanse afwijkingen zij advies aan het college wil uitbrengen. In Rotterdam zijn dat bijvoorbeeld bouwprojecten waar meer dan 120 nieuwe woningen mee gemoeid zijn, of detailhandel met meer dan 5.000 vierkante meter aan bruto vloeroppervlak.
Die vvgb is ook een noodstop, want zónder kun je als college niet afwijken. Dat is zo tenzij de gemeenteraad per eigen besluit categorieën van gevallen heeft aangewezen waarvoor ‘ie niet nodig is. Daar hebben vast veel gemeenteraden gebruik van gemaakt, ook de mijne.
Tóch hebben raadsleden nog altijd een haakje om zulke buitenplanse afwijkingen te kunnen blijven agenderen. Daarvoor moeten ze ten minste een vijfde van het aantal zetels in hun raad weten te mobiliseren. Die verzoeken dan om een vvgb, die er dan alsnog komt. Logisch, want afwijken van kaders moet je niet lichtzinnig opvatten.
De raad moet uiterst terughoudend zijn bij het afgeven van haar bevoegdheden
En dat is nou de crux. Onder de Omgevingswet vervalt óók het haakje. Het vragen – én krijgen – van een voorstel tot besluit over buitenplanse afwijkingen waar géén bindend adviesrecht voor is vastgesteld, is straks niet meer. De gemeenteraad moet uiterst terughoudend zijn bij het afgeven van bevoegdheden aan de uitvoerende macht.
Maar er speelt méér. Volksvertegenwoordigers staan in direct contact met inwoners van hun gemeente. Die krijgen de noodkreten van hun kiezers voor de kiezen over ongewenste ontwikkelingen in hun wijk of buurt. Het is dan een absolute dooddoener om verantwoording voor planologische keuzes af te schuiven op het college. “Moet je bij hunnie zijn” is iets waar ik als woordvoerder op bouwonderwerpen beslist niet aan wil. In dit geval hebben wij niet eigenstandig een bevoegdheid overgedragen aan het college, maar is het ons door het rijk opgelegd.
Of toch niet? Begin dit jaar hebben wij het college per motie opgedragen raadsagendering van álle buitenplanse afwijkingen mogelijk te blijven maken. Laat onze motie een inspiratie zijn voor raadsleden in het land die hetzelfde euvel in de Omgevingswet erkennen en hun kaderstellende rol serieus nemen.
Jaap Rozema, Rotterdams burgerlid namens Partij voor de Dieren en woordvoerder bouwen
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.