Provincies hoeven bouwplannen niet openbaar te maken
De provincies hoeven hun bouwplannen niet verplicht jaarlijks te delen met het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Dat blijkt uit het antwoord van minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening op Kamervragen van GroenLinks, de SP en de PvdD. Aanleiding voor de vragen was het beroep dat het PBL deed op de provincies om de bouwplannen wel openbaar te maken. Anders valt volgens het PBL met de jaarlijkse Planmonitor niet na te gaan of de doelstellingen ten aanzien van woningbouw worden gehaald.
Niet altijd gewenst
‘Natuurlijk wil ik dat informatie zoveel mogelijk openbaar wordt’, schrijft De Jonge, ‘maar daar zijn ook grenzen aan. Bijvoorbeeld ter voorkoming van speculatie; het is niet altijd gewenst om de exacte locatie van geplande bouwlocaties openbaar toegankelijk te maken. Uitgangspunt van deze monitoring is de gezamenlijke aanpak en de goede samenwerking met de medeoverheden. Om die reden vind ik een wettelijke verplichting op dit moment niet voor de hand liggend.’
Hangen en wurgen
Alleen de provincie Noord-Holland bleek vorig jaar bereid de harde en zachte bouwplannen wel met het PBL te delen. ‘Je ziet bij meer decentralisaties dat goede afspraken over monitoring ontbreken’, zei PBL-projectleider Rienk Kuper in januari over deze kwestie tegen Binnenlands Bestuur. ‘Dan blijft het vaak hangen en wurgen.’
Geen natuur
De eerste Planmonitor NOVI was nog een pilot, maar moet volgens De Jonge jaarlijks gaan verschijnen. Vanaf 2023 zullen ook de ontwikkelingen in de energie-infrastructuur en de afspraken uit de zeven verstedelijkingsstrategieën erin worden meegenomen. Plannen op het gebied van natuur blijven vooralsnog buiten de planmonitor.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.