PBL-onderzoek is zuinig over het idee van ‘een straatje erbij’
Oud-minister Hugo de Jonge én de huidige regering willen het woningtekort te lijf met overal ‘een straatje erbij’.
Het is een gevleugelde uitdrukking geworden de laatste jaren: een ‘straatje erbij’ als belangrijke oplossing voor het slepende woningtekort. Het idee is om een klein stukje landbouwgrond af te snoepen aan de rand van woonkernen en op die locaties kleinschalige nieuwbouw te ontwikkelen. Dit wijkt af van de huidige beleidsvoorkeur om vooral binnen de bebouwde kom te bouwen.
Met oog op het aanhoudende woningtekort besloot toenmalig woningbouwminister Hugo de Jonge vorig jaar om iets minder rechtlijnig te zijn. Op basis van rapporten van het Economisch Instituut voor de Bouw schreef hij in oktober 2023 aan de Tweede Kamer: ‘De projecten zijn klein, maar bij elkaar opgeteld kunnen ze een substantiële bijdrage leveren aan de realisatie van de woningbouwopgave.’ Het idee bleek aan te slaan: het ‘straatje erbij’ kwam ook terecht in de verkiezingprogramma's van de PVV en NSC, en belandde in het Hoofdlijnen- en het Regeerakkoord van de nieuwe coalitie.
Hooguit 95.000 woningen
Onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) hebben nu gekeken wat het ‘straatje erbij’ landelijk kan opleveren. Hun conclusie: 10 procent van de gewenste één miljoen woningen die tot en met 2030 moeten verrijzen. Gerekend is op basis van 2100 woonkernen, met een buitenstedelijke wijkuitbreiding van maximaal 49 woningen. Het gaat in deze gevallen om landbouwgrond binnen 200 meter van de bebouwde kom waar geen bouwrestricties voor gelden, bijvoorbeeld vanwege de nabijheid van een luchthaven, stiltegebieden, Natura 2000-arealen of overstromingsrisico's. De potentie is dan: maximaal 95.000 woningen.
Maximaal 49 woningen
Waarom rekent PBL met maximaal 49 woningen per ‘straatje’? ‘Dit is in lijn met de Kamerbrief van toenmalig minister De Jonge en zijn uitspraken in de media.’ Inderdaad schreef De Jonge in oktober 2023: ‘Bij het “straatje erbij” gaat het om kleine projecten van 30 à 50 woningen met een geringe ruimtelijke impact.’ Bovendien wilde de toenmalige minister de huidige Ladder voor Duurzame Verstedelijking zo aanpassen dat hij niet meer hoefde te worden toegepast vanaf twaalf woningen, maar pas vanaf vijftig. Deze ladder is bedoeld als rem op het gebruik van de zo schaarse ruimte in het drukbevolkte Nederland.
Wat is de definitie?
Uiteindelijk komt het aan op de definitie van een ‘straatje erbij’. Het PBL rekent met maximaal 49 woningen binnen 200 meter van een woonkern. Maar wordt alle ruimte gebruikt, dan is veel meer mogelijk, schrijven de onderzoekers: ‘Als we deze limiet niet zouden toepassen, maar alle beschikbare landbouwgrond binnen 200 meter van de bebouwde kom zouden bebouwen, zouden 1.091.000 woningen extra mogelijk zijn. Het totaal aantal woningen is dan 1.186.000.’
Dat is de reden dat het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) het nieuwe PBL-rapport enthousiast ontvangt, getuige een persbericht: ‘Zelfs bij nog striktere ruimtelijke condities dan het EIB eerder hanteerde, blijkt uit deze studie dat er ruimte is voor meer dan 1 miljoen woningen rond 2000 kernen in Nederland.’ Het instituut zegt verbaasd te zijn dat het PBL rekent met hoogstens 49 woningen per uitgelegde straat. Daar zou geen enkele inhoudelijke reden voor zijn.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.