Hoe station Amersfoort door participatie één wordt met de stad
Hoe ontwikkel je een stationsgebied nu echt goed?
Hoe ontwikkel je een stationsgebied nu echt goed? Een station moet fijn zijn om te komen, je moet je er veilig voelen en een goede aansluiting met al het openbaar vervoer is cruciaal. Ofwel een gebied waar je fijn woont, werkt en recreëert en wat je uiteraard goed kunt bereiken.
Nog vaak zie je rondom stations dat het gebied vooral functioneel en logistiek is ingericht, zonder stedelijke beleving. Dit is een typische stijl uit de jaren ’80 en ’90 waarbij de auto een dominante rol kreeg in het gebied inclusief veel hoge gebouwen met dichte wanden. Wat daarbij vaak voor komt, is dat stations een duidelijke voor- en achterkant hebben. Inmiddels is deze manier van bouwen achterhaald. Kantoorgebouwen die in stationsgebieden liggen werden meestal niet ontworpen om een vrij en een open gevoel te creëren.
Deze gebouwen zijn vaak functioneel de hoogte in gewerkt zonder dat er aandacht voor de leefbaarheid is. Er moeten meer faciliteiten komen waarbij zowel de werkenden als de voorbijgangers naar binnen willen stappen om van horeca gebruik te maken of een wandeling door het gebied willen maken.
Daarnaast herken je soms letterlijk waar het eigendom van de gemeente ophoudt en tot waar een gebied is ontwikkeld. Er wordt dan niet verder gekeken om het gebied daarbuiten in de plannen op te nemen. Je kunt niet zomaar over andermans grond gaan tekenen, maar tegelijkertijd kun je andere betrokkenen wel proberen te verleiden en stimuleren wanneer je dat meeneemt in de nieuwe plannen. Arjen Jansen van Procap is met zo’n stationsgebiedsproject bezig waarbij hij schakelt met tien verschillende grondeigenaren van de openbare ruimte. Dan maakt hij schetsen van hoe het gebied eruit kan komen te zien waarbij hij respect houdt voor het eigenaarschap, maar wel het gesprek op gang brengt.
Stationsgebied Amersfoort Centraal
Sinds mei 2020 is Arjen bezig met het stationsgebied van Amersfoort Centraal. Aan hem de schone taak om het stationsgebied aantrekkelijk te maken en de omgeving kwaliteitsimpulsen te geven. Want ook daar was vroeger een duidelijke voor-en achterkant van het station. De traffic aan de voorkant is logisch aangezien veel reizigers dezelfde kant op lopen richting de binnenstad. Aan de andere kant van het station is de Noordzijde, nu een ouderwetse achterkant. Doordat hier ruimte is om nieuwe woningen te bouwen, zal er aan deze zijde meer traffic ontstaan en is er ruimte voor ontwikkeling.
Arjen pleit voor Transit Oriented Development (TOD) waarbij je ervoor kiest om te wonen en te werken rondom stationslocaties. Je versterkt hiermee het openbaar vervoer zodat dat niet achteraf nog aangelegd hoeft de worden. Hierbij is het belangrijk dat de faciliteiten goed op orde zijn, zo komt er een uitbreiding van de fietskelder en worden er goede overstapmogelijkheden op de bus en taxi aangelegd. De grootste uitdaging daarbij is om alles bijeen te brengen. Het gaat niet alleen om een vervoersvoorziening, maar ook of het sociaal veilig is. Verder is het belangrijk dat het een leuke plek is om doorheen te lopen, moeten er genoeg faciliteiten en voorzieningen zijn, waaronder voldoende groen.
Participatie van betrokkenen
Voor de ontwikkeling van een stationsgebied moet je meerdere doelgroepen voor ogen houden, namelijk de forens, de inwoners, maar ook de werknemers die en wandelingetje willen maken in de buurt van hun kantoor. Vanuit deze verschillende perspectieven pakt Procap het aan. De mening van de inwoners zelf vindt Arjen heel waardevol, zij kennen het gebied en gebruiken het regelmatig en gebruiken ook de voorzieningen in het stationsgebouw. Om die reden heeft hij trajecten opgezet waarbij inwoners en andere betrokken (digitaal) bijeenkwamen. Wat Arjen terugkreeg uit de participatiesessies is om minder rechtlijnige vormen in het ontwerp te verwerken, ook werd veel groen en het veilig oversteken als prioriteiten aangegeven.
Tot slot wil Arjen ervoor zorgen dat de identiteit van de stad gewaarborgd wordt. Het risico bij het vernieuwen van een heel gebied is dat het opnieuw een eenheidsworst creëert. De identiteit verliest het al snel van de druk om functioneel de hoogte in te gaan. Participatie van buurtbewoners kan ervoor zorgen dat er geen eenheidsworst ontstaat van grote, hoge gebouwen of pleinen die ook elders in Nederland kunnen liggen. Het gaat erom dat je niet alleen ziet, maar het ook voelt dat je in Amersfoort bent. Voor zo’n zoektocht gaat Arjen met de stadsgenoten in gesprek.
Ben je benieuwd naar de wijze van gebiedsontwikkeling in stationsgebieden, neem dan contact op met Arjen Jansen.
Foto boven: Het voorlopig ontwerp van Stationsgebied Amersfoort. @Zambeli Landschapsarchitecten.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.